De ontwikkeling van (t)e-learning binnen Amerikaanse community colleges (#in)

2010 Distance Education Survey Results. Trends in eLearning: Tracking the impact of eLearning at Community Colleges (pdf) geeft een goed beeld van de stand van zaken van (t)e-learning binnen Amerikaanse community colleges (wellicht het beste te vergelijken met Nederlandse regionale opleidingencentra). Het rapport is het resultaat van een literatuurstudie en van een enquête onder 1200 onderwijsinstellingen (de respons was ongeveer 13%).

De studie opent met de beschrijving van een aantal voor community colleges relevante ontwikkelingen (zoals de economische crisis en initiatieven op het gebied van wetgeving). Na een summiere methodologische verantwoording volgen dan de resultaten. Bijvoorbeeld:

  • Deelname aan afstandsleren is in een jaar tijd met 9% toegenomen. Afstandleren is harder gegroeid dan het aantal inschrijvingen bij community colleges als geheel. Een definitie van afstandsleren ontbreekt, maar ik vermoed dat men ook blended learning hiertoe rekent. Het aantal colleges dat namelijk volledig online leren verzorgt, is gedaald ten opzichte van verleden jaar (van 75% naar 65%; zie pagina 14).
    Volgens mij komt volledig online leren bij Nederlandse MBO-instellingen nauwelijks voor. Blended learning daarentegen wel.
  • 73% van de instellingen biedt ook gratis online onderwijs aan. Dit is ook een groei van 9% ten opzichte van een jaar eerder.
  • Professionalisering en technische ondersteuning van docenten wordt, net als eerdere jaren, als de grootste uitdaging beschouwd. Een adequate manier van beoordelen van afstandsleren staat op plek 2.
  • Als het gaat om het gebruik van elektronische leeromgevingen, valt het sterk teruglopende marktaandeel van Blackboard (en voorlopers) op. In 2007 gebruikte ongeveer 75% van de respondenten Blackboard, WebCT of Angel. In 2010 bedroeg hun marktaandeel 43%. Het afgelopen jaar is dit marktaandeel van 6% gedaald. Het rapport maakt niet duidelijk voor welke vervangende e-learningoplossing de respondenten uiteindelijk hebben gekozen. Moodle en Desire2learn hebben dit gat in elk geval niet op weten te vullen.
    De Nederlandse 'ELO'- markt in het MBO ziet er duidelijk anders uit (met N@tschool als duidelijke marktleider en omgevingen als Fronter of Itslearning als nummers 2).
  • Maar liefst 38% van de respondenten geeft aan binnen vijf jaar te zullen switchen van elektronische leeromgeving. Of zij dit uiteindelijk ook zullen doen, is overigens een ander verhaal.
  • 81% van de instellingen verstrekt ook online programma's die leiden tot een diploma.
  • Steeds meer instellingen laten hun e-learningapplicaties extern hosten (48% tegen 36% verleden jaar). Maar minder schoolorganisaties maken samen met andere organisaties gebruik van shared services (13% nu, tegen 20% verleden jaar).
  • 72% van de instellingen ontwikkelt eigen content. 21% maakt gebruik van content van uitgevers. Volgens mij is dit een groot verschil ten opzichte van de Nederlandse situatie.
  • Community colleges bieden in toenemende mate online diensten voor lerenden aan.

Pagina 20 van het rapport bevat enkele algemene observaties. Daarna geven de samenstellers een overzicht van de kenmerken van een 'typisch' online programma, waarna enkele algemene conclusies het rapport afsluiten. Een voorbeeld van een kenmerk is dat een online programma werkt als catalysator van vernieuwingen. Maar de auteurs stellen ook dat een typisch online programma:

Struggles to obtain understanding, acceptance and support from campus leaders, who often lack direct experience with this method of teaching and learning (sometimes due to a generational disconnect from technology).

Via Stephen Downes

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.