E-learning bij de Amsterdamse School

De Amsterdamse School is het opleidingsinstituut van de gemeente Amsterdam. Ik heb vanmiddag voor een groep medewerkers van dit opleidingsinstituut een webinar verzorgd over e-learning.

In hun visie wil De Amsterdamse School leren koppelen aan het werk. Dit kwam ook tijdens dit webinar aan bod.

Ik ben eerst ingegaan op het begrip ‘e-learning’. Ik heb de aanwezigen gevraagd via Mentimeter aan te geven welke drie kernbegrippen volgens hen in de definitie van e-learning voor moeten komen. Vervolgens heb ik aangegeven dat de aard van e-learning sterk verbreed is, sinds de term in 1999 is gelanceerd. Ik heb de aanwezigen ook gevraagd met welke van de verschillende toepassingen op het gebied van e-learning zij ervaring hebben.

Ik heb e-learning ook onderscheiden van blended learning, ik ben ingegaan op het verschil tussen asynchroon en synchroon online leren, en ik ben ingegaan op formeel en informeel leren in relatie tot e-learning.

Verder heb ik o.a. betoogd dat je niet te snel moet spreken van ‘leren’. Dat risico loop je als je leren wilt koppelen aan werken. Is er op de werkvloer wel voldoende ruimte voor verwerking, feedback en reflectie?

In het tweede deel ben ik ingegaan op verschillende typen leervragen binnen arbeidsorganisaties. Bij verschillende typen leervragen horen dan verschillende typen ‘e-learning’. Ik heb dat gedaan aan de hand van de ‘five moments of need’ van Gottfredson en Mosher). Ik heb met de aanwezigen ook een aantal leervragen verkend, en veel voorbeelden gegeven van vormen van e-learning die passen bij de verschillende leervragen binnen organisaties.

In deel drie ben ik ingegaan op vijf effectieve didactische principes:

  1. Laat leerstof actief verwerken
  2. Voorkennis activeren
  3. Realistische vraagstukken vormen startpunt van leren
  4. Gebruik toetsing als leer- en oefenstrategie
  5. Geef feedback die lerenden aan het denken zet.

Ik heb daarbij ook de vraag gesteld:

In welke mate passen jullie leertechnologie toe samen met deze principes binnen de leertrajecten van De Amsterdamse School?

Tenslotte zijn we kort stil blijven staan bij de vraag wat e-learning betekent voor de L&D-functie. Aan welke werkzaamheden zal een L&D’er meer of minder tijd besteden, in vergelijking met (nagenoeg) volledig face-to-face leren?

Hieronder vind je mijn slides:

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.