OEB2009: SchoolForum over gebruik ICT binnen (Duits) onderwijs

Woensdagmiddag heb ik als pre-conferentie van de Online Educa Berlin het SchoolForum bezocht, de '1st Berlin Forum on Technology and Learning Trends for Schools. De voertaal was Duits. Voor mij als geboren en getogen Kirchroadsjer jong is dat natuurlijk geen enkel probleem. Wij keken vroeger vooral Duitse TV, en speelden nagesynchroniseerde series na (lang gedacht dat Joe Cartwright uit Hamburg kwam).

Het SchoolForum was ook vooral bedoeld voor docenten (die hadden gratis toegang). Er waren er zo'n 180.

Bij binnenkomst werden we geconfronteerd met een mooie quote van John Dewey


"If we teach today as we taught yesterday, we rob our children of tomorrow".


Guus Wijngaards van Hogeschool InHolland was de enige non-native spreker. Guus ging in op een aantal relevante trends, en hun betekenis voor leren. Denk aan mobiele technologie ('als je leerlingen vraagt hun mobiel uit te zetten, dan zet je in feite hen uit') of cloud computing. Hij liet ook zien dat bij jongeren meerdere realiteiten door elkaar heen lopen (virtuele realiteit, augmented reality, 'echte' realiteit). Hij illustreerde dat de digitale wereld een vanzelfsprekend deel uit maakt van de leefwereld van jongeren, terwijl het onderwijs daar vaak nauwelijks bij stil staat. Bovendien houdt het onderwijs onvoldoende rekening met de grote diversiteit onder jongeren. Een boodschap die in Nederland vaker wordt verspreid. Duitsland -vooral het Duitse onderwijs- loopt wat betreft visieontwikkeling en het gebruik van technologie echter duidelijk achter op Nederland, zo bleek tijdens dit Forum.

Guus gaf ook aan dat technische vaardigheden van jongeren vaak worden overschat. Tijd voor reflectie nemen ze vaak niet. Lezen vinden ze moeilijk. Het onderwijs heeft daar volgens hem een taak in. Ook zou het onderwijs jongeren vooral structuur moeten bieden. Hij liet ook zien dat er een grote kloof bestaat tussen de gehanteerde leeractiviteiten in het onderwijs (kopiëren van een boek is nog steeds verreweg het belangrijkste), en de gewenste leeractiviteiten (zoals groepswerk en praktische dingen doen.

Guus ging ook in op kenmerken van een ideale leeromgeving, zoals:

  • Structuur
  • Creativiteit aanboren
  • Talenten ontwikkelen
  • Betekenisvol
  • Voorbereiden op meerdere beroepen, flexibel dus
  • Gemeenschappelijk verantwoordelijk voor leerproces en resultaat (eigenaarschap)
  • Ruimte voor co-creatie en co-productie
  • Combinatie informeel- formeel leren

In navolging van de Kennisnet-publicatie 'Vier in Balans' pleitte hij voor een evenwicht tussen visie, expertise (van alle betrokkenen), digitale leermaterialen en infrastructuur.

Guus Wijngaards ging ook in op de gewenste veranderstrategie Een ontwrichtende innovatie vond hij wel erg rigoreus. Hij pleitte daarom voor het zetten van kleinere stappen:

Lernmethoden   
 

Concrete voorbeelden van kleine stappen zijn:

  • Noem elke dag 1 leerling tot officele onderzoeker van het internet.
  • Benoem een officieel team voor kritisch reflectie.
  • Maak een podcast van wat je vorige week geleerd hebt.

Tenslotte ging Guus ook in op kenmerken van een effectieve docent als het gaat om het toepassen van ICT in het onderwijs. Creatief om kunnen gaan met het curriculum, bereid zijn een leven lang te leren en gericht zijn op samenwerking zijn daar voorbeelden van.

Een zelfverzekerde lerende zou dan volgens hem onder andere in staat moeten zijn om de juiste technologie voor de juiste taak te selecteren, weten hoe ICT hem bij leren kan ondersteunen en ICT vanzelfsprekend op een creatieve manier te gebruiken.

Je zou kunnen zeggen dat de eisen aan lerenden hoger zijn dan de eisen aan onderwijsgevenden.

Leren 2.0: wat zegt onderzoek?

Simon Heid ging kort in op leren 2.0. Volgens hem zet je daarbij niet alleen ICT in het onderwijs in, maar ook op een constructivistische manier. Heid besprak een aantal projecten die onder de categorie 'leren 2.0' vallen (zoals Welker's wikinomics). Hij ging daarbij vooral in op de factoren die 'leren 2.0' tot een succces maken, zoals:

  • Een inspirerende docent en ondersteuning door school. Belangrijk is ook een open, flexiblele organisatiestructuur.
  • Betekenisvol gebruik van tools en en een verstandige integratie van web 2.0 in het curriculum zijn essentieel (verbinding met regulier onderwijs).
  • Hanteer een goed gestructureerde omgeving. Zorg voor regelmatige updates en een kritische massa aan gebruikers en content.
  • Er is sprake van een uitgebreide toelichting tools en het nut dat zij hebben voor leren.
  • Belangrijk is een taakgerichte en informele communicatie tussen onderwijsgevenden en lerenden.
  • Het is van belang dat lerenden gezamenlijk leermaterialen ontwikkelen, identificeren en arrangeren.
  • Je moet gepersonaliseerde omgevingen mogelijk maken, waarbij de lerende centraal staat (bijvoorbeeld via individuele leerpaden).
  • Hanteer een mix van 'leerscenario's' (informeel-formeel; binnen- en buitenschools; face-to-face en afstandsleren; diverse didactische aanpakken).
  • Je motiveert lerenden door hen actief en ontdekkend te laten leren. Lerenden moeten zich eigenaar voelen van de content die zij zelf -mede- geproduceerd hebben.
  • Maak gebruik van stabiele en betrouwbare technologie.
  • Onderwijsgevenden moeten in staat zijn om nieuwe rollen (bijvoorbeeld van onderwijsontwikkelaar) op zich te nemen.

Wat mij uit dit overzicht opvalt, is dat veel van deze bevindingen al langer bekend zijn, en niet specifiek gelden voor 'leren 2.0'. Wat je wel ziet is dat web 2.0 van zichzelf 'affordances' heeft die bijvoorbeeld personalisering mogelijk maken.

Het interactieve whiteboard

Deel drie van deze sessie ging over het interactieve whiteboard (IWB). Eerst kwam een onderzoekster aan het woord, daarna een schooldirecteur. De onderzoekster vertelde eerst over een aantal veronderstellingen van voor- en tegenstanders van het gebruik van het IWB. Zo hopen voorstanders dat het IWB leidt tot beter onderwijs omdat je gemakkelijker gebruik kunt maken van multimedia (die hoop -zo vertelde zij terecht- bestond al toen de TV in het onderwijs werdt geïntroduceerd. Verder zou dynamische visualisering en interactiviteit beter mogelijk worden (leerlingen kunnen objecten manipuleren). Sceptici, daarentegen, vrezen dat IWB's leiden tot meer oppervlakkigheid, weinig verdiepend leren en meer afleiding. Ook dat is een oude discussie, zei de inleidster.

Wat betreft motivatie zie je hetzelfde verschijnsel. Voorstanders denken dat het IWB de motivatie van lerenden vergroot, sceptici denken dat het nieuwe er snel af zal zijn. Voorstanders denken verder dat het IWB goed te integreren is in de onderwijspraktijk. Sceptici zien technische problemen, en vinden het IWB een voortzetting van frontaal-klassikaal onderwijs met andere middelen.

Maar wat leert onderzoek? Zowel positieve als negatieve aspecten komen uit onderzoek naar voren. Positief:

  • Hogere motivatie en concentratie van leerlingen.
  • Het tempo van het onderwijs wordt verhoogd. Onderwijs wordt minder onderbroken door wisselingen van ICT.
  • Onderwijs wordt aanschouwelijker.
  • Et wordt intensiever gewerkt door leerlingen.
  • Andere technologieën worden eerder gebruikt.

Nadelen uit onderzoek:

  • Je hebt inderdaad te maken met technische problemen en docenten die er niet mee om kunnen gaan
  • Er is sprake van een toename van frontale fasen ten koste van individueel en groepswerk.
  • Veel thema's worden oppervlakkiger behandeld met het gebruik van interactieve whiteboards.
  • Mogelijkheden van het IWB worden niet uitgebreid benut.
  • Onderwijs verandert niet of nauwelijks via interactieve whiteboards. Maar -zo gaf de onderzoekster aan- innovaties hebben vaak langere tijd nodig.

Zij concludeerde ook dat interactieve whiteboards alleen niet leiden tot innovatie van het onderwijs, maar dat onderwijsontwikkeling en het werken met een IWB zijn wel twee kanten van dezelfde medaille. Verder geldt dat docenten met meer ervaring met ICT interactieve whiteboards innovatiever gebruiken. Interactieve whiteboards kunnen wel aanleiding zijn om na te denken over bestaande onderwijspraktijk.

De schooldirecteur bevestigde in feite dit verhaal. Volgens hem veranderingen IWB's opvattingen van leerkrachten over leren niet. Zij maken evenmin slecht onderwijs goed.

Hij stelde eveneens dat je docenten niet kunt laten mee beslissen over de implementatie van ICT als zij niet eens ervaren hebben wat de mogelijkheden zijn van technologie. Hij verzetten zich ook tegen de opvatting dat onderwijsgevenden eerst een concept over het werken met een IWB moeten ontwikkelen, voor zij er ervaring mee hebben opgedaan.

Veel Duitse docenten bestrijden nog steeds de zinvolheid van interactieve whiteboards. De schooldirecteur gaf tot mijn verbazing ook aan dat er nog steeds docenten zijn die thuis geen computer of internet hebben. Het gebruik van interactieve whiteboards heeft op zijn school geleid tot meer ICT-competenties van docenten. Hij stelde eveneens dat leerkrachten een beroepsprobleem hebben. Zij moeten leerlingen voorbereiden op beroepen waar zij geen flauw idee van hebben.

Na een debat -dat niet veel nieuwe inzichten opleverde- ging het SchoolForum uit elkaar. Ik heb toen bij een presentatie en een gesprek gezeten over een initiatief –Bibernetz– op het gebied van "Medienbildung" (zeg maar digitale geletterdheid). Het betrof hier een project waarmee onderwijsgevenden hun bekwaamheden op het gebied van mediapedagogiek kunnen vergroten. 

Behalve informatie, richt dit project zich op communityvorming. Ook kunnen onderwijsgevenden er online lessen volgen rond diverse thema's. Kenmerkend was de aansluiting van mediapedagogiek op bestaande thema's die met kinderen behandeld worden (zoals je eigen leefomgeving). Lerenden ontwikkelen foto's, video, podcasts, kaarten op Google Maps en leren al doende over privacy, copyright, het manipuleren van afbeeldingen, enzovoorts. Erg leuk.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.