Google + en leren (#in)

Gisteren heb ik een algemene impressie geschreven over Google +. Vandaag wil ik kijken naar het gebruik van deze applicatie voor leren. Ik ga daarbij o.a. in op een aantal Engelstalige bronnen die ik de afgelopen dagen ben tegen gekomen. Het is een selectie. Zie ook deze Scoop.it-editie over Google + en onderwijs, of de LiveBinder Google + for Educators. Aan het eind trek ik enkele voorlopige conclusies voor het onderwijs en leren in netwerken.

Het Edreach team kondigt een aantal bijdragen over Google + in het onderwijs aan. Daarbij lijkt de focus vooral op de verschillende functionaliteiten te liggen. De eerste blogpost gaat over 'targeting sharing' via de kringen. De auteur laat o.a. zien hoe gemakkelijk je berichten kunt delen met diverse doelgroepen. Als suggestie voor docenten geeft hij o.a. mee:

For teachers who have multiple sections of the same class, mix your students into discussion circles. The circle makes the discussion possible and is easy to monitor.

Iets om in de gaten te houden, deze serie.

Deze infographic van Technobombs vergelijkt Facebook en Google +. De samensteller heeft een duidelijke voorkeur voor Google +. Je ziet het aan de opbouw van de grafiek: daar waar Facebook 'wint' ontbreekt een beoordeling in de vorm van sterren. De auteur is vooral enthousiast over de kringen en de videogroepsruimte. De mobiele chat-optie blijkt (vooralsnog?) alleen gebruikt te kunnen worden op een Android-mobiel (net als de optie om foto's vanaf je mobiel te kunnen uploaden). In vergelijking met Facebook's 'Like' blijkt de +1 optie (waarmee je je waardering van een bijdrage kunt tonen), minder intuïtief te zijn.

Vanuit onderwijsperspectief zou je voorzichtig kunnen concluderen dat Google +, in vergelijking met Facebook, een aantal rijkere functionaliteiten voor leren heeft. Je kunt echter nog geen schoolpagina in Google + aanmaken. En uiteraard heeft Google + nog een lange weg te gaan als het gaat om de aantallen gebruikers. Facebook heeft echter laten zien dat dit erg snel kan gaan.

Jeff Young signaleert dat er -ondanks het zeer nieuwe karakter- al docenten zijn die Google + vanwege de mogelijkheid van besloten kringen in hun onderwijs willen gebruiken. Dankzij deze optie stuiten onderwijsgevenden niet op het dilemma of zij leerlingen wel of niet tot hun online vrienden moeten rekenen. Ook zijn de kringen geschikt voor onderzoeks- en projectgroepen. In deze bijdrage worden ook de chatoptie (voor een spreekuur) en de 'hang out'-videotool (voor groepen met maximaal tien deelnemers) als middelen voor leeractiviteiten genoemd. Er zijn volgens Young zelfs docenten die Google + als een alternatief voor een elektronische leeromgeving zien (zie ook Willem Karssenberg's bijdrage en de commentaren op Michael van de Wetering's analyse van Google +).

Volgens Audrey Matters kun je met Google + in vergelijking met andere sociale netwerken, de toegang tot besloten groepen beter regelen. Ook heb je nu de beschikking over een webbased videoapplicatie (een plugin is noodzakelijk). Het is volgens Matters wel de vraag of scholen Google + wel gaan toestaan. Facebook wordt ook dikwijls geblokkeerd.

In Will Google+ Replace Twitter or Facebook for Teachers? worstelt zij o.a. met de vraag wat je nu in Twitter moet doen, en wat in Google +. Je kunt Google + bijvoorbeeld niet gebruiken als medium voor conversaties over gebeurtenissen (vanwege het ontbreken van hash tags). De relatieve geslotenheid van Google + heeft, behalve voordelen, ook beperkingen als het gaat om netwerken.

Docente en zelfverklaard Google adept Nicole Dodd aarzelt ook geen moment. Zij wil deze applicatie ook gaan gebruiken voor samenwerkend leren, en zelfs als communicatiekanaal voor mededelingen over zaken als examens. De kringen ziet zij als een mogelijkheid

to integrate the many sides of ourselves personally and professionally

Martin Moran ziet in de 'hang out'-optie zelfs een mogelijkheid om het spreekuur op kantoor te vervangen. Dankzij webbased video kun je elkaar immers zien en spreken. Via de chattool 'Huddles' kun je altijd en overal contact onderhouden met lerenden (mits je op dit moment over een Android telefoon beschikt), terwijl je via 'sparks' links over onderwerpen snel en eenvoudig kunt delen met (andere) lerenden.

Peter Smith is ook enthousiast over de verschillende functionaliteiten van Google +. De 'hang out'-functionaliteit vergelijkt hij zelfs met Adobe Connect en Blackboard, wat mij zachtsgezegd nogal overdreven lijkt. De notificaties in de Google-taakbalk -als je bent ingelogd- vindt hij heel handig (maar kunnen, zoals alle notificaties, ook afleiden). Smith wacht met smart op integratie met Google Apps, op een integratie met Twitter, een iPad app en een betere manier om vrienden te zoeken.

George Siemens bekritiseert de manier waarop Google + op basis van macht en invloed suggesties doet om mensen te volgen. Op persoonlijk vlak, stelt Siemens, spelen dergelijke 'power laws' echter geen rol:

Google’s algorithm is whacked on how it recommends friends: it is recommending them based on power laws (who is most popular) not on my personal interests. This is a fundamental and significant misunderstanding of social networks. Network properties are different at a personal and social level than they are in public spaces. Worse, G+ is, with this friending approach, altering the influence of individuals in networks. Personal networks don’t need Lady Gaga’s. Public networks do. Google doesn’t get that.

Dit geldt ook voor onderwijs en leren. Je zou suggesties moeten krijgen op basis van de onderwerpen waar je mee bezig bent, de cursussen die je volgt of je interesses. Wat dat betreft is Google + voor verbetering vatbaar.

Samenvattend: Google + en onderwijs

Google + heeft onmiskenbaar een aantal rijke functionaliteiten waardoor je deze toepassing kunt inzetten binnen projecten of kleine groepen, waarbij lerenden samen leren. Ik mis daarbij wel de mogelijkheid om op een handige manier documenten uit te wisselen en samen te werken aan documenten. Een echte integratie met Google Apps zal, verwacht ik, een kwestie van tijd zijn. Het voordeel is ook dat onderwijsgevenden en lerenden zelf eigenaar zijn van de groepsomgeving, die vanaf elke computer met internetverbinding te bereiken is.

Ik ben positiever over het gebruik van Google + in het onderwijs, dan over Facebook (ik heb het uiteraard over leren, en niet over marketing en communicatie). Facebook heeft veel meer mogelijkheden, onder meer voor gaming, die 'afleidend' kunnen werken. Bovendien is het verschil tussen privé en school hier veel minder goed te maken.

Het gebruik van de 'hang out'-optie zal binnen scholen met gecentraliseerd ICT-beheer nog wat voeten in aarde hebben. Er zal een plugin moeten worden geïnstalleerd, en ik vraag me ook af wat de impact op bandbreedte en 'poorten' is.

Google + leent zich overigens minder goed voor onderwijs dat sterk uitgaat van 'top down'-lesgeven (docentgecentreerd, veel instructies). Het is, als het om onderwijs gaat, echt gericht op werken en leren in kleinere groepen.

De vergelijking met een ELO gaat wat mij betreft mank. Scholen gebruiken een ELO voor verschillende manieren van leren, voor het doen van mededelingen, voor het verstrekken van roosterinformatie en voor het registreren van een scala aan vorderingen van lerenden. Die mogelijkheid heeft Google + uiteraard niet. Daarnaast kennen ELO's vaak koppelingen met administratieve systemen waardoor lerenden en onderwijsgevenden automatisch in de ELO gegroepeerd worden, en niet apart hoeven in te loggen als zij al op het netwerk van de school zijn aangemeld. Bij Google + zie ik dat niet zo snel gebeuren.

Als een school al beschikt over een webbased ELO met de mogelijkheid om samenwerkend leren in flexibel in te richten groepsruimtes te faciliteren, dan is de toegevoegde waarde van Google + voor veel onderwijsgevenden van deze onderwijsinstelling m.i. beperkt.

Daarnaast heb ik er problemen mee als je docenten en leerlingen vraagt te werken met een toepassing die niet echt platformonafhankelijk is (Android heeft duidelijk een streepje voor).

Samenvattend: Google + en leren

Je leert echter niet alleen binnen tradionele klassen, maar bijvoorbeeld ook in communities en netwerken. Google + plus maakt het gebruikers, dankzij de kringen en de communicatietools, heel gemakkelijk om zelfgeorganiseerd leren over organisatiegrenzen heen vorm te geven. Een nadeel is wel dat deze manier van informeel leren sterk uitgaat van de initiatiefnemer van de kring. Je weet immers lang niet altijd dat je met elkaar in één kring zit. Ook kan iemand jou in zijn of haar kring stoppen, terwijl jij besluit hem of haar niet actief te volgen.

Je zult dit dus op de één of andere manier moeten organiseren. Bijvoorbeeld door een openbaar bericht te plaatsen dat je een kring over een onderwerp wilt starten, en dat belangstellenden via de '+1-optie' bij het bericht hun interesse kenbaar kunnen maken (ik heb daar gisteren al een voorbeeld van gezien).

Het gegeven dat jij door iemand samen met anderen in kringen geplaatst kunt worden, vergroot mijns inziens wel de kans om toevallig op interessante personen en expertise te stuiten. Wat dat betreft kan Google + 'serendipitous learning' faciliteren.

Ook in dit geval moet je je m.i. afvragen wat de toegevoegde waarde van deze toepassing is boven andere applicaties. Deze meerwaarde zit m.i. in een combinatie van aspecten:

  • De potentiële grote groep gebruikers. Wie gebruikt Google nu niet? Dit in tegenstelling tot Twitter.
  • Één omgeving die je op een natuurlijke manier voor verschillende doelen en doelgroepen kunt gebruiken.
  • De eenvoud van het vormen van diverse kringen.
  • De rijke, niet-overdadige, communicatiefaciliteiten

Zeker als deze toepassing op korte termijn wordt doorontwikkeld, is de potentie van Google + voor leren in netwerken aanzienlijk. Op dit moment heb ik echter ook nog steeds reserves.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

2 reacties

  1. Beste hypewatchers en collega innovatoren, mooi dat er al zo naar Google+ wordt gekeken. Maar sommige vergelijkingen gaan toch wel erg uit de bocht. Wilfred wat denk je van de bestaande indeling van formeel leren en informeel leren? En als je daar de bestaande omgevingen afzet tegen deze dan lijkt het mij duidelijk hoe G+ te positioneren. En als we dat dan gewoon eens lekker bij de gebruikers laten? Ennuh wat was ook al weer de leeftijdscategorie van gebruikers van Twitter?….
    Misschien dat iemand er eens Klout (http://www.cloudtools.nl/saas-samenwerken/review-online-software-klout-meet-invloed-op-social-web/) op loslaat? Ben benieuwd!

  2. @Heini Logtenberg: zoals je ziet gebruik ik dat onderscheid ook. Als is er m.i. geen sprake van een zwart-wit verhouding. Je kunt het onderwijs best voorzien van meer informele elementen. En natuurlijk zijn het nu nog de 30-40 ers die op grote schaal op Google + duiken. Twitter kent inmiddels ook heel wat jongeren. Ik durf te voorspellen dat dit bij Google + sneller gaat. Maar zoals je hebt kunnen lezen heb ik ook reserves bij dit sociale medium.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.