Een tweede leven voor het e-portfolio

Volgens Graham Attwell hoor je -in tegenstelling tot een aantal jaren geleden – anno 2010 weinig meer over elektronische portfolio's. In Rethinking e-Portfolio's vraagt hij zich af hoe dat kan.

Graham constateert dat er nooit consensus was over het doel van een e-portfolio. Vanuit verschillende pedagogisch-didactische benaderingen is heel verschillend gedacht over het e-portfolio, bijvoorbeeld over de vraag wie eigenaar is van het e-portfolio. Of hoe je een e-portfolio kunt gebruiken in relatie tot vooraf omschreven leerresultaten.

Attwell illustreert hoe ontwikkelaars van e-portfolio applicaties hiermee hebben geworsteld (en dat nog doen). Volgens hem is bijvoorbeeld onvoldoende rekening gehouden met het geven van feedback door lerenden, terwijl social networking wel die mogelijkheid bieden om gebruikt te worden als persoonlijke leernetwerken "to share learning and share feedback". Attwell stelt:


But even if e-portfolios could be developed with social networking functionality, the tendency for institutionally based learning to regard the class group as the natural network, limited their use in practice.


Het grootste probleem van een e-portfolio, is volgens Graham Attwell echter dat deze applicaties reflectie niet echt bevorderen. Daarvoor is meer nodig dan de mogelijkheid van een lerende om online te publiceren.

In zijn bijdrage gaat hij redelijk uitvoerig in op (de tekortkomingen van) verschillende e-portfolio applicaties. Attwell concludeert:


Small applications that encourage users to think are far better than comprehensive e-portfolios applications which try to do everything.


Wat betreft concept ziet Attwell meer in een persoonlijke leeromgeving, waarbij de lerenden daadwerkelijk centraal staat en ook veel ruimte is voor informele vormen van leren in netwerken. Bestaande web 2.0 technologie (o.a. widgets) kan daarvoor worden gebruikt, terwijl lerenden dankzij cloud computing de beschikking hebben over opslagruimte en applicaties. Op basis van een onderzoek ziet hij lerenden hier ook meer gebruik van maken.

Vanuit deze invalshoek zijn e-portfolio's volgens de auteur dan ook toe aan een tweede leven. Maar, zo conludeert Graham Attwell:


If we continue to adhere to an acquisition model of learning, it will be hard to persuade students to develop reflective e-Portfolios. We should continue to rethink e-Portfolios through a widget based approach. But we have also to continue to rethink our models of education and learning.


Eerlijk gezegd deel ik zijn opvatting niet dat je weinig meer over elektronische portfolio's hoort. Wel hoor ik weinig nieuws over elektronische portfolio's. Nog steeds worstelt menig opleiding met een zinvolle inbedding van het e-portfolio binnen het onderwijs.

Attwell besteedt veel aandacht aan de gebruikte technologie. Die is inderdaad voor verbetering vatbaar (de rond 2001 zelfontwikkelde e-portfolio applicatie van de Universiteit Utrecht -waar ik mee heb mogen werken- was voor een relatieve ICT-leek ronduit een drama).

Maar het allerbelangrijkste is het botsende karakter van het 'docentgecentreerde onderwijs' en de benadering van een e-portfolio waarbij de ontwikkeling van de lerende centraal stelt. Wat dat betreft is er sprake van een nog een groter verschil met de persoonlijke leeromgeving.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

8 reacties

  1. “Maar het allerbelangrijkste is het botsende karakter van het ‘docentgecentreerde onderwijs’ en de benadering van een e-portfolio waarbij de ontwikkeling van de lerende centraal stelt. Wat dat betreft is er sprake van een nog een groter verschil met de persoonlijke leeromgeving.”
    Dit allerbelangrijkste is toch niet anders dan jaren terug? De docenten die wel een portfolio wilden invoeren, maar ook nog extra wilden toetsen, aangezien ze geen vertrouwen hadden in de waarde van een portfolio.
    Blijft boeiend:-)

  2. Teveel aandacht gaat naar de tool om een ePortfolio te maken. Te weinig aandacht wordt geschonken aan het proces om met een ePortfolio te werken. De ePortfolio-tool zal nooit de feedback, het gelezen en gehoord worden vervangen. Het moet het gelezen en gehoord en gezien worden faciliteren, gemakkelijker maken. Maar dan moet je eerst zorgen dat in het leerproces de aandacht voor de student er is, georganiseerd wordt. Het medium waardoor je plaats- en tijdONgebonden feedback geeft en organiseert voor medestudenten en docenten doet er niet toe. Me Google docs kom ook je een heel eind. De “teloorgang” van het ePortfolio is de teloorgang van de aandacht voor de student.

  3. @Willeke: klopt. Ik had kunnen schrijven “Maar het aller belangrijkste is nog steeds….”
    @Rudi Clause: mooi gesproken. Het proces en de relatie met het curriculum zijn veel belangrijker dan de technologie. Als kan instabiele en lastig te bedienen ICT veel roet in het eten gooien.

  4. @Rudi “De “teloorgang” van het ePortfolio is de teloorgang van de aandacht voor de student. Niet alleen de teloorgang van de aandacht voor de student, maa volgens mij nog meer de teloorgang van het vertrouwen in de student. Ik heb docenten vaak horen zeggen: “hoe weet ik nu dat de student het zelf heeft gedaan”
    Vertrouwen in de student krijg je m.i. door de studenten de verantwoordelijkheid terug te geven voor hun eigen leerproces. Laten we daar eens mee beginnen!

  5. Interessante discussie over de rol van het eportfolio. Hierin stond o.a. de volgende uitspraak:
    “Dankzij het massale en natuurlijke gebruik in het alledaagse leven, vormen de technologieën een emanciperende kracht voor de kansen en mogelijkheden van mensen om te leren en bevorderen een spontane tendens naar metacognitie en eigenaarschap van hun leerproces”
    In een recente blog heb ik hierover het volgende beweerd:
    “Grote vraag is nu welke rol een hoger onderwijsinstelling hierin kan spelen. Natuurlijk is het zaak dat we de studenten voorbereiden op een leven lang leren. Het gaat naar mijn idee dan niet zozeer erom dat we nadenken over welke technologie we hierbij in kunnen zetten (bv. het zorgen voor portfolio’s die studenten ‘mee kunnen nemen’). Dit houdt je namelijk gezien de snelle ontwikkelingen als instelling nooit bij. We kunnen veel beter inzetten op het ontwikkelen van de vaardigheid om een leven lang te leren. En dat draait o.a. om hetgeen hierboven vermeld staat: het ontwikkelen van metacognitie en verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces. En laat de ICT hier nou juist kansen en mogelijkheden bieden om dit te leren en te bevorderen. Dit lijkt me een belangrijk uitgangspunt bij het formuleren van onze visie over de DLWO van de toekomst”

  6. Volgens mij is het niet het idee van de portfolio dat botst met het huidige onderwijs, maar de botsing tussen het sociaal constructivistische competentieleren en het traditionele cognitivistische leren. Bij de eerste, die het portfolio als instrument gebruikt, is er veel ruimte voor ongeremde persoonlijke groei (het proces van leren staat centraal), terwijl de tweede een duidelijke richting geeft naar waar er in gegroeid moet worden (het curriculum staat centraal).
    De botsing lijkt het hevigste bij vakken met een longitudinale opbouw, waarbij het leren in een bepaalde volgorde moet gebeuren. Dit geldt met name taal (grammatica, spelling) en wiskunde. Ik ben voor mijn studie (Educatief meesterschap) nu ongeveer een jaar bezig met het opzetten van een wiskundemethode die gebouwd is op het idee van een portfolio maar ik loop steeds tegen het probleem aan dat als de leerling zelf eigenaar van het leerproces is, de leerling of de dwingende volgorde van het curriculum moet adopteren, of de methode, naast een soort volledigheid, over een heldere navigatie kan beschikken zodat de leerling zelf zijn route kan vinden.
    Tot nu toe zijn de resultaten van experimenten met een klas met deze methode (MBO4 Mediatechnologie) bevredigend. Het is voor het eerst tijdens mijn loopbaan gebeud dat 3 leerlingen zelf en op eigen initiatief gevraagd hebben of ze een half jaar mochten blijven zitten, omdat zij met name de wiskunde nog niet tot hun eigen tevredenheid begrepen.

  7. @Jelle Sjollema: het huidige onderwijs is vooral gestoeld op cognitivistische (deels behaviouristische) opvattingen over leren. Vandaar dat ik schrijf over het spanningsveld over e-portfolio en het huidig onderwijs. Interessant, je ervaringen met MBO4 Mediatechnologie. Het is -heb ik begrepen- ook maar de vraag of vakken een longitudinale opbouw moeten hebben.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.