Technologiekompas voor onderwijs legt te veel nadruk op invloed technologie #kntrendrapport

Vandaag is het “Kennisnet Trendrapport 2014/2015, technologiekompas voor het onderwijs” verschenen. Ondanks dat hier al door Pierre Gorissen over is geblogd, heb ik ook behoefte om dat te doen. Wat valt mij op?

Hypecycle
Bron: Kennisnet

Volgens Kennisnet hebben nieuwe technologieën een enorme invloed op het functioneren van het onderwijs. Daarom analyseert Kennisnet nieuwe technologietrends en de invloed ervan op actuele onderwijsvraagstukken. Kennisnet heeft samen met onderzoeks- en adviesbureau Gartner negen relevante technologieën geïdentificeerd die volgens hen voor het Nederlandse onderwijs het meest relevant zijn. De auteurs maken, net als ik dat doe, een onderscheid tussen hypes en trends.

Als kader heeft men Gartner hype cycle gebruikt, en heeft men een swot-analyse per technologie gemaakt (sterke kanten, zwakke kanten, kansen en bedreigingen voor het onderwijs. Het trendrapport wil scholen volgens eigen zeggen helpen bij het maken van keuzes rond ict-dilemma’s. Het is vooral de swot-analyse, en de daaropvolgende strategische overwegingen, die beslissers kunnen helpen het gesprek te voeren over deze dilemma’s. Dat vind ik een groot pluspunt. Op basis van gesprekken die over deze elektronische versie gevoerd gaan worden, wil Kennisnet in het voorjaar van 2014 een voorlopig definitieve -papieren- versie produceren.

Kennisnet beschrijft in het tweede hoofdstuk vier onderwijsvraagstukken, en de rol die ict kan vervullen bij het vinden van een antwoord op dit vraagstuk. Het eerste vraagstuk is ‘personalisering’: elke lerende moet onderwijs krijgen dat past bij de talenten, leerkenmerken en mogelijkheden van het individu. De auteurs stellen dat personalisering op verschillende manieren vorm kan krijgen. Zij menen ook dat personalisering gerealiseerd kan worden met het dominante ‘leraargestuurde’ onderwijs. Helaas werkt men dat niet verder uit. Ik betwijfel overigens of dit mogelijk is. Volgens mij is het inherent aan ‘leraargestuurd’ onderwijs dat het NIET gepersonaliseerd is. Gedifferentieerd onderwijs is immers wat anders dan gepersonaliseerd of adaptief onderwijs.

Het tweede vraagstuk is samenwerking met een sterk veranderende en dynamische omgeving. Technologie speelt daarbij een rol door plaats- en tijdsonafhankelijke communicatievormen te helpen faciliteren. Vraagstuk drie heeft te maken met kwaliteit en meten, en opbrengstgericht werken. Daarbij gaat het om het verzamelen en verwerken van data en informatie ten behoeve van terugkoppeling ten aanzien van de kwaliteit van het onderwijs. Het vierde en laatste vraagstuk heeft te maken met doelmatigheid en kostenbeheersing.

Hoofdstuk drie introduceert vervolgens de technologietrends die in de volgende hoofdstukken in vier clusters verder worden uitgewerkt. Daarbij valt me op dat de auteurs niets zeggen over de aanpak die zij hebben gehanteerd.

  1. Het ict-fundament wordt gevormd door cloud computing, diverse (persoonlijke) devices en een betrouwbare en flexibele connectiviteit. Ik vind het begrijpelijk dat Kennisnet hier separaat aandacht aan besteed. Er zijn nog steeds scholen (of onderdelen binnen scholen) waarbij dit fundament nog niet op orde is. Opvallend hierbij is dat cloud computing hiertoe behoort. Normaliter is dat geen vanzelfsprekende keuze voor onderwijsinstellingen. Cloud computing hoort echter bij het fundament omdat Kennisnet een ‘privé cloud’ ook tot cloud computing rekent.
  2. Datagedreven onderwijs. Daarbij doelt men op de relevantie van ‘big data’ voor het onderwijs, met learning analytics, adaptief digitaal leermateriaal en de persoonlijke leeromgeving als drie nauw met elkaar samenhangende componenten.
  3. Do It Yourself technologie. Eindgebruikers zijn veel gemakkelijker in staat om met behulp van technologie te maken. 3D printers zijn hier een voorbeeld van.
  4. Slimme sensoren. Hiermee doelt Kennisnet onder meer op het ‘Internet der Dingen’: intelligente apparaten die met elkaar via internet interacteren, en op de ‘Quantified Self‘-ontwikkeling waarbij mensen via sensoren gegevens verzamelen (bijvoorbeeld over hun gezondheid) om dat met elkaar te delen. Over deze ontwikkeling schrijft men dat we hierbij pas aan het begin van Gartner’s hypecycle staan.

Sociale media, online video en de elektronische leeromgeving komen ook bij het ict-fundament en de persoonlijke leeromgeving aan bod. Ik had verwacht dat deze toepassingen een meer aparte plek in het rapport hadden gekregen (de digitale leer – en werkomgeving waar de persoonlijke leeromgeving deel van uit maakt?).

Wat me opvalt in deze rapportage is de eenzijdige aandacht voor de invloed van technologie op ons onderwijs. Didactiek en onderwijsontwerp lijken er niet veel toe te doen of worden geautomatiseerd binnen datagedreven onderwijs. In mijn optiek is er echter veel meer sprake van complexe interactie tussen sociale, culturele, economische en technologische ontwikkelingen, en veranderende opvattingen over leren, opleiden en onderwijs. Deze interactie maakt de invoering van technology enhanced learning ook zo veel meer complex dan de invoering van technlogie op zich.

De auteurs bekennen zich met dit rapport feitelijk tot het technologisch determinisme. Zij beschouwen ict als drijvende kracht van maatschappelijke ontwikkelingen, en ook op het onderwijs. Zij gaan daarbij echter voorbij aan het feit dat tot dusver de invloed van ict op het onderwijs betrekkelijk gering is geweest.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

8 reacties

  1. Hoi Wilfred,

    Het zou me eigenlijk verrassen als het simpele gegeven dat ik er al over geschreven had voor jou ooit voldoende reden zou zijn om er niet over te schrijven. 🙂
    Maar dat even terzijde: je bericht triggert me wel om toch nog eens naar het rapport te kijken. Persoonlijk had ik er namelijk geen “ict als drijvende kracht van maatschappelijke ontwikkelingen” boodschap uit gehaald, maar wellicht is dat ook omdat ik zo veel puur ICT gerelateerde berichten lees waarbij ik dan zelf de didactische inpassing/toepassing moet verzinnen dat ik daar gewoon overheen lees.
    Hoe dan ook lijkt het me een belangrijke boodschap aan de auteurs: als ze het niet zo zien als dat jij het leest, dan is het handig om dat in de definitieve versie aan te passen!

  2. Beste Wilfred en Pierre,

    Ik vind het erg fijn om te zien dat jullie het rapport zo snel en zo goed hebben gelezen, dat beschouw ik als een compliment van twee edubloggers zoals jullie.
    We hebben vele afwegingen en keuzes gemaakt bij het al of niet incorpereren van trends en mogelijke ordeningen van trends in clusters (daar hebben we onze eigen visie en expertise toegepast en de relaties toegelicht in de inleidingen van de hoofdstukken). Maar één keuze was in elk geval duidelijk. Kennisnet is niet het instituut dat onderzoek doet naar of uitspraken doet over didactiek of onderwijsontwerp. Daar zijn andere instituten beter toe uitgerust.

    Wel nemen we als startpunt een onderwijsvraagstuk zoals bestuurders dat met ons besproken hebben en waarvan zij verwachten dat technologie een rol kan of zal spelen. We willen namelijk wel een duidelijke verbinding leggen naar het onderwijs vanuit onze expertise: die van ontwikkelingen in informatietechnologie. Je noemt dat technologisch determinisme, ik noem dat focus 😉
    In hoofdstuk 1, de impact van technologie op onderwijstaken, schetsen we daarom ook dat de wortels van het onderwijs sterk worden beinvloed door technologie maar in hun kern niet veranderen.

    Personalisatie is een concept waar we ons in verdiepen, er zijn vele interpretaties. In de vier in balans monitor heeft Kennisnet een mogelijk onderscheid in soorten en gradaties van personalisatie aangegeven. We hebben ook met interesse gekeken naar het werkt van Barbary Bray en Kathleen McClaskey die ook verschillende soorten/gradaties van personalisatie onderscheiden. We beogen daar geen definitieve beschouwing van te geven, wel koppelen we de in onze ogen relevante technologie.

    In mijn nawoord heb ik een standpunt willen innemen, een trendrapport dat zich slechts baseert op wat al genoegzaam bekend is vind ik zelf minder interessant. Ik doe veronderstellingen, die baseer ik op allerlei stukjes informatie en op basis daarvan doe ik educated guesses. Ik zie vooral waarde in de discussie over de juiste rol van ict in het onderwijs. Dat die er is en dat die significant is dat is mijn absolute overtuiging. Enerzijds kun je dat verwachten van een informaticus die werkt als manager innovatie bij stichting Kennisnet (missie: laat ict werken voor het onderwijs), ik heb zo mijn overtuigingen die zichtbaar zijn in mijn keuzes. Anderzijds schetsen we ook waarom we dat denken in het rapport. Ik heb dat gisteren nog eens verder geprobeerd toe te lichten op onze innovatie blog. Daarin heb ik benadrukt dat als ik beweer dat ik overtuigd ben van een belangrijke rol van ict in onderwijs ik daarmee geenzins bedoel dat onderwijs alleen nog maar om ict draait.

    Nogmaals dank voor jullie geinformeerde reacties en postiief kritische commentaren.
    Vriendelijke Groet,
    Michael van Wetering
    Manager Innovatie, Stichting Kennisnet

  3. Hartelijk dank voor je reactie, Michael. Ik snap dat je keuzes moet maken, en dat elke ordening arbitrair is. Waar ik me wel over verbaas is dat jullie geen uitspraken willen doen over didactiek of onderwijsontwerp. Het gaat mij er niet om dat je je uitspreekt voor of tegen een bepaalde visie, maar dat je kijkt naar de wisselwerking tussen didactiek en technologie. Die wisselwerking beïnvloedt immers in sterke mate hoe ICT in het onderwijs gestalte krijgt. Ik zou het bijvoorbeeld ook vreemd vinden als instituten die zich vooral bezighouden met onderwijsontwikkeling NIET zouden kijken naar technologische ontwikkelingen. Dat is niet meer te scheiden. Ik vind het een verkeerd vorm van verzuiling (eigenlijk is dit een pleonasme), die m.i.vooral wordt veroorzaakt door de politieke angst om in elkaars vaarwater te komen. In jullie 4W-uitgaves besteden jullie daar wel nadrukkelijk aandacht aan, waarbij je ook nog eens kijkt naar wat werkt en niet werkt. Ik vind dat ook een goede zaak. Het TPACK-model -waar jullie ook terecht de nodige aandacht aan hebben besteed- gaat daar ook van uit. Verder mag iedereen zijn overtuigingen hebben over de invloed van ICT. Ik houd me sinds eind 1995 bezig met internettechnologie en leren. Ik heb veel beloftes voorbij zien komen, aankondigingen van revoluties, maar ik zie tegelijkertijd dat de impact op het bestaande onderwijssysteem vooralsnog klein is. Ik zie wel dat internettechnologie (en vooral sociale media en mobiele en draadloze technologie) mensen veel beter dan eerder in staat stellen om zelfgeorganiseerd in netwerken te leren. Al moeten we de omvang van de groep die dat doet, ook niet overschatten (zeker in verhouding tot de groep die niet op die manier leert). Daarom beschouw ik technologie is dus onderwerp van onderwijs, en als middel, enabler en katalysator van beter en onderwijs. Altijd in interactie met o.a. opvattingen over leren.

  4. Hoi Wilfred,

    Je slaat de spijker op zijn kop denk ik. Het is vooralsnog inderdaad een bewuste keuze van Kennisnet om over didactiek of onderwijsontwerp geen standpunt in te nemen of eigen visie te poneren. We besteden er inderdaad wel aandacht aan in o.a. 4W maar je zult ons daar geen standpunten zien innemen zoals we op ICT wel doen in de 4 in balans monitor en nu het trendrapport.
    Als onderdeel van de nadere samenwerking tussen Celstec en Kennisnet vind ik dit een buitengewoon interessant discussiepunt, want ik zie de wisselwerking tussen onderwijs en ICT natuurlijk ook, we zeggen er ook wel het e.e.a. over in het rapport.
    Onze keuze wordt o.a. ingegeven doordat we beogen, onafhankelijk van onderwijsvisie op didactiek, elke onderwijsinstelling te ondersteunen bij de lastige vraagstukken rond ICT. Interessant wordt het als dat doel juist vraagt om verdieping in de wisselwerking tussen ICT en didactiek.

    T.a.v. de beperkte impact van internettechnologie op onderwijs, daar kun je op verschillende manieren naar kijken. Daar waar markttucht heerst heeft internettechnologie grote revoluties veroorzaakt. Een gesloten, zichzelf (begrijpelijkerwijs) beschermend systeem als het onderwijs heeft dat tot op heden succesvol buitengesloten. Maar dat hoeft niet te liggen in de beperkte potentie van de technologie voor onderwijs of misschien beter: leren. Ik denk dat de impact van informatie- en communicatie technologie op leren zeer groot zal zijn en veel verder zal gaan dan louter organisatie, maar de tijd zal dat leren en ik zal dat met veel plezier al speculerend volgen.

    Geweldig alleen al dat een blog als de jouwe dit soort discussies mogelijk maakt, heel leerzaam en leuk!

    Groet, Michael

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.