Geef met behulp van leertechnologie feedback die lerenden aan het denken zet (Wijze Lessen)

Wijze lessen. Twaalf bouwstenen voor effectieve didactiek” van Tim Surma cs is een groot succes. De relatie met leertechnologie kan deze bouwstenen echter verder versterken. In een aantal blogposts beschrijf ik daarom hoe je leertechnologie kunt gebruiken in het kader van deze bouwstenen. Vandaag bouwsteen 11: hoe kun je leertechnologie gebruiken voor het geven van feedback die lerenden aan het denken zet?

De auteurs benadrukken het belang van feedback als volgt:

Feedback is een van de krachtigste interventies om het leren van leerlingen te bevorderen. Het doel van feedback is om informatie te geven over waar leerlingen staan en ze houvast te geven bij het behalen van de leerdoelen. Het organiseren van effectieve feedback is echter complex. Als de feedback de leerlingen niet aan het denken zet en in actie brengt, is feedback ineffectief. Dan is eerst iets anders nodig.

Met behulp van feedback geef je lerenden houvast bij het leren en maak je duidelijk wat je van lerenden verwacht. Feedback wordt dikwijls gebruikt in combinatie met anderen bouwstenen. De auteurs onderscheiden binnen deze bouwsteen meerdere typen feedback zoals succesfeedback, interventiefeedback of directe feedback). Verder kan feedback worden gegeven door de docent of andere experts (al dan niet voorgeprogrammeerd), door ‘peers’ en door de lerende zelf (bijvoorbeeld aan de hand van een uitgewerkt voorbeeld).

Bij het geven van feedback in relatie tot leertechnologie zijn volgens mij drie elementen van belang. In de eerste plaats de kwaliteit van de feedback. Tim Surma cs gaan mede aan de hand van twee overzichtsstudies in op wat effectieve feedback is. Zo moet feedback in overzichtelijke eenheden worden gegeven, eenvoudig maar niet te simpel zijn, en specifiek en helder zijn. Feedback is bovendien meer dan een cijfer. Ook laat feedback zien hoe een bepaald probleem of opdracht opgelost kan worden. Feedback zou ook rekening moeten houden met het niveau van lerenden, maar niet gericht mogen zijn op de persoon van de lerende. De auteurs gaan verder ook in op feedup, feedback en feedforward.

Je kunt met behulp van leertechnologie gebruik maken van voorgeprogrammeerde feedback. Dat betekent bijvoorbeeld dat je als docent bij een test feedback kunt inbouwen. Je geeft aan welke feedback een lerende moet krijgen bij een goed of fout antwoord. Bij open vragen krijgen lerenden het antwoord te zien dat een docent zelf gegeven zou hebben. De docent is dan verantwoordelijk voor het formuleren van de feedback, en dus voor de kwaliteit van de feedback. Een belangrijk voordeel is dat lerenden direct feedback ontvangen. Een nadeel bij open vragen is dat feedback generiek en niet specifiek is. Het risico bestaat ook dat lerenden alleen naar de uitslag kijken en de feedback niet ter harte nemen. Ik kom hier in een aparte blogpost op terug.
Adaptieve systemen, bijvoorbeeld voor taal en rekenen, maken onder meer gebruik van oefeningen met feedback, al is de kwaliteit van de feedback niet altijd even goed.
Op dit moment is artificiële intelligentie binnen technology enhanced learning in opmars. Eén van de toepassingen hiervan is het kunnen analyseren van teksten van lerenden, om op basis daarvan interventies te plegen (zoals feedback te geven). Deze ontwikkeling heeft de potentie dat meer specifieke feedback gegeven kan worden. Ik ken echter nog geen toepassingen hiervan voor ons taalgebied. Ook heb je veel teksten nodig om analyses te kunnen maken en goede feedback te geven. Dit is in elk geval een ontwikkeling om in de gaten te houden.

Het tweede element is de vorm waarin feedback kan worden gegoten. Je kunt gebruik maken van geschreven feedback, gesproken feedback of feedback via video. Ik heb bijvoorbeeld voorbeelden gezien waarin een docent in een screencast een tekst van een lerende analyseert en illustreert wat de lerende beter had kunnen doen. Deze verschillende vormen hebben allemaal voor- en nadelen. Zo heb ik ooit via een kennisclip van hoogleraar Diane Laurillard begrepen dat lerenden beter luisteren naar feedback, dan dat zij feedback lezen. Bij wiskunde schijnt gesproken feedback echter minder goed te werken (je moet formules voor je zien). Tim Surma cs schrijven ook dat mondelinge feedback een meer subjectieve indruk kan wekken (o.a. vanwege de toon). Voor het inspreken van feedback kun je bijvoorbeeld al je smartphone gebruiken. Een meta-studie laat daarbij zien dat bij het bestuderen van teksten computer-gegenereerde feedback lerenden meer ondersteunt dan feedback die niet door een computer wordt gegeven (ik vermoed omdat deze feedback direct wordt gegeven).

Het derde element is het systeem waarmee je feedback kunt geven. Ik heb het al gehad over adaptieve systemen met oefeningen en feedback. Deze systemen passen zich aan aan het niveau van de lerende (op basis van data en condities). Verder kun je binnen digitale leeromgevingen via aparte functionaliteiten feedback geven op opdrachten. Soms heb je daarbij de mogelijkheid om feedback direct in te spreken. Meestal zul je echter een geluidsbestand als bijlage moeten toevoegen. Je hebt dikwijls daarbij ook de mogelijkheid om gebruik te maken van functionaliteiten voor peer feedback. Daarbij koppelt de docent lerenden aan elkaar voor het geven van feedback (handmatig of door de leeromgeving). Lerende A maakt dan een opdracht, lerende B ontvangt een notificatie om feedback te geven (bijvoorbeeld voor een deadline), lerende A verwerkt de feedback van lerende B. Uiteraard vergt dit proces de nodige voorbereiding. Lerenden worden wederzijds afhankelijk van elkaar. Het gaat daarnaast ook om het geven van kwalitatief goede feedback. Lerenden moeten dus voorbereid worden op het geven van peer feedback. Bij de KU Leuven vind je hierover meer informatie.
E-portfolio systemen bevatten meestal vergelijkbare functionaliteiten als digitale leeromgevingen voor het geven van (peer) feedback. Verder heb je ook annotatiesystemen die bedoeld zijn voor het geven van (peer) feedback op teksten van lerenden. Docenten kunnen daarbij vaak beschikken over een databank met standaardteksten die gebruikt kunnen worden voor het geven van feedback. Dat scheelt tijd, maar kan ten koste gaan van het specifieke karakter van feedback. Je kunt daarom ook standaardteksten combineren met persoonlijke teksten. Nota bene: het is sowieso aan te bevelen om een overzicht met standaard tekstelementen aan te maken voor het geven van feedback.
Tenslotte heb je ook aparte systemen voor het geven van feedback. Pitch2Peer is bijvoorbeeld bedoeld voor het geven van (peer) feedback op video’s die lerenden maken (kwalitatieve feedback en een kwantitatief oordeel). Een systeem als Feedback Fruits is vooral bedoeld om peer review te faciliteren (al bevat deze applicatie ook andere toepassingen). Feedpulse ondersteunt ook een specifieke manier van feedback geven. De applicatie Plexuz is weer specifiek ontwikkeld voor medische opleidingen.

Dit zijn slechts vier voorbeelden van aparte applicaties voor (peer) feedback. Deze applicaties kunnen vaak in meer of mindere mate geïntegreerd worden met je digitale leeromgeving (bijvoorbeeld via een zogenaande LTI-koppeling).

Je moet je echter realiseren dat applicaties en functionaliteiten voor (peer) feedback vaak een specifieke workflow hebben en soms zelfs onderliggende visie op (peer) feedback kennen. Je bent er dus niet met het aanschaffen van een applicatie of het gebruiken van een functionaliteit.

Zie ook:
1. Activeer relevante voorkennis met leertechnologie (Wijze Lessen)
2. Geef duidelijke, gestructureerde en uitdagende instructie met leertechnologie (Wijze Lessen)
3. Gebruik voorbeelden (Wijze Lessen)
4. Combineer woord en beeld (Wijze Lessen)
5. Laat de leerstof actief verwerken met leertechnologie (Wijze Lessen)
6. Gebruik leertechnologie om te achterhalen of de hele klas het begrepen heeft (Wijze Lessen)
7. Ondersteun bij moeilijke opdrachten met behulp van leertechnologie (Wijze Lessen)
8. Spreid oefening met leerstof dankzij leertechnologie over de tijd (Wijze Lessen)
9. Zorg met behulp van leertechnologie voor afwisseling in oefentypen (Wijze Lessen)
10. Gebruik leertechnologie voor toetsing als leer- en oefenstrategie (Wijze Lessen)

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Een reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.