Terugblik op ICT in het onderwijs: impuls in ICT heeft niet geleid tot onderwijsvernieuwing

De afgelopen dagen heb ik aan de hand van een groot aantal exemplaren van het vakblad Profiel uit de periode 1994-2000 teruggeblikt op de invoering van ICT in educatie en beroepsonderwijs.

Welke conclusies trek ik hier uit?

  1. De technologische ontwikkelingen hebben een hoge vlucht genomen, ook in het middelbaar beroepsonderwijs. De beschrijvingen van de stand van zaken van de technologie van 10-15 jaar geleden komen anno 2009 als hopeloos verouderd over. Er is ook naar verhouding veel geïnvesteerd in technologie. Ondanks dat ICT betrouwbaarder en stabieler is geworden, is het aantal wensen en eisen van gebruikers ook toegenomen. Er kan veel meer, en men wil ook veel meer.
  2. Informatie- en communicatietechnologie heeft (nog?) niet gezorgd voor de aangekondigde (en gehoopte?) revolutie in het onderwijs. Sowieso heeft een ontwikkeling als flexibilisering van het onderwijs nog niet echt doorgezet, ook al wordt daar al heel lang over geschreven. Illustratief is dat in diverse nummers van Profiel veel wordt verwacht van afstandsleren en online leren. Binnen het MBO wordt vooralsnog nauwelijks gebruik gemaakt van deze manier van leren. De mogelijkheden van online leren zijn overigens wel sterk veranderd ten opzichte van het toekomstperspectief dat men vijftien jaar geleden op online leren had.
    Interessant is natuurlijk om na te gaan wat de oorzaken zijn van het uitblijven van een transformatie van het onderwijs. In de eerste plaats heeft het MBO al vele jaren te maken met diverse veranderingen. Deze ontwikkelingen komen ook ruimschoots in Profiel aan de orde. De ROC-vorming en de invoering van competentiegericht leren zijn maar twee voorbeelden. Er was weinig gelegenheid om te focussen op ICT en onderwijsinnovatie.
    Wat op de tweede plaats uit de verschillende artikelen onder meer opvalt is het gebrek aan concrete perspectieven op dit gebied (denk bijvoorbeeld terug aan de impressie over de IT-conferentie uit 1996), en aan een gevoel van urgentie dat niet verder ging dan "we moeten wel want die ontwikkeling is niet te stoppen". 
    Projecten waren volgens mij op de derde plaats ook onvoldoende gericht op onderwijsinnovaties (zie de opmerkingen van Jeroen Onstenk in de tweede bijdrage), en dat geldt volgens mij ook voor professionalisering van onderwijsgevenden op dit terrein. Denk hierbij ook aan de opvattingen over ontwrichtende innovaties. Voor een dergelijke strategie is binnen het Nederlandse MBO nooit gekozen.
    Daar komt op de vierde plaats bij dat de pleitbezorgers van de onderwijsrevolutie niet de uitvoerders en de dragers er van zijn. Er is volgens mij bij onderwijsgevenden en lerenden sprake van onvoldoende voedingsbodem voor transformatie van onderwijs en leren. Dat heeft volgens mij ook te maken met het ontbreken van een gevoel van urgentie en een concreet perspectief op het nieuwe.
  3. Het onderwijs worstelt nog steeds met vergelijkbare vraagstukken rond ICT in het onderwijs, als 10-15 jaar geleden. Voorbeelden daarvan zijn de reeds genoemde relatie met het onderwijs en de acceptatie door docenten. Overigens wordt technologie m.i. veel minder dan 'vroeger' als een bedreiging ervaren.
  4. Er is in vergelijking met tien jaar geleden veel meer aandacht voor ICT-beleid. De gevolgen hiervan voor de onderwijspraktijk zijn volgens mij echter beperkt gebleven. Verder is het volgens mij niet duidelijk in welke mate ICT bij heeft gedragen aan een efficiëntere bedrijfsvoering.
  5. De manier waarop wordt aangekeken tegen jongeren en ICT, is m.i. drastisch veranderd. Meer dan 10 jaar geleden hadden jongeren veel minder toegang tot ICT en zouden zij betrekkelijk weinig aan internet hebben.
  6. De klassieke benadering van elektronische content is volgens mij een mission impossible gebleken. Volgens mij moet je afstappen van het idee om kwalitatief goede content te ontwikkelen en deze tegen een betaalbare prijs voor een beperkte markt met winst te verkopen. In vergelijking met tien jaar geleden kennen we nu gelukkig open educational resources en arrangeertools.
  7. In het verleden werd volgens mij veel meer dan nu de relatie gelegd tussen ICT en individueel leren. Opvallend is ook de verwachting van managers dat ICT kan leiden tot reductie van contacturen. Een pleidooi dat leidinggevenden nu niet meer snel zullen durven te houden, gezien alle commotie omtrent 850 en 1040 klokuren.
  8. Het karakter van Kennisnet is drastisch veranderd. Kennisnet is (gelukkig) geen besloten netwerk geworden.

Ik denk dat dit de belangrijkste conclusies zijn die je kunt trekken uit de diverse artikelen, die ik herlezen heb. Er zit nog steeds behoorlijke dynamiek op het terrein van ICT in het onderwijs. Helaas betreft die beweging vooral technologie, en vooralsnog veel minder het leren zelf. 

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

2 reacties

  1. Op een of andere manier kwam mijn reactie niet online te staan.
    2e poging.
    Wat bedoel je met ‘revolutie’? Erg breed begrip.

  2. @Lex Hupe: omwenteling, transformatie. Andere leerdoelen, een andere didactiek, andere manieren van beoordelen, personalisering. Dat soort elementen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.