Bespreking Europees ‘maturity model’ voor blended learning

Verleden week is het European Maturity Model for Blended Education (EMBED) gepresenteerd. In deze blogpost bespreek ik dit model, en vergelijk ik ‘EMBED’ met een ander ‘maturity model’.

EMBED is één van de resultaten van een Europees project waar onder meer de KU Leuven en de TU Delft aan hebben deelgenomen.

Het model kan worden gebruikt bij de implementatie van blended learning. EMBED geeft aan welke dimensies relevant zijn voor docenten, maar ook voor (beleidsmakers van) organisaties. EMED onderscheidt drie niveaus: cursusniveau, opleidingsniveau en instellingsniveau.

Elk niveau kent meerdere dimensies. Een dimensie kent weer indicatoren die de mate van volwassenheid beschrijven. Je kunt hiermee kijken wat nodig is om blended learning op de drie niveaus te implementeren. Je kunt EMBED m.i. ook gebruiken als reflectie instrument om de bestaande situatie in kaart te brengen, en om je ambitieniveau te bepalen. De samenstellers benadrukken daarbij dat ‘volwassenheid’ niet hetzelfde is als ‘kwaliteit’.

Het model is door de samenstellers gevalideerd via een Delphi-studie. Ik heb ook deelgenomen aan dit onderzoek.

Eigen definities

EMBED gebruikt eigen definities voor blended learning, blended teaching en blended education. Voor mij had dat niet gehoeven. Gebruik toch eens een keer een en dezelfde definitie! SURF heeft daar enkele jaren geleden het initiatief voor genomen.

En uiteraard weten we dat leren iets anders is dan doceren. Maar het gaat uiteindelijk wel om het faciliteren van het leren. Verder valt op dat de definities niet consistent zijn. Bij ‘blended learning’ gaat het om “a deliberate, integrated combination”. Bij ‘teaching’ spelen ‘weloverwogen’ en ‘geïntegreerd’ schijnbaar geen rol (de eigenschappen worden in elk geval niet genoemd).

Ook ontbreekt bij de definitie van blended learning dat online en face-to-face leren beiden minimaal een aanzienlijk deel van het leren uitmaken. Vaak worden zelfs de percentages 30-80% gebruikt als het gaat om de mate waarin leeractiviteiten, services en materialen een ‘online’ karakter hebben. In de definitie van de makers van EMBED is een docent die een klassiek hoorcollege start met Mentimeter, ook al ‘blended’ bezig. Dat is toch echt wat mager.

Drie niveaus

Het mooie van EMBED is wel het onderscheid tussen de drie niveaus ‘cursus, opleiding, organisatie’. Daarmee onderscheiden zij zich ook van het model van Graham et al. Dit model richt zich namelijk alleen op de implementatie op organisatieniveau.

Op cursusniveau maakt EMBED een onderscheid in:

  • Course design process (selectie van blended learning activiteiten en hun volgorde, selectie van tools voor blended learning).
  • Course flexibility (keuzevrijheid)
  • Course interaction (zij onderscheiden de drie bekende vormen van interactie).
  • Course experience (mate van zelfgereguleerd leren, studiebelasting, inclusiviteit).

Op opleidingsniveau maken zij een onderscheid tussen:

  • Programme design process (coherentie binnen het programma, alignment en coherentie tussen de tools die voor blended learning worden gebruikt).
  • Programme flexibility (verschillende vormen van ‘maatwerk’).
  • Programme experience (mate van zelfgereguleerd leren, studiebelasting, inclusiviteit).

Het onderscheid op organisatieniveau is:

  • Institutional support
  • Institutional strategy
  • Sharing and communities
  • Professional development
  • Quality Assurance
  • Governance
  • Finance
  • Facilities

Deze elementen zie je in andere bewoordingen grotendeels ook terug in het model van Graham cs, en in mijn implementatiemodel. Ik mis wel nog andere aspecten van leiderschap dan ‘Strategy’ en ‘Governance’. Het gaat bijvoorbeeld ook om het uitdragen van het belang (het ‘waartoe’, ‘purpose’) en enthousiasmeren.

Verder is geen aandacht voor machtsverhoudingen en belangen, waar overigens vaak lastig grip op te krijgen is. Het curriculum komt op de andere niveaus terug. Processen als begeleiden, beoordelen en logistiek van blended learning zouden verder uitgewerkt kunnen worden (had ik dit ook als feedback bij de Delphi-studie gegeven?).

Bij elk onderdeel worden drie niveaus onderscheiden. Bijvoorbeeld bij interactie binnen de cursus is de onderverdeling:

  • Ad hoc: geen bewuste cursus interactie.
  • Interactief: interactie is weloverwogen ontworpen, op basis van bewijs of ervaring.
  • Responsive: interactie is weloverwogen ontworpen, op basis van bewijs of ervaring. Interacties worden gemonitord, geëvalueerd en aangepast op basis van data en feedback.

Slotopmerkingen

Ik vind EMBED een bruikbaar model. Het onderscheid tussen cursus, opleiding en organisaties is relevant. EMBED heeft dan ook toegevoegde waarde in vergelijking met het model van Graham cs. Ook kan ik me grosso modo in de verschillende dimensies, al ontbreken enkele onderdelen.

Wat ik wel lastig vind, is de waardering voor de mate van flexibiliteit. Ik kan me voorstellen dat je niet altijd kiest voor veel keuzevrijheid voor lerenden (ook al is ‘personalisering’ vaak één van de drijfveren voor blended learning). Je bevindt je dan al snel op het laagste niveau van volwassenheid. Dat is niet echt motiverend.

Daarnaast kent ‘flexibiliteit’ zelf ook zo veel verschillende dimensies, dat het lastig is om dit onder één noemer te scharen. Je kunt bijvoorbeeld doelbewust flexibiliteit inbouwen wat betreft leren in eigen tijd en tempo, maar geen flexibiliteit wat betreft inhoud.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.