Wilfred Rubens over e-learning
Trainers over hun vak (2)

 Wilfred Rubens (1964) studeerde Pedagogische wetenschappen aan de Katholieke Universiteit Nijmegen en is Master in Educational Management. Wilfred werkt vanaf 1990 als adviseur binnen het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie. Hij houdt zich bezig met Internettechnologie en leren eerst bij BVEnet, daarna als e-learning consultant bij Siennax/Acadoo en KPMG Consulting. Vanaf 1 juni 2002 is Wilfred werkzaam als adviseur bij het Expertisecentrum ICT in het Onderwijs, onderdeel van het IVLOS, Universiteit Utrecht. In 2001 en in 2002 was Wilfred Rubens mede-organisator van de E-learning Experience van de NVvO .
Tijdens ons interview geeft Wilfred aan waar volgens hem de kansen van e-learning liggen, maar laat hij ook zien dat daarin het leren van mensen voor hem centraal staat.


Wat is jouw motivatie voor het vak van adviseur?
Het leren van mensen en organisaties boeit mij. Ik wil graag helpen dat leren te helpen verbeteren en vernieuwen en ben er van overtuigd dat ICT hierbij een cruciale rol spelen. De inzet van ICT en de Internettechnologie in het bijzonder moeten dan wel voldoen aan –zoals ik dat noem- de drie "G's" van gewin, gemak en genot. Gewin omdat het daadwerkelijk een meerwaarde moet hebben voor het leren van de mensen en hun organisatie. Gemak omdat het zo moet worden ingericht dat het voor iedereen toegankelijk moet zijn en natuurlijk genot omdat ICT de kans biedt om het plezier in leren te vergroten.

Welke mogelijkheden heeft E-learning bij het vak van trainen?
Ik hanteer de volgende omschrijving van e-learning: E-learning is de verzamelnaam voor het vormgeven van leersituaties waarbij gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden van Internettechnologie.
Volgens mij is leren niet alleen een proces van kennisverwerving. Leren is ook gericht op weten hoe je bepaalde kennis kunt toepassen.

Wat betreft trainen moet je vast stellen dat het altijd gaat om formeel leren en in dat kader kunnen ict toepassingen heel behulpzaam zijn. Met E-learning kun je ook het informele leren ondersteunen

Een belangrijke meerwaarde is natuurlijk dat deelnemers makkelijker datgene kunnen leren wat ze nog nodig hebben om over bepaalde competenties te beschikken. En ze kunnen kennis verwerven op een moment dat ze daadwerkelijk die kennis moeten toepassen. "Just in time", in plaats van "just in case".
Maar een belangrijke meerwaarde is ook dat bij e-learning studenten "aan het woord" zijn die in fysieke situaties moeilijker aan bod komen. Ook geldt -in elk geval binnen het onderwijs- dat in fysieke leersituaties docenten meer aan het woord zijn dat studenten. Bij e-learning is het omgekeerde het geval. Ik vermoed dat dit ook geldt voor trainingen.

Als we trainen beperken tot het formele leren, welke toepassingsmogelijkheden voor e-learning zie je dan?

Ik zie mogelijkheden voor inwerkprogramma’s: via e-learning kunnen nieuwe medewerkers wegwijs worden gemaakt met de structuur, de regels en procedures van een organisatie. Bij het verwerven van ICT vaardigheden kan E-learning ook een grote rol spelen.
Het opleidingsinstituut van Philips Medical Systems gebruikt e-learning bij de introductie van nieuwe systemen. Men leert de onderhoudstechnici via e-learning medische systemen te gebruiken.
Ook voor salestrainingen zijn er mogelijkheden voor de verkoper en de klant. Men kan via e-learning de sales medewerkers kennis laten maken met nieuwe producten en hen leren deze te verkopen. Maar men kan bijvoorbeeld ook een e-learning programma voor klanten ontwikkelen om hen te leren bepaalde producten te gebruiken.
Maar ook het ontwikkelen van competenties met betrekking tot leiding geven, communiceren kan met behulp van e-learning. Daarbij wordt een webbased omgeving ingezet in combinatie met face-to-face bijeenkomsten. Een mooi voorbeeld is een managementprogramma bij IBM. Managers doorlopen een leerproces dat innovatief e-learning combineert met de traditionele face to face training.
Bij de Universiteit Utrecht is een e-learning training ontwikkeld waar studenten leren hoe zij een goede onderzoeksopzet kunnen maken.

Er zijn nog meer toepassingsmogelijkheden te noemen bijvoorbeeld om het opleidingsproces te managen. Een mooi voorbeeld is het gebruik van "leerportalen", waar medewerkers van bedrijven hun competenties kunnen toetsen, een advies kunnen ontvangen, een opleidingspad kunnen opstellen, opleidingen bestellen en deze online volgen.
Je kunt volgens mij in veel leersituaties e-learning inzetten. Veel belangrijker is het om te kijken of e-learning meerwaarde heeft. Dat is namelijk niet altijd het geval.

Wat zijn dan de beperkingen van e-learning in het kader van training?

"Beperkingen van e-learning" vind ik niet de juiste formulering. De grootste beperking heeft mijns inziens vooral betrekking op de manier waarop we e-learning gebruiken.
Degenen die e-learning moeten invoeren en toepassen als coach en als lerende, zijn niet opgegroeid met Internettechnologie. Zij hebben een bepaald mentaal model, bepaalde beelden en verwachtingen van de manier waarop mensen leren en met elkaar communiceren, bijvoorbeeld dat het altijd binnen een groep gebeurt. De grootste beperking is in feite dat we nieuwe technologie inzetten voor een traditionele "ouderwetse" manier van leren. We noemen dat "automating the past".
Andere beperkingen zijn dat het lastig is om emoties tot uitdrukking te brengen, met name in discussies. Door gebruik van je stem en met behulp van mimiek kun je veel gemakkelijk aangeven verbaasd te zijn, iets niet te begrijpen of iets ironisch bedoeld te hebben.
Een andere beperking vind ik dat nog niet alles wat je zou willen, technologisch gerealiseerd kan worden. Denk bijvoorbeeld aan automatisch op maat feedback geven als deelnemers hun competenties vaststellen. Nu blijft de terugkoppeling vaak steken in: je scoort onvoldoende ten opzichte van het gewenste competentieprofiel. Dat is wel een erg magere vorm van feedback. Soms bestaat de techniek wel maar hebben gebruikers onvoldoende beschikking over de technische faciliteiten Zij kunnen bijvoorbeeld niet de videofragmenten via Internet bekijken.
Een structurele beperking vind ik het achterblijven van kwalitatief goede content bijvoorbeeld webbased leerstof, zoals simulaties. Dit is erg is kostbaar en ik vraag mij wel eens af of de Nederlandstalige markt daar niet te klein voor is.

Wat is de toekomst van e-learning bij het vak van trainer?

Een trainer zal bij e-learning vier rollen vervullen:

In de eerste plaats de pedagogisch-didactische rol. Hieronder vallen het geven van instructies, het stellen van vragen, het geven van nadere toelichting en feedback, het doen van suggesties, en dergelijke. In het algemeen besteedt een trainer hier minder tijd aan dan in "real live" situaties. Dat geldt vooral voor het geven van instructies en feedback èn van het toetsen van de voortgang. Als het goed is voorziet de content hierin. Wat vind jij typerend voor het vak van trainer?

Typerend voor het vak van trainer is mijns inziens ook de kunst om te kunnen variëren in stijl. Je zult je stijl van trainen moeten aanpassen aan de groep die voor je staat. Dat is ongelofelijk moeilijk en volgens mij slagen daar slechts weinigen echt goed in. Een bekend voorbeeld is natuurlijk Guus Hiddink. Zijn stijl matchte onvoldoende met het Nederlands elftal, vier jaar geleden. Tijdens het WK in Frankrijk had er meer ingezeten dan een vierde plaats. Terwijl zijn stijl er mede voor zorgde dat Zuid-Korea dit jaar boven zichzelf uitsteeg. Een voordeel van e-learning voor een trainer is -tenminste als sprake is van asynchroon leren- dat hij -of zij- beter kan nadenken voordat hij intervenieert. Het wordt dan eenvoudiger om te reflecteren op de eigen stijl en om deze stijl aan te passen aan de context.

Daarnaast zie ik de rol van leermanager, bijvoorbeeld deelnemers toelaten tot een cursus, het bewaken van de voortgang van deelnemers, het indelen van deelnemers in groepen.
Verreweg de moeilijkste rol, die relatief veel tijd zal kosten is de sociale rol. Hieronder valt het creëren van een omgeving waarin deelnemers voor hun mening durven uit te komen, het bewaken van groepsprocessen, stimuleren, aanmoedigen, soms tot de orde roepen.
Dan is er nog de rol van de technische ondersteuner. Als deelnemers aanlopen tegen technische problemen, dan is de "e-trainer" vaak de eerst aangewezen persoon om hem of haar verder te helpen. Deze rol kan ook worden uitbesteed aan een helpdesk.
Al met al blijft een trainer noodzakelijk, maar vindt er een verschuiving plaats binnen rollen en van taken.

Interview door Alien Cnossen. Verschenen in: Dekker, H., R. Poell, S. Tjepkema en S. Wagenaar (red.) (2002). HRD Thema. Het vak van trainer. Jaargang 3, nummer 3, p. 27-29. Deventer: Kluwer.