Trends tijdens het CvI-congres: optimalisatie in plaats van vernieuwing? #cviov

De afgelopen week heb ik met genoegen dé Conferentie voor Onderwijsvernieuwing en ICT gevolgd. Tijdens deze conferentie is door zestien bloggers intensief verslag gedaan. In deze blogpost wil ik op basis van diverse bijdragen kijken of er trends zijn te ontdekken. Ik eindig met twee stellingen.

  • Het ‘gewone’ gebruik van de elektronische leeromgeving is business as usual, en geen reden meer voor betrokkenen om hier kennis over te delen. Er werden bijvoorbeeld wel verschillende bijdragen verzorgd over pilots met iPads. Praten we liever over recente initiatieven waar we weinig ervaringen mee hebben opgedaan, dan over langer in gebruik zijnde toepassingen met ongetwijfeld veel ‘lessons learned’? (Willem van Dinther en ik vroegen ons dit tijdens de lunch van dag 2 af?).
  • Het mbo blijft een sector in beweging. De toenemende aandacht voor taal en rekenen (ook tijdens dit congres) leidt tot avo-isering van het mbo. Daarnaast is er een sterke focus op vakmanschap, waar jongeren zich in kortere tijd toe moeten ontwikkelen. De vrees is dat dit ten koste gaat van de pedagogische opdracht van het mbo. Daarnaast lijkt OCW het mbo minder toegankelijk te willen maken voor zorgleerlingen. Zonder zicht op een volwaardig alternatief. Triest. Verder heeft het mbo te maken met teruglopende bezuinigingen en ontslagen. Deze context werkt m.i. belemmerend voor vernieuwingen. Of zien we juist kansen?
  • Het mbo wil ook haar opleidingsaanbod vernieuwen, mede als gevolg van technologische ontwikkelingen. Dit leidt tot nieuwe opleidingen als smart media advisor, die worden verzorgd terwijl ze nog niet uitontwikkeld zijn. In combinatie met de toenemende compactheid van opleidingen leidt dit tot discussie over kwaliteit.
  • Het mbo worstelt al verschillende jaren met verdere flexibilisering van het onderwijs. Dat bleek o.a. uit de sessies over de onderwijscatalogus en het onderzoek naar onderwijsvernieuwing die ik heb bijgewoond. Instellingen maken ook bewust een pas op plaats omdat de voorwaarden voor flexibilisering nog niet gerealiseerd zijn (‘de boel op orde‘). Het valt me ook op dat nagenoeg niet gekeken wordt naar online of blended learning (met minder face-to-face onderwijs) als alternatief. Een belangrijke reden hiervoor is de controletirannie van het ministerie van OCW en Onderwijsinspectie waarbij alleen aanwezigheid wordt gewaardeerd, in plaats van het leren zelf. Wellicht dat de mbo-instellingen hier wat ‘onschuldige fraude‘ moeten plegen.
  • Experimenten met de iPad wijzen erop dat het gebruikersgemak van dit apparaat het gebruik van ICT in het onderwijs kan bevorderen. Tegelijkertijd behoeft de relatie met didactiek zachts gezegd nog de nodige aandacht, en zijn er ook zorgen over nieuwe monopolievorming binnen het onderwijs (Microsoft verruilen voor Apple).
  • Er is in toenemende mate aandacht voor professionalisering van docenten op het gebied van digitale didactiek. Er zijn echter grote verschillen over hoe onderwijsinstellingen dit invullen (gedegen, incidenteel, nauwelijks). In mijn eigen sessie heb ik handvaten proberen te geven voor een substantiële aanpak. Ook wordt gewerkt aan algemene bekwaamheidseisen op dit gebied.
  • Er komt meer aandacht voor geïntegreerde digitale leer- en werkomgevingen (vaak op basis van portal-software) dan voor aparte applicaties (zoals een aparte elektronische leeromgeving, een apart management informatiesysteem, student administratiesysteem, en dergelijke). Daarbij wordt sporadisch ook gekeken naar ‘learning analytics‘, ook al wordt deze term binnen het mbo vermeden. Verder is er ook nog steeds veel aandacht voor oplossingen voor managementinformatie op zich.
  • Binnen het mbo wordt ongelofelijk veel data en informatie vastgelegd in systemen. Als je ziet wat bijvoorbeeld aan informatie in een onderwijscatalogus wordt vastgelegd, dan vraag ik me af of dit nog wel past bij de doelen die men voor ogen heeft (vergroten van transparantie en mogelijk maken van keuzemogelijkheden). Enerzijds wordt het mbo hiertoe verplicht (bijvoorbeeld ook door gemeentes), maar anderzijds maakt men hier in ook eigen keuzes. De koppeling van verschillende systemen vergroot eveneens de complexiteit. Mij bekruipt soms de angst dat het mbo vastloopt in bureaucratie en in beheersen (in plaats van vernieuwen). Hopelijk heeft het pleidooi voor een veilige chaos de aanwezigen aan het denken gezet.
  • Cloud computing is ook een trend binnen het mbo. Organisaties zoeken hierin voorzichtig samenwerking (‘community cloud). Een goede zaak. Bring Your Own Device is eveneens en onmiskenbaar een belangrijke ontwikkeling binnen het mbo. Al heeft men vooral nog veel vragen. Ook was er beperkt aandacht voor innovaties zoals context aware computing (dankzij mobiele technologie), augmented reality en 3D printen. OER betekent in het mbo nog steeds Onderwijs- ExamenRegeling, en niet Open Educational Resources.
  • Toen John Schobben van ROC De Leijgraaf opmerkte dat interne onderzoeksverslagen lazen als Peyton Place, stelde niemand de vraag: “Wat is dat, Peyton Place?” Oeps…..
  • Stelling 1: er was tijdens deze conferentie meer aandacht voor het versterken van de organisatie van het leren met ICT, dan voor het versterken van het leren zelf met ICT (die indruk krijg ik althans).
  • Stelling 2: mbo-instellingen zijn meer bezig met optimalisatie dan met vernieuwing van het onderwijs.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

6 reacties

  1. Helemaal eens met stelling 1 en 2, ROC’s besteden te weinig geld aan het primaire proces. Van een docent die 30 lessen per week voor de klas staat kun je niet verwachten dat hij werkt aan zijn professionaliteit, of dat hij zijn onderwijs innoveert.
    ROC’S besteden hun lumpsum liever aan ‘opleidingspaleizen’ of externe adviseurs, zie bijvoorbeeld het failliet van ROC ASA, of vandaag in de Volkskrant het failliet van ROC Nijmegen.

  2. Dank dat je het met mij eens bent. Ik ben het met je eens dat docenten meer tijd en ruimte zouden moeten krijgen voor professionalisering en onderwijsontwikkeling. Je legt echter een link, die ik niet leg. Volgens mij zijn er grote verschillen tussen de cases Amarantis, ROC Nijmegen etc. Ik zou mijn oordeel ook nooit baseren op de Volkskrant.

  3. Wat een mooie samenvatting van twee dagen Papendal!
    En je sluit af met twee interessante stellingen!
    Zou mooi zijn als er op gereageerd wordt door mensen die de conferentie bezocht hebben.
    Het is zo jammer dat veel van de deelnemers van vorige week nu weer in de waan van de dag leven en geen tijd nemen voor een terugblik…

  4. Graag gedaan. Het was weer erg de moeite waard. Maar je zit inderdaad weer snel in een gewone werk-modus. Ben wel benieuwd hoe andere deelnemers hun ervaringen intern delen, en wat daar vervolgens mee gebeurd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.