Bronnen over blended learning

De afgelopen tijd ben ik diverse uitgaves tegen gekomen die docenten en onderwijsontwikkelaars kunnen inspireren bij de oriëntatie op het creëren van een mix tussen online en face-to-face leren.

Modellen blended learning
Afbeelding: iNACOL, The International Association for K–12 Online Learning, Blending Learning: The Evolution of Online and Face-to-Face Education from 2008–2015
http://www.inacol.org/

Don Zuiderman volgt op dit moment een massive open online course over blended learning. Via zijn blog doet hij daarvan verslag. Allereerst gaat hij in op de definitie van blended learning die binnen de cursus wordt gehanteerd. De auteurs van deze MOOC gaan uit van de iNACOL-definitie waar ik voor mijn zomervakantie over heb geschreven.

“…a formal education program in which a student learns at least in part through online learning with some element of student control over time, place, path, and/or pace and at least in part at a supervised brick-and-mortar location away from home. The modalities along each student’s learning path within a course or subject are connected to provide an integrated learning experience.”

In die definitie gaat men er onder meer vanuit dat lerenden enige controle hebben over waar zij willen leren. Verder formuleren de MOOC-docenten kwaliteitscriteria voor blended learning van hoge kwaliteit (high quality blended learning):

  • Gepersonaliseerd (aansluiten op elke individuele lerende).
  • Beheersingsgericht (mastery learning).
  • Hoge verwachtingen ten aanzien van de lerende.
  • Lerende heeft controle over het eigen leren.

In een tweede blog post gaat Don in op drie modellen voor blended learning:

  • Station Rotation Model.
  • Lab Rotation Model.
  • Flex Model.

Daarbij valt op dat lerenden vooral op school leren. Online leren gebeurt ook met name op school. Lerenden hebben dus weinig controle over waar zij willen leren. Het is de vraag of deze modellen daarmee wel voldoen aan de eigen definitie van blended learning. Bovendien kun je je afvragen of blended learning wel zo vaak voorkomt als je deze strikte definitie hanteert. Ik ben toch geneigd een ruimere omschrijving te hanteren, zonder aan een bepaalde didactiek ontleende normen en waarden. Wellicht kun je de term ‘blended learning’ ook beter vermijden en het rechtstreeks over de aparte modellen hebben. Of je hanteert vooral een beschrijvingskader voor leren met behulp van ICT, zonder persé labels te plakken.

Via e-learning.nl kwam ik terecht bij een e-book over blended learning. De firma Gaggle.net onderscheidt daarin zeven modellen rond blended learning. Daarbij valt op dat zij praktisch dezelfde indeling gebruiken als het iNACOL-rapport. Wie was eerst, wie plagieert?

De flipped classroom wordt in deze uitgave als één model beschouwd, terwijl je m.i. binnen dat model nog verschillende keuzes kunt maken.

Verder suggereert Gaggle.net dat blended learning onder meer leidt tot 69% meer betrokkenheid van lerenden en tot betere cijfers (22%). Geen idee waar men de wijsheid vandaan haalt. Er zijn immers heel veel factoren van invloed op zaken als ‘student engagement’.

Een derde bron is de Nederlandstalige website Blended by education. Je vindt hier onder meer een gratis e-book waarin Windesheim-medewerker Peter Borgman achtergrondinformatie over blended learning presenteert, en cases en voorbeelden van praktijktoepassingen beschrijft. Peter en zijn collega’s willen onder meer laten zien wat de didactische meerwaarde van blended learning is. Zij illustreren hun betoog ook met kennisclips, zoals deze clip over visie op technologie in de klas.

De verschillende bronnen -en er is nog véél meer online te vinden- zetten je in ieder geval aan het denken over het creëren van een mix tussen leren tijdens bijeenkomsten en online, gedistribueerd, leren. We beschikken over heel veel leertechnologieën, leerinhouden, didactiek, enzovoorts om leren  binnen verschillende contexten en voor diverse doelgroepen op een effectieve, efficiënte en aantrekkelijke manier te faciliteren. Moeilijk? Best. Uitdagend? Zeker.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

2 reacties

  1. Wilfred, ken jij voorbeelden binnen het HBO waar wordt gewerkt volgens (een van) de modellen (Station Rotation Model, Lab Rotation Model, Flex Model)?

  2. Nee. Station Rotation komt binnen het VO voor, Lab Rotation binnen MBO. Flipped classroom als vorm van het rotation model wel. In toenemende mate, is mijn indruk. Zie bijvoorbeeld: http://hublstudio.hu.nl/. Bij Windesheim ook. Ik ken ook initiatieven waarbij online leren de basis vormt, maar daarbij is niet echt sprake van personalisering.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.