Promotie Pierre Gorissen over recorded lectures #reclec

Vandaag is Pierre Gorissen (@petermcallister) gepromoveerd op onderzoek naar het gebruik van opgenomen hoorcolleges. Wat zijn de belangrijkste conclusies?

De laatste jaren maken universiteiten en hogescholen steeds vaker gebruik opgenomen hoorcolleges. Binnen afstandsonderwijs, schrijft Pierre, wordt al langer gebruik gemaakt van opgenomen colleges. De sterk verbeterde mogelijkheden van internettechnologie hebben 'recorded lectures' binnen het traditionele hoger onderwijs een impuls gegeven.

Pierre heeft onderzocht hoe studenten gebruik maken van opnames van colleges en hoe instellingen een effectief gebruik van opgenomen colleges kunnen faciliteren. Hij stelt dat bestaand onderzoek op dit terrein diverse tekortkomingen kent.

Zijn belangrijkste conclusies zijn volgens mij:

  • Studenten gebruiken recorded lectures voor het incidenteel of structureel vervangen van hoorcolleges, maar ook voor het voorbereiden van tentamens, het bestuderen van materiaal als voorbereiding op een volgend college of voor het beter onthouden van de leerstof. Slechts een kleine groep studenten geeft de voorkeur aan opnames boven het bijwonen van live colleges. Colleges op maandagochtend of vrijdagmiddag lopen een grote kans om gemist te worden. Tentamendata en inleverdata zijn bepalender voor het gebruik van opgenomen colleges dan gedacht werd.
  • Studenten van Fontys gebruiken opgenomen colleges op een andere manier dan studenten van de TU Eindhoven (o.a. voor het verminderen van afleiding tijdens colleges of het controleren van aantekeningen).
  • De kwaliteit van colleges is voor de studenten geen doorslaggevende reden om wel of niet naar opnames te kijken. Als een docent alleen een bord gebruikt -het komt nog steeds voor- dan worden 'recorded lectures' minder vaak bekeken.
  • Studenten maken veel minder intensief gebruik van opgenomen colleges dan zij beweren. Zeventig procent van de studenten zegt 75-100% van de opnames te hebben bekeken, terwijl dat in werkelijkheid voor nog geen 3% van de studenten geldt. Een erg groot verschil! Tentamendata en inleverdata zijn bepalender voor het gebruik van opgenomen colleges dan gedacht werd.
  • Er zijn aanwijzingen voor een positief verband tussen het gebruik van opgenomen colleges bij tentamenvoorbereiding en de slaagkans voor het tentamen.
  • Studenten die binnen opnames navigeren via tags die zijn aangebracht door een expert, bekijken minder opnames maar scoren beter bij tentamens dan studenten die geen gebruik maken van tags.
  • Tags die zijn aangebracht door studenten naast tags van experts, bieden meerwaarde. Zij helpen o.a. docenten bij het analyseren van de moeilijkheidsgraag van colleges. Zij geven studenten ook een beeld van de moeilijkheidsgraad van (delen van) colleges. Studenten taggen rond tentamens intensiever.

Pierre heeft ook een uitgebreide website gemaakt over dit onderzoek. Zijn proefschrift is hier te vinden. Net als video's die horen bij zijn proefschrift.

Tijdens de promotieplechtigheid heeft Pierre eerst een samenvatting van zijn dissertatie gegeven. Vervolgens mocht Martin Valcke de eerste vraag stellen. Hij was blij dat hij zijn commentaar niet via tagging te hoeven leveren. Hij vroeg zich af wat Pierre's definitie van leren is, in relatie tot zijn onderwerp. Pierre peutert namelijk in de ziel van een onderwijskundige. Pierre stelde dat hij het onderwijs bij de TU Eindhoven en Fontys als een gegeven beschouwde. Hij heeft dus geen expliciete definitie van leren gehanteerd. Valcke vroeg zich echter af of je zonder uit te gaan van een leertheorie wel uitspraken kon doen over de invloed van taggen of van stoppen en terugspoelen op het leren. Pierre stelde dat hij ook geen stringente uitspraken hierover heeft gedaan. In feite heeft Pierre een ander type onderzoek uitgevoerd dan waar Martin Valcke op doelt.

Vraag twee werd door Peter Sloep gesteld. Hij vroeg zich af of studenten niet hun eigen ijkpunt moeten zijn bij taggen. Pierre concludeert dat de kwaliteit van tagging door studenten wel voldoende is. Kwaliteit van taggen moet je volgens hem meten aan wat studenten er zelf aan hebben. Pierre stelt dat studenten goedwillende amateurs op het onderwerp zijn, terwijl docenten als expert wel degelijk meerwaarde hebben. Hij illustreerde dat studenten ook tags toevoegen waar niemand -ook zijzelf- niets meer aan hebben. Peter vroeg zich ook af of je rond taggen niet meer verklaringen zou kunnen geven, dan nu het geval is, als je meer over studenten zou weten. Volgens Pierre zou dat inderdaad een goede vervolgvraag voor onderzoek zijn.

Hoogleraar Van Aalst vroeg zich af of Pierre niet geavanceerde analysetools op het gebied van processmining had kunnen toepassen. Hij vroeg bijvoorbeeld wat clustering tot conclusies had kunnen leiden, en of de data niet gebruikt zou kunnen worden voor feedback voor docenten. Pierre stelde dat tools voor web lectures niet rapportagemogelijkheden bevatten die je als docent zou willen hebben. Mede op basis van dit onderzoek heeft de leverancier van de tool de rapportagemogelijkheden wel al heeft verbeterd. Ook gaf hij aan dat andere manieren van analyseren goed zijn voor een vervolg.

Professor Bergen ging in op de relevantie van het onderzoek. Pierre heeft een beschrijvend onderzoek uitgevoerd. Hij vroeg zich af of Pierre niet beter had kunnen starten met het activeren van hoorcolleges, en daarna was gaan kijken naar het gebruik van web lectures. Zou je geen leerperspectief hebben moeten kiezen, in plaats van een instructieperspectief? Is Pierre niet te technologisch van aard? Pierre gaf aan dat hij inderdaad meer onderwijstechnoloog is, dan onderwijskundige. Hij stelde ook dat bij de start van het onderzoek nog niets bekend was over het gebruik van recorded lectures. Nu zou je wel betere antwoorden kunnen geven op vragen over effectiviteit. Wordt vervolgd.

Jan van Bruggen voelde Pierre aan de tand over een stelling of we niet te slaafs achter ontwikkelingen in de VS aan lopen. Wie nemen het onderwijs op sleeptouw richting de valkuilen? Pierre stelde dat de ontwikkeling en invoering van ICT in het onderwijs een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van diverse betrokkenen. Je kunt dus ook niet één schuldige aanwijzen bij mislukkingen.

En toen kwam de pedel binnen, en was het tijd. Het 'còrtege' trok zich terug voor overleg. En daarna was het tijd voor warme woorden en felicitaties.

Van harte, Pierre!

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.