#OWD09: het puberbrein binnenstebuiten

Eén van de bijdragen van de Onderwijsdagen 2009 waar ik naar uit heb gekeken, was de keynote van Huub Nelis, co-auteur van het populaire boek "Puberbrein binnenstebuiten". Het boek staat thuis op de boekenplank, maar ik heb het nog niet gelezen.

Nelis wist zijn boodschap op een goede en afwisselende manier over het voetlicht te brengen, onder meer door het gebruik van filmpjes. Ik vroeg me echter wel soms af of zijn uitspraken over de werking van hersenen altijd gebaseerd waren op onderzoek. Nelis werkt immers bij een communicatiebureau. Ik kreeg de associatie met de auteurs van de Generatie Einstein, waarvan we inmiddels ook weten dat deze publicatie nogal wat generalisaties en mythes bevatten (en waarvan gezegd werd dat zij evidence-based waren) . Bovendien moest ik denken aan een uitspraak van Robert-Jan Simons: alles wat de neurowetenschappers ons vertellen over leren, is vooral een bevestiging van wat we al wisten.

Nelis gaf aan dat hij met een puberbrein doelt op het brein dat nog in ontwikkeling is (en dat duurt schijnbaar tot 25 jaar). Wat betreft hun emotionele, fysieke en biologische ontwikkeling zijn jongeren eigenlijk niet veranderd. Wel is het zo dat jongeren vandaag de dag over andere communicatiemiddelen beschikken en bijvoorbeeld altijd online zijn, en altijd verbonden met hun vrienden. Vrienden zijn voor jongeren nog steeds belangrijk, zij zijn nog steeds op zoek naar een eigen identiteit (en daar gebruiken zij nu ook technologie voor), en zij zijn nog steeds onzeker.

Helaas ging Nelis niet in op de vraag of de communicatiemiddelen an sich van invloed zijn op het gedrag van jongeren (denk aan de opvattingen van Marshall Mcluhan). Wat ook niet is veranderd, zijn de klachten over de 'jeugd van tegenwoordig' (Nelis illustreerde dat met een mooi filmpje uit de jaren dertig).

Wat volgens Huub Nelis wel veranderd is, is dat de samenleving anders naar jongeren is gaan kijken. De jongerencultuur is steeds dominanter geworden, jongeren worden sneller volwassen. Volwassenen worden onzeker over hoe zij zich in consumentensamenleving moeten gedragen (ouders checken bij hun kinderen wat hip is), en zij overschatten de competenties van jongeren.

Dat leidt er bijvoorbeeld toe dat volwassenen geneigd zijn jongeren vanaf hun 12de leeftijd vrij te laten, terwijl de jeugd juist dan ondersteuning en structuur nodig hebben. Zij zijn emotioneel namelijk nog niet toe aan vrijheid.

Nelis stond lang stil bij de rol van de frontalkwab ("regiseur van de hersenen"), die zorgt voor het evenwicht tussen de linker en rechter hersenhelft. Deze frontaalkwab is pas rond de 25 jaar uitontwikkeld. Dat maakt bijvoorbeeld dat jongeren moeilijker verbindigen kunnen leggen tusssen de hersendelen en daardoor minder snel een helikopterview hebben. De ratio is minder goed ontwikkeld. Ook zijn pubers op basis van de werking van bepaalde stoffen in de hersenen emotioneel en op zoek naar kicks.

Volgens Nelis zijn jongeren ook minder goed in staat om keuzes te maken, waarvan de impact pas veel later merkbaar is (denk aan beroepskeuzes). Dat geldt ook voor andere competenties die de huidige samenleving vraagt (zoals
conflicten vreedzaam hanteren en een empathisch vermogen hebben).

Jongeren interpreteren volgens Nelis emoties ook vaak negatiever dan je bedoeld. Ze zijn gevoeliger voor belonen, en kunnen slechter omgaan met kritiek. Het feit dat zij vaker risico's zoeken, is volgens de spreker ook te wijten aan de werking van hormonen. Jongeren worden daardoor roekelozer, impulsiever en hebben stemmingswisselingen. Je doet dan dingen waar je later spijt van krijgt. Nelis liet een filmpje op YouTube zijn over een knul die zijn broek in brand steekt. (Ik moest ook denken aan een hilarisch fragment uit een BBC serie over jongen die puber wordt).

In zijn toespraak ging Nelis ook in op de rol van de beïnvloeders. Zij moeten jongeren behoeden dingen te doen waar ze later spijt van krijgen. Beïnvloeders zijn dan de naaste familieleden thuis, leeftijdsgenoten, school, en overige opvoeders (zoals scouting, buren).

Een lastige daarbij is volgens Nelis dat bijna alle ouders hun eigen kinderen overschatten. Jongeren weten namelijk niet meer van sex, internet, etc. Vraag daarom aan kinderen waar ze mee bezig zijn. Stel je open en vragend op.

Zorg dat de sfeer in je klas goed is en dat je verbinding maakt met je leerlingen. Op latere leeftijd (15+) kunnen jongeren geneigd zijn te veel bij elkaar informatie te zoeken, ipv bij ouderen. En dan kunnen ze een tunnelvisie ontwikkelen en verkeerd spoor gezte worden.
Jongeren die het thuis niet kunnen vinden en bij leeftijdsgenoten ook niet, die moeten terugvallen op andere opvoeders.

Huub Nelis had ook een aantal tips voor het onderwijs:

  • Creëer verbinding. Je kunt niet iemand dwingen om te leren. Motivatie is de basis voor leren en verbinding verhoogt de motivatie. Het 'knuffelhormoon' wordt ook aangesproken als een docent verbinding weet te maken door oprechte interesse te tonen, persoonlijke waardering, complimenten, te belonen. Geef jongeren ook complimenten waar andere jongeren bij zijn.
  • Denk voortdurend na hoe je jongeren benadert. Kaders, grenzen en structuur zijn heel belangrijk voor jongeren. Geef inzicht in het leerproces, schep duidelijkheid. Jongeren moeten weten waarom zij leren. Wat gaan we doen en waarom? Dan kun je effectiver en doelgerichter aan de slag.
  • Help jongeren om goede keuzes te maken. Veel jongeren hebben geen idee met hun toekomst aanmoeten. Het ideale keuzeproces bestaat uit de stappen: inspiratie (bijv. via een rolmodel), informatie (feitelijke), bevestiging (door beïnvloeders). Rond de 18de leeftijd worden leeftijdsgenoten daarbij het belangrijkst.
  • Persoonlijk, persoonlijk, persoonlijk
  • Laat jongeren eens vertellen wat zij vinden dat je beter kunt doen als docent. Maar ga niet uitleggen of verdedigen.

Zinvolle aanbevelingen, dat zeker. Maar wisten we dat niet al? Of is een dergelijke boodschap nog steeds noodzakelijk omdat menig onderwijsgevende deze aanbevelingen nog steeds niet in de praktijk breng en jongeren vooral negatief benadert en zich richt op wat fout gaat en niet goed is?

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.