De evaluatie en selectie van een elektronische leeromgeving (#in)

Het EDUCAUSE Learning Initiative (ELI) heeft in haar "7 Things You Should Know About…" serie een paper uitgegeven over de evaluatie van elektronische leeromgevingen (ELO). Veel onderwijsinstellingen hebben enkele jaren geleden de keuze gemaakt voor een ELO, en vinden het nu -om allerlei redenen- tijd om de balans op te maken.

Het paper bevat summiere tips voor de aanpak. Zo beveelt men aan een breed samengestelde taskforce in te stellen, en gebruik te maken van vragenlijsten waarin belanghebbenden worden bevraagd op hun interesses en behoeften. Het evaluatieproces bedraagt snel drie jaar, schrijven de auteurs.

Verder gaat het paper in op twee voorbeelden van universiteiten die een dergelijk proces hebben doorgemaakt, en op de nadelen van een dergelijk proces: veel medewerkers staan niet te wachten op een migratie, omdat zij dan een nieuwe ELO moeten leren gebruiken. De auteur denkt echter dat dergelijke evaluaties in de toekomst vaker plaats zullen vinden:

As changes in education delivery and redefinition of student needs continue to reshape the modern campus, colleges and universities might find themselves adapting to pedagogical changes more frequently than in the past.

Ik vermoed overigens dat menig onderwijsgevende hier een ander beeld van heeft.

Dit paper gaat eigenlijk niet over de evaluatie van een bestaande ELO, maar over de selectie van een nieuwe applicatie voor onderwijs en leren. Je kunt het paper (vooral het eerste deel) daarom ook goed raadplegen als je voor het eerst een ELO gaat kiezen. Zelf hanteer ik daarbij een wat andere aanpak, die zeker geen drie jaar duurt (uiteraard afhankelijk van de omvang van de organisatie en de omvang van de groep die je in de verschillende fasen erbij wilt betrekken) :

  • Door middel van interviews inventariseren wat de ambities zijn ten aanzien van e-learning.
  • Een shortlist van ELO's opstellen.
  • Leveranciers op die shortlist een vragenlijst voorleggen, gemaakt op basis van die interviews. Hierbij wordt gekeken naar:
    • Manier van leren die worden ondersteund.
    • De wijze waarop content gebruikt, ontwikkeld en beheerd kan worden.
    • Communicatiemogelijkheden die worden ondersteund.
    • Manieren van beoordelen die worden gefaciliteerd.
    • Usability.
    • Leermanagementfunctionaliteiten.
    • Open standaarden (ivm uitwisselbaarheid data).
    • Technische specificaties.
    • Vragen over de leverancier (o.a. ervaring).

    Deze vragenlijst leidt tot een eerste schifting.

  • Het opstellen van cases, waarin wordt beschreven hoe verschillende gebruikers de ELO inzetten.
  • Het organiseren van een selectiedag waarin leveranciers de cases in hun ELO presenteren. Deze dag leidt tot een tweede schifting.
  • Het organiseren van verdiepingsgesprekken waar op een aantal aspecten dieper in wordt ingegaan.

Van dit ELI-paper had ik meer handreikingen verwacht die betrekking hebben op het -vanuit verschillende perspectieven- terugblikken op het gebruik van de ELO. Maar wellicht dat de genoemde onderwijsinstellingen deze informatie wel op hun websites toegankelijk hebben gemaakt.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.