Waarom scholen blended learning toepassen?

Het gebruik van ICT binnen het onderwijs is noodzakelijk voor kwalitatief, organiseerbaar en betaalbaar onderwijs. Dat is één van de conclusies van de meest recente conferentie van de International Association for K-12 Online Learning (iNACOL).

Docente Judy Beard is ervan overtuigd dat blended learning lerenden kan helpen te voldoen aan de “common core“-standaarden. Zij past daarbij het concept van de “rotated classroom” toe:

• Eenderde van de lerenden krijgt van haar instructie.
• Eenderde van de lerenden werkt met pen en papier aan opdrachten.
• Eenderde van de lerenden werkt met behulp van ICT aan taken (in de klas).

Beard komt aan het woord in Why Schools Are ‘Blending’ Learning, een impressie van de laatste iNACOL-conferentie.

Op deze manier kun je volgens haar op een meer gedifferentieerde manier les geven. Aangezien de groepen binnen het Amerikaanse onderwijs steeds groter worden, zou een dergelijke aanpak zelfs noodzakelijk zijn.

De wijze waarop ICT binnen het Amerikaanse onderwijs wordt ingezet blijkt overigens sterk te variëren. Tijdens de conferentie is een aantal toepassingsmogelijkheden gepresenteerd:

• Rotational labs: lerenden werken tijdens een deel van de dag in computerlabs met adaptieve programma’s, terwijl de docent individuele lerenden helpt.
• Eén-op-één implementaties: lerenden werken op eigen notebooks met adaptieve software, terwijl docenten instructies geven aan kleine groepen studenten. Docenten analyseren de data die gegenereerd wordt om de leerbehoeftes te achterhalen.
• Alles virtueel: lerenden leren praktisch volledig online, en worden ook op afstand begeleid.

Daarbij wordt ook gekeken naar de financiering:

Thus far, the study has found that per pupil spending on average was about the same as in traditional charter schools, but that the NextGen schools allocate their funds differently.

Deze laatste scholen besteden meer geld aan technologie. Zij kunnen uitgaves aan technologie echter gemakkelijker uitsmeren, zonder dat dit ten koste gaat van het onderwijsmodel.

Scholen gaven tijdens de conferentie echter ook aan dat de implementatie van blended learning nog steeds een zoektocht is. Geld blijkt in elk geval geen noodzakelijke voorwaarde te zijn om met blended learning te starten, en ook geen bepalende factor voor kwaliteit.

Interessante, maar deels ook zorgelijke, bevindingen. De gepresenteerde aanpakken kunnen tot kwalitatief goed onderwijs leiden, maar ook erg verkeerd uitpakken. Van “rotational labs” heb ik nog niet echt goede voorbeelden gezien. Lerenden worden vaak aan hun lot overgelaten. Er zal -net als bij face-to-face onderwijs- veel afhangen van de strategieën om lerenden betrokken te houden bij het leren. En daar heb je m.i. toch echt onderwijzend personeel voor nodig.

Wat betreft de financiering: als je meer geld uit moet geven aan technologie, maar niet meer geld krijgt, dan zul je dus op andere kostenposten moeten besparen. De grootste kostenpost binnen het onderwijs zijn de personeelskosten. Als ICT in het onderwijs banen gaat kosten, dan zal dit de acceptatie niet ten goede komen.

Ik vermoed ook dat Amerikaanse scholen gemakkelijker kunnen bezuinigen op personeel dan Nederlandse scholen. Wel zal de komende jaren binnen ons onderwijs sprake zijn van een aanzienlijk natuurlijk verloop. Op zich biedt dat mogelijkheden om kritisch te kijken naar andere manieren van leren, waarbij ICT een belangrijke rol kan spelen en waarbij geprobeerd kan worden de kosten neutraal te houden zonder dat dit ten koste van de kwaliteit gaat. De vraag is echter of dat lukt.