Elementen van een effectief didactisch ontwerp van massive open online courses

Er wordt vaak kritiek geuit op het didactisch ontwerp van massive open online courses. Het inherent vrijblijvende karakter en het grote aantal deelnemers stelt hoge eisen aan het onderwijsontwerp van MOOCs. Hoe kun je omgaan met grote groepen lerenden? Hoe kun je lerenden gemotiveerd houden om te leren?

Design
Foto: refeia

Marisa Keramida heeft een artikel geschreven over het didactisch ontwerp van massive open online courses, ook in relatie tot de motivatie van lerenden. In deze blogpost wil ik de m.i. belangrijkste onderdelen samenvatten, en becommentariëren.

Keramida formuleert in de eerste plaats suggesties die te maken hebben met het omgaan met grote groepen lerenden.

  • Het is niet mogelijk om persoonlijke aandacht te besteden aan lerenden. Zorg daarom voor andere manieren van instructie en feedback. De facilitator geeft vooral extra informatie en tips ten behoeve van het leren, en het behalen van leerdoelen.
    Persoonlijk vind ik dat kort door de bocht geformuleerd. Het geven van persoonlijke aandacht is inderdaad schier onmogelijk. Maar je kunt als docent wel feedback geven op de rode draad van gemaakte opdrachten of gevoerde discussies. Dat kun je doen door bijdragen van lerenden diagonaal te bestuderen, of door een selectie van bijdragen uitgebreider te bestuderen en daar op te reageren. Docent-student interactie is belangrijk voor het succes van een cursus. Ik zou daar altijd in investeren.
  • Biedt zo wel verplicht als optionele leeractiviteiten aan, zoals opdrachten.
    Op zich is het belangrijk voor de motivatie om lerenden te laten kiezen. Niet alleen binnen een MOOC, maar ook binnen andere online en blended cursussen. Tegelijkertijd zijn verplichte leeractiviteiten alleen relevant voor lerenden die de MOOC met een certificaat willen afronden. MOOCs hebben een inherent vrijblijvend karakter. Dat maakt het lastig om leeractiviteiten te verplichten.
  • Maak gebruik van beoordelingen met gesloten vragen die automatisch worden beoordeeld. De docent kan zich dan focussen op het monitoren, op het geven van feedback op groepsactiviteiten en op het aanpassen van de MOOC.
    Het gebruik van automatische beoordelingen is inderdaad zinvol bij grote aantallen deelnemers. Schenk daarbij echter ook aandacht aan de feedback. Verder hebben automatisch beoordeelde assessments met gesloten vragen uiteraard wel onderwijsinhoudelijke beperkingen.
  • Bied zowel synchrone als asynchrone online leeractiviteiten aan. Lerenden moeten oom de gelegenheid hebben om met elkaar te communiceren.
    Wat mij betreft hebben synchrone leeractiviteiten binnen MOOCs nog meer voordelen. In de eerste plaats bieden ze structuur en regelmaat aan lerenden. Op de tweede plaats bieden ze docenten de gelegenheid om op een effectieve manier feedback te geven op de rode draad van opdrachten.

Nadat Keramida kort in is gegaan op het verschil tussen cMOOCs en xMOOCs -wat mij betreft een achterhaald onderscheid- beschrijft zij heel kort hoe bijvoorbeeld xMOOCs versterkt kunnen worden vanuit het perspectief van het constructivisme (leren door te doen, actief leren, problemen oplossen, onderzoekend leren) en social learning (door sociale media te gebruiken voor reflectie en het delen van persoonlijke ervaringen, meningen en ideeën).

In het laatste deel van haar bijdrage gaat de auteur in op manieren om lerenden te motiveren tot deelname. Zij stelt vier ‘technieken’ voor:

  1. Het gebruik van formatieve toetsen en toetsvragen. Lerenden krijgen daarmee zicht op de voortgang hetgeen ook motiverend werkt. Zij komen er ook achter waar zij nog extra in moeten investeren.
  2. Het gebruik van ‘progress bars’ die visueel maken wat lerenden al allemaal hebben gedaan (los van de behaalde leeruitkomsten).
  3. Het gebruik van gamification.
  4. Het gebruik van badges als bewijs van “a certain level of accomplishment”, die vervolgens bovendien gedeeld kunnen worden. In feite zijn badges een voorbeeld van gamification.

Deze vier ‘technieken’ zijn zinvol, en kunnen nog verder worden aangevuld. Bijvoorbeeld met het faciliteren van sociale interactie in groepen van bepoerkte omvang, zichtbare aanwezigheid door docenten (bijvoorbeeld via synchrone online sessies) of het bieden van een duidelijke structuur.

Het is overigens wel belangrijk om je te realiseren dat het didactisch ontwerp maar één van de factoren is die van invloed zijn op de motivatie van lerenden in een MOOC. Persoonlijke factoren zoals het vermogen om zelfgestuurd te leren of de mogelijkheid om leren met werken te combineren, spelen hierbij onder andere ook een belangrijke rol.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.