E-coaching, rol van docent en trainer

Marja Verstelle (ICLON, Universiteit Leiden) heeft tijdens het nationale e-learning congres een interactieve workshop gewijd aan e-coaching. E-coaching is volgens Marja belangrijk bij leren waarbij vooral ook sprake is van individuele leerpaden. Zij onderscheidt vier stappen bij de invoering van e-coaching, die zij tijdens de workshop heeft behandeld.

  1. Business case (is e-coaching een geschikte oplossing?)
  2. Wat komt er bij kijken?
  3. Keuzes m.b.t. tooling
  4. Pilot en evaluaties

Wat in deze sessie onder meer opviel was:

  • Dat er al behoorlijk wat ervaring was met e-coaching (ook in de zaal).
  • Dat e-coaching heel verschillend wordt ingevuld.

Dat bleek onder meer uit een aantal voorbeelden die Marja de revue liet passeren. Bijvoorbeeld het initiatief UrWay, waarbij dropouts weer zin moeten krijgen in leren. Zij krijgen individuele coaching. Volledig op afstand. Urway sluit nauw aan op de opvattingen van Rob Martens (intrinsieke motivatie aanspreken). Deze jongeren willen allemaal leren, maar passen niet binnen het schoolsysteem. Het project richt zich vooral op het behalen van successen. De beoordeling volgt wat geleerd wordt, niet andersom. Van de eerste groep van 60 deelnemers, zijn er 50 uitgestroomd, waarvan 83% naar opleiding of werk.

Binnen Urway hebben jongeren vrijwel dagelijks online contact met individuele coaches (via chat en email). Juist de mogelijkheid van dagelijks contact met coaches leidt tot goede resultaten tot een succes. Een online huiskamer (voor informele contacten) is erg belangrijk bij e-coaching. Verder is het belangrijk dat jongeren kunnen zien wie er verder online zijn. Elke coach begeleidt 6 jongeren, in totaal 8 uur per week (verspreid over alle dagen).

Timemanagement is voor e-coaches vaak een issue. Chatten kost vaak veel tijd, studenten verwachten binnen 24 uur een reactie. Verwachtingen managen is daarbij erg belangrijk. In de praktijk kom je daarbij veel varianten tegen, die afhangen van persoonlijke voorkeuren. Doelgroep en setting zijn daarbij ook belangrijke varianten. Soms is het beter om te skypen aangezien dat tijd bespaart en je makkelijker en sneller kunt doorvragen. Via e-mail formuleren lerenden vaak ook explicieter en uitvoeriger dan via chat. Maar chatten vinden jongeren vaak wel een plezierig medium. Skype of telefoon ervaren docenten vaak als inbreuk op tijd en privacy, vooral als dat 'avonds gebeurt. Je kunt ook redenen hebben om de anonimiteit op te zoeken en daarom alleen gebruik te maken van chat en mail.

Kijk dus naar je doelgroep en setting als je bepaalde tools gaat inzetten. Zoek altijd uit wat je doelgroep wilt.

Marja Verstelle is ook ingegaan op de voor- en nadelen van e-coaching. In haar presentatie wijdt Marja daar enkele slides aan (zie hieronder).
Zij gaf aan dat als voordelen zwaarder wegen dan de nadelen, e-coaching geschikt is.
Je moet ook bereid zijn om elke dag tijd te maken voor e-coaching. Als de noodzaak voor e-coaching er niet is, kun je beter face-to-face coachen.

Tijdens de sessie zijn we ook ingegaan op de vraag welke competenties e-coaching in vergelijking met coaching vraagt. De discussie leverde wat mij betreft een aantal inzichten op:

  • Je moet de tools goed kennen, en met name de eigenschappen van de tools in relatie tot de manier van communiceren. Elke tool heeft sterke en zwakke kanten, afhankelijk van wat je wilt bereiken.
  • E-coaches moeten sneller in staat zijn om informatie te vinden. Anders ben je veel tijd kwijt, en ben je minder goed in staat just-in-time ondersteuning te geven.
  • Je moet als e-coach de houding hebben dat je werk niet op vrijdag om 15 uur stopt.
  • Je moet als coach extra goed in staat zijn je tijd te managen. Het vorige punt mag namelijk niet impliceren dat je altijd werkt.
  • Er worden hoge eisen gesteld aan schriftelijke communicatieve vaardigheden (o.a. het vermogen om non-verbale communicatie over te brengen). Docenten zijn vaak mondeling sterk, niet altijd schriftelijk. Confronteren is via tekst moeilijker, oplossingsgericht coachen is online lastiger.
  • Je moet ook oog hebben voor de leesvaardigheid van de doelgroep.
  • Maak een onderscheid tussen primair en secundair reageren. Het is vaak belangrijk om eerst spontaan te reageren, maar daar later uitgebreider -meer beschouwend- op terug te komen.

Er bleken overigens verschillende opvattingen te bestaan over de vraag welk taalgebruik voor een coach passend is of niet.

Samenvattend kun je stellen dat er geen 'one size fits all'-vorm van e-coaching is. Hoe je e-coaching inzet, welke tools je gebruikt, en de manier waarop je communiceert is van een aantal factoren afhankelijk. Bovendien is het lang niet altijd noodzakelijk om e-coaching in te zetten.

Na afloop van deze boeiende sessie, heb ik Marja gevraagd wat zij heeft geleerd van deze sessie, en watis verteld over het verschil tussen 'gewone' coaches en e-coaches.

Hieronder vind je Marja's informatieve presentatie:

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

2 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.