Sociale netwerken en de participatie in kennisstromen

John Hagel III en John Seely Brown verbinden social networking met het delen van implicete kennis. Het gaat er bij netwerken niet meer om wie je kent. Cruciaal, vandaag de dag, is hoe je participeert in "knowledge flows".

Impliciete kennis is heel lastig 'tastbaar' te maken en 'vloeit' daarom maar moeilijk. Hagel III en Seely Brown schrijven hierover:


Accessing this kind of knowledge requires long-term trust based relationships and a deep understanding of context.


Grootschalige databases met contacten voldoen volgens de auteurs niet aan die voorwaarden. Zij pleiten voor een andere benadering, die uitgaat van het creëren van begrip voor wat de ander bezig houdt.


This requires intense curiosity, deep listening and empathy that seeks to understand the context that other person is operating in. It also requires willingness to disclose vulnerabilities, since it is often hard to get the other person to share their most challenging issues without a sense that you are willing to do the same.


Je gaat dus binnen je relatienetwerk actief op zoek naar mensen die geboeid zijn door dezelfde thema's als jij, en die bereid zijn op basis van wederkerigheid kennis met elkaar te delen.


John Hagel III en John Seely Brown denken ook dat het belangrijk is dat je mensen met relevante kennis en een gemeenschappelijke belangstelling aan je weet te binden. Het verschil met de traditionele manier van netwerken zit 'm er in dat je niet ventileert waar je goed in bent, maar wat je bezig houdt.


Deze benadering stelt volgens mij niet alleen hoge eisen aan lerenden (o.a. je kwetsbaar en open op durven stellen), maar ook aan organisaties. Organisaties moeten medewerkers niet alleen de ruimte en faciliteiten geven om op deze manier te netwerken. Zij zullen er ook in moeten vertrouwen dat een open en kwetsbare houding, en het participeren in 'kennisstromen' waardevol is voor de organisatie. Dit geldt nog sterker als medewerkers deelnemen aan social netwerken die niet beperkt blijven tot de eigen organisatie.


Helaas geven de auteurs geen concrete voorbeelden van hoe technologie kan bijdragen deze manier van netwerken. Ik kan me er echter wel wat bij voorstellen.


Facebook (en ook Twitter) heeft bijvoorbeeld de mogelijkheid om lijsten aan te maken waar je je 'vrienden' aan toe kunt voegen. Die lijsten zou je vervolgens als 'circles of trust' kunnen gebruiken (nu is dat onvoldoende mogelijk). Dat betekent bijvoorbeeld dat je bepaalde berichten kunt delen met specifieke lijsten. De samenstelling van die lijsten kan voorts veranderen, aangezien je relatie met de leden van je netwerk aan verandering onderhevig is.


Linkedin zou kunnen worden aangevuld met een onderdeel 'Wat houd mij bezig?'. Ook daarbij zou je moeten kunnen differentiëren (wie mag wat zien?).


Ook zouden deze social media netwerk statistieken moeten bevatten die aangeven in hoeverre iemand kennis deelt met anderen (en in hoeverre anderen dat waarderen). Vergelijk het met het aangeven van favoriete Twitterberichten. En door actief te bloggen kun je andere professionals aan je binden.


Hagel III en Seely Brown richten zich wat mij betreft op een deel van het gebruik van social networking voor 'kennisstromen'. Zij besteden geen aandacht aan het gebruik van social media voor serendipiteit leren.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

2 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.