Elektronische leeromgevingen in het MBO

Een tijd geleden heb ik meegewerkt aan een onderzoek dat Danny Streelder op verzoek van saMBO~ICT heeft uitgevoerd naar het gebruik van elektronische leeromgevingen (ELO) binnen het middelbaar beroepsonderwijs. Inmiddels is een white paper als resultaat van dit onderzoek verschenen.

Danny Streelder heeft met name gekeken naar het huidige gebruik van ELO's, en naar de invloed van onderwijskundige en technologische ontwikkelingen hierop (denk aan de invoering van competentiegericht leren, open source software of web 2.0). Er hebben zo'n dertig MBO-instellingen aan het onderzoek deelgenomen. Informatie over de mate van respons ontbreekt helaas, maar ik schat dat ongeveer 50% van de MBO-instellingen heeft gereageerd.

Het rapport geeft onder andere een goed beeld van de markt van ELO's binnen het MBO. N@tschool is met een marktaandeel van 26% de grootste partij, gevolgd door BlackBoard en Fronter met elk 16%. Opvallend is dat de populaire ELO Moodle maar 3% van de MBO-markt in handen lijkt te hebben. Enkele onderwijsinstellingen gebruiken meerdere ELO's.

Het rapport laat ook zien voor welke doeleinden een ELO binnen het MBO het meest wordt gebruikt. Behalve voor het doen van mededelingen, is de ELO het meest populair als medium voor de workflow rond opdrachten en als portfolio. Dat lijkt niet erg spectaculair. Toch heeft het werken met inlevermappen grote voordelen als het gaat om het bieden van structuur en overzicht.

Op basis van het rapport kun je ook concluderen dat ELO's nog nauwelijks worden gebruikt om maatwerk te realiseren, terwijl dat juist één van de sterke kanten van ICT voor het onderwijs is. Verder zijn met name buitenlandse ELO's minder passend voor competentiegericht onderwijs (competentiematrices ontbreken dikwijls): men is trager met het doorvoeren van aanpassingen, op basis van competentiegericht onderwijs. De expertise van onderwijsgevenden (of beter: het gebrek er aan) wordt als beperkende factor ervaren voor de adoptie van ELO's.

Tenslotte leert het rapport dat er nog werk aan de winkel is wat betreft integratie van web 2.0-technologie binnen ELO's, het daadwerkelijk ondersteunen van (open) standaarden en de relatie met toetsomgevingen.

Al met al een informatief rapport, al was enige eindredactie de leesbaarheid ten goede gekomen.

Via Willem Karssenberg

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

6 reacties

  1. Wilfred,
    Zou het zo kunnen zijn dat een gratis en makkelijk te installeren ELO als Moodle zelf beheerd wordt door docenten en dat het gebruik daarvan niet terug te vinden is in het onderzoek?
    Moodle kent bovendien tal van modules en plugins die zeer geschikt zijn voor personalisering van het leerproces en die uitstekend aansluiten bij de uitgangspunten van het CGO.

  2. @Henk van Brussel: dat kan. Al zie ik ook een steeds grotere mate van centralisatie (en minder mogelijkheden om binnen het netwerk van de school een eigen Moodle-server te hangen). Verder denk ik dat het aantal docenten dat een eigen Moodle omgeving inricht, vrij beperkt is.

  3. Zoals genoemd de expertise van onderwijsgevenden lijkt een beperkende factor. Uit eigen ervaring weet ik dat docenten in het MBO niet of nauwelijks met ELO’s willen werken. Met het excuus:dat leerlingen niet te motiveren zijn om gebruik te maken van deze ELO’s. Lijkt me een kip en ei probleem maar desalniettemin een fraaie patstelling. De interessante vraag is wat mij betreft: hoe motiveer je onderwijsgevenden in het MBO in het gebruik van een ELO? De leerlingen volgen vanzelf, zij zijn immers veel ICT vaardiger dan veel docenten. De winst voor docenten zit op vele vlakken alleen ze moeten het wel willen zien.

  4. Ik wil niet zozeer ingaan op de validiteit van het onderzoek maar het is al net als met leren Wilfred, doe je dat vooral formeel of informeel en waarvan leer je het meest.
    Het onderzoek is gericht op een formeel gebruik, dat zegt echter nog niet zoveel over de alledaagse praktijk en de alledaagse gebruikers, bovendien zijn er dan niet zo heel veel mensen nodig die Sakai of Moodle gebruiken om een ander beeld te schetsen.
    Het zou voor de Moodle gebruikersgroep misschien aardig zijn om eens na te gaan hoe vaak Moodle ingezet wordt, Sakai (lastiger te beheren) zal wel beperkt zijn.

  5. Ik ben erg blij met het positieve verhaal over Edu-route in de white paper. We doen ons best om nog meer ELO’s te kunnen koppelen. Maar dit valt of staat met de vragen die we hiervoor krijgen vanuit de opleidingen en de medewerking van de uitgevers.

  6. @manonbonefaas: collega’s kunnen elkaar het beste de toegevoegde waarde laten zien. Bij ons waren nogal wat docenten betrokken bij de keuze. Ze moeten ook een bepaalde mate van autonomie hebben mbt het gebruik.
    @Henk van Brussel: gericht op formeel gebruik klopt. Ik ben ook wel benieuwd naar het aantal docenten dat Moodle buiten de organisatie om in zet.
    @Ronnyvoorhuis: dat kan ik me voorstellen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.