Tips bij bij start, opzet en gebruik van een learning community #nle2016

Ik heb helaas vandaag alleen de ochtend van Next Learning bij kunnen wonen. Behalve bij de keynote van Marc Rosenberg, ben ik bij een sessie van Daniel Jones van verzekeraar Zurich geweest. Deze ging over learning communities. Een learning community kun je omschrijven als een groep mensen met een gezamenlijke passie die met elkaar leert. Deze interactieve sessie leidde tot een groot aantal tips en suggesties voor diegenen die een learning community willen initialiseren en gebruiken.

Learning community
Foto: geralt, Pixabay

Deze tips hebben voor een deel betrekking op het gebruik van learning communities binnen grote organisaties. Ook al kun je vaak al met 40 mensen een community starten. Bij te omvangrijke communities voelen mensen zich vaak niet veilig genoeg om te delen.

  • Zoek een sponsor. Je hebt steun nodig van een sponsor omdat het opzetten en gebruiken van een community tijd, energie en geld kost.
  • Stel een budget zeker voor een learning community. Je moet een community manager betalen, je moet voor events betalen, net als reis- en eventueel verblijfskosten. Communities hoeven niet heel veel geld te kosten, maar je hebt budget nodig.
  • Vorm een kernteam. Geef leden van een kernteam opdrachten, bijvoorbeeld mbt het cureren van content of om ideeën van jou te beoordelen. Volgens Jones is een community manager in het begin vaak 3 dagen per week bezig met het opzetten van een community. Dit is ook afhankelijk van de vraag of de organisatie al gewend is om bijvoorbeeld via sociale media kennis te delen. Hoe terughoudender de organisatie, des te meer tijd ben je hier aan kwijt. Als een organisatie het belang van een learning community inziet, dan kost het relatief minder vaak tijd.
  • Stel een missie vast voor de community. Bijvoorbeeld: deze community is gericht op het beter uitvoeren van projecten (door het vinden van informatie, opslaan van informatie, en delen informatie). Wat is je doel? Wat wil je bereiken met een community.
  • Gebruik gamificationprincipes om bijvoorbeeld klanten te motiveren om deel te nemen aan een community.
  • Wederkerigheid is heel belangrijk. Deelnemers moeten er ook vertrouwen in hebben dat participatie hen iets oplevert.
  • Gebruik een online site die deelnemers in staat stelt samen te werken. Volgens Jones heeft Facebook bijvoorbeeld veel mogelijkheden. Al staan organisaties het gebruik ervan vaak niet toe. Slack zou ook een mogelijkheid kunnen zijn. Bij Zurich worden opties in Yammer vaak gedisabled.
    Sponsoren hebben hierbij bijvoorbeeld een belangrijke taak. Hoe belangrijk vindt de organisatie immers learning communities? Binnen veel organisaties moet je vaak work-a-rounds verzinnen om sociale media etc te kunnen gebruiken.
  • Gebruik een centraal emailadres voor de learning community.
  • Gebruik diverse sociale media, met een eigen originele community-naam en originele gebruikersnaam. Kies een originele naam. En check of die naam bij verschillende media beschikbaar is.
  • Bouw het initiële lidmaatschap op. Nodig mensen uit. Adverteer. Voeg deelnemers van een cursus automatisch toe (met de mogelijkheid zich af te melden). Overspoel mensen ook niet met mails.
  • Zorg voor groei. Betrek leden bij je community. Daarvoor is eigenaarschap nodig. Iemand moet de kar trekken. Face to face bijeenkomsten werken het beste voor het creëren van binding. Mensen bouwen vertrouwen in elkaar op als zij elkaar leren kennen. Organiseer bijeenkomsten voor leden (lokale events). Noem het geen cursussen.
  • Geef mensen automatisch zicht op hoe zij participeren. Verwacht dat 5% van de community-leden deelnemen. De meeste deelnemers zullen vooral participeren door te lezen. Dat is niet erg. Als mensen veel praktische problemen ervaren (bijvoorbeeld rond Excel) en anderen snel antwoord kunnen geven, dan wordt meestal veel gecommuniceerd. Als een vraag wordt gesteld die makkelijk te googlen is, dan werkt het niet (dat kun je zelf).
  • Organiseer synchrone online sessies. Dat vergroot binding. Organiseer excursies naar andere afdelingen. Je kunt ook ‘virtuele fieldtrips’ organiseren (bezoek van online bronnen). Organiseer conferenties. Eventueel online. Bijvoorbeeld webinars. Met veel interactie zoals polling.
  • Zorg ervoor dat content gecureerd wordt. Overspoel mensen niet met content.
  • Creëer op termijn, dus nadat de community ‘loopt’, special interest groups rond groepen die organisch rond onderwerpen ontstaan. Zij moeten wel het initiatief vinden. Zij komen op, en verdwijnen.
  • Investeer in betrokkenheid. Spreek mensen persoonlijk aan. Vraag niet in het algemeen wie bijvoorbeeld bepaalde bronnen wil delen.
  • Moedig mond-tot-mond reclame aan. Zorg dat er binnen jouw organisatie over jouw community gesproken wordt.
  • Gebruik managers en leiders voor je community. Vraag hen om aandacht te besteden aan de community. Lever teksten of slides aan die zij bij presentaties kunnen gebruiken.
  • Adverteer. Bijvoorbeeld in restaurants, toiletten of liften.
  • Voer actieve PR. Blog bijvoorbeeld over je community.
  • Houd lijsten van leden bij. Je krijgt, bijvoorbeeld van de sponsor of het management, vragen naar het gebruik van de community. Houd bij hoeveel je community wordt gebruikt. Je moet je verantwoorden over de investeringen.
  • Vraag feedback op bijeenkomsten, webinars, initiatieven, sites, etc.
  • Delegeer verantwoordelijkheden. Probeer niet alles zelf te doen.
  • Ga op een gegeven moment iets anders doen. Het is goed als anderen community manager worden, of dat jij je met een ander thema gaat bijhouden. Daar leer je van.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.