Voortdurend debat over kwaliteit en positie MOOC’s (bloemlezing 10)

Wat is er de afgelopen tijd geschreven over Massive Open Online Courses? Tijd voor alweer de tiende bloemlezing over MOOC’s, waarin ik elf publicaties samenvat. Daarbij maak ik ook gebruik van wat oudere bijdragen waar ik in het kader van mijn promotieonderzoek op ben gestuit.

  • Doug Clow gaat -net als zo velen- in op het fenomeen ‘drop out’: veel deelnemers aan MOOC’s stoppen voortijdig met dit type cursus. Zijn invakshoek is ‘learning analytics‘. Origineel is dat hij de uit het marketingdomein afkomstige metafoor van de ‘funnel of participation‘ gebruikt. Mensen zijn zich bewust van het bestaan van MOOC’s en hebben er belangstelling voor. Een relatief groot deel van deze groep registreert zich daadwerkelijk. Een klein deel van de groep geregistreerden neemt actief deel, waarvan weer een deel de MOOC daadwerkelijk afrond. In elke fase is sprake van een hoge mate van uitval, en van ongelijke mate van deelname. Clow laat zien dat deze trechter een significant verschijnsel is bij MOOC’s en aanverwante cursussen. Dat komt door het open en online karakter van deze cursussen waarbij minder initieel commitment is en het filteren relatief laat plaats vindt (de drempel om je te registreren is laag).
  • Jonathan Nadler vraagt zich af of MOOC’s (en mobiele technologie) een vergelijkbare invloed zullen hebben op het onderwijs als streaming muziektoepassingen (zoals Spotify) op de muziekindustrie. Wordt het educatieve kartel dankzij MOOC’s gebroken, zo vraagt hij zich af. Nadler ziet voor MOOC’s een rol weggelegd om degenen die nu onvoldoende toegang hebben tot hoger onderwijs, beter te kunnen bereiken. Een uitdaging daarbij is volgens hem de conversie van inschrijvingen naar afronding via menselijke interactie.
  • Michael Trucano van de Wereldbank blikt terug op een EduTech debat over MOOC’s. Daarbij gaat het vooral om de betekenis van MOOC’s voor ontwikkelingslanden. De meningen zijn verdeeld. Er zijn mensen die veel oog hebben voor de potentie van MOOC’s voor de toegankelijkheid van het onderwijs, en het creëren van collectieve intelligentie. Een aantal denkt hierbij vooral aan connectivisme MOOC’s. Anderen voorspellen dat MOOC’s een mislukking zullen worden. Zij lijken vooral oog te hebben voor de instructivistische xMOOC’s.
  • Fred Martin reflecteert op de bekende MOOC over kunstmatige intelligentie van Sebastian Thrun. Hij heeft deze MOOC ingebed in een eigen cursus. Martin meent dat lerenden vooral leren als zij zelf actief zijn. Docenten moeten ook zelf ervaren hoe een activerende didactiek werkt, en wat dit vraagt van docenten. Tijdens deze MOOC viel het Martin op dat alleen reguliere Stanford-studenten programmeeropdrachten moesten maken, de online studenten niet. Minder goede studenten worstelden met de inhoud, terwijl goede studenten zich verveelden. Volgens Martin heb je juist kleinschalige projectgroepen nodig om tegemoet te komen aan verschillen tussen studenten. MOOC’s zijn volgens hem wellicht efficiënte manieren van leren, terwijl er op de effictiviteit het een en ander is af te dingen:

    As we know, the modern university is a much larger ecosystem than its collection of courses. Among many other things, students derive great value from being in close contact with their peers, participating in leadership opportunities across campus, and being part of our research labs. It may well be that this new breed of MOOC is a decent replacement for an average, large-sized lecture course. But this is a low bar.

Opvallend is dat in het commentaar Martin het verwijt van ‘VS-centrisme’ krijgt. De inhoud van Thrun’s MOOC is voor veel lerenden, waar ook ter wereld, alleen al de moeite waard.

  • Steve Cooper plaatst de Stanford MOOC’s in Stanford’s traditie van Open Courseware. Verder bespreekt hij kansen en uitdagingen van en voor MOOC’s op basis van Stanford’s ervaringen:
    1. Validatie en plagiaat. Authenticatie is bij online toetsen een issue. Antiplagiaat software is beschikbaar, maar het is de vraag of die software afdoende is.
    2. Certificering. Veel studenten hebben hier behoefte aan. Er zijn diverse modellen in ontwikkeling om certificering mogelijk te maken.
    3. Er zijn rijkere manieren van evalueren noodzakelijk. Peer assessment kan hierbij wellicht een rol spelen.
    4. Technologie zou het mogelijk moeten maken om leren binnen een MOOC meer te personaliseren. Binnen MOOC’s worden veel data verzameld. Deze kunnen worden geanalyseerd en worden gebruikt voor personalisering.
    5. Onderwijsinstellingen moeten hybride onderwijsmodellen ontwikkelen waarin MOOC’s gecombineerd worden met face-to-face leren.
    6. Onderwijsinstellingen moeten manieren van online leren ontwikkelen, die verder gaan dan het bekijken van instructievideo’s. De auteur noemt daarbij voorbeelden van visualisaties.
  • Donald Clark wijst op de grote diversiteit aan doelgroepen die deel nemen aan MOOC’s. Deze doelgroepen hebben diverse leervragen en behoeften (ook wat betreft het ontwerp van MOOC’s). Volgens hem komen MOOC’s wat betreft ontwerp (semester) bijvoorbeeld onvoldoende tegemoet aan de wensen van ‘lifelong learners‘.
  • Bert de Coutere is bezig een MOOC te ontwikkelen over leiderschap. In twee blogposts (hier en hier) beschrijft hij hoe hij hierbij via zijn online netwerk ondersteuning heeft gekregen (graag gedaan, Bert), en waar je volgens hem aan moet denken bij het ontwikkelen van een MOOC. Wat verstaan we onder meer onder een MOOC, wat weten we van afstandsleren in het algemeen, beperk je tot waar je goed in bent en blijf doorontwikkelen tot het einde, zijn enkele van Bert’s tips.
  • De Chronicle of Higher Education (CHE) heeft via een infographic in kaart gebracht wat de belangrijkste spelers zijn op het gebied van MOOC’s. Daar is echter kritiek op gekomen. De Khan Academy bestrijdt bijvoorbeeld dat zij een MOOC-platform zijn. Ik vind dat mooi omdat veel aanbieders van onderwijs bij nieuwe ontwikkelingen al snel roepen dat zij dat al lang doen. De Khan Academy biedt echter geen afgeronde cursussen aan. En de ‘C’ van MOOC staat toch echt voor ‘Course’. Ook willen zij niet geassocieerd worden met het dominante didactische concept van xMOOC’s. Cathy Davidson wordt door de CHE ook gepositioneerd als belangrijke speler op dit terrein, maar zij maakt zelf duidelijk dat zij dat niet wil zijn. Zij beschrijft zich onder meer als volgt:

    I am someone who, in this blog, has often written critically, pointedly, and ambivalently about MOOCs, hoping that what we see now is only a beginning and that the endgame of MOOCs is more decentralized, international, creative, peer-to-peer, inventive, and non-profit!

 

De CHE draagt met deze infographic wat mij betreft vooral bij aan verwarring, in plaats van transparantie.

  • Stephen Downes besteedt op verzoek aandacht aan de wijze waarop je binnen MOOC’s kunt beoordelen, zonder dat je je beperkt tot geautomatiseerde, eenvoudige meerkeuzetests. Downes gaat beknopt in op geautomatiseerde essaybeoordelingen, toepassingen waarbij lerenden zelf aangeven of zij een bepaalde taak hebben afgemaakt, peer assessments, het nog niet uitontwikkelde ‘networked-based grading‘ (dit onderwerp vraagt eigenlijk om een separate blogpost) en portfoliogebaseerde beoordelingen.
  • MOOC-aanbieder Coursera heeft nieuwe onderwijsaanbieders aan zich gebonden waardoor zij online een impuls kunnen geven aan professionalisering van docenten. De grote mate van flexibiliteit, de toegang tot een breed netwerk, de kwaliteit, de inhoud (bijvoorbeeld over klassemanagement) en de geringe kosten (‘alleen’ tijdsinvestering) moeten zorgen voor aantrekkingskracht voor docenten.
  • Bestuurders van onderwijsinstellingen zijn volgens Education Week erg sceptisch over de potentie van MOOC’s. Slechts zeventien procent van de ondervraagde bestuurders is het er (helemaal) mee eens dat het leren van alle lerenden bevorderen. Een nog kleinere groep is het er (helemaal) mee eens dat MOOC’s financiële problemen van instellingen kan helpen oplossen. Drieenveertig procent denkt wel dan MOOC’s creatieve didactische strategieën kunnen helpen bevorderen. Je kunt bij deze enquête vraagtekens plaatsen bij de gehanteerde vragen. Toch is de scepsis opvallend.
  • Ik zal apart stilstaan bij de bijdrage over de didactische basis van MOOC’s.

 

Zie ook de andere negen bloemlezingen over MOOC’s:

  1. Bloemlezing MOOC-artikelen, deel 1
  2. Bloemlezing MOOC-artikelen, deel 2
  3. Bloemlezing MOOC-artikelen, deel 3
  4. Bloemlezing MOOC-artikelen, deel 4
  5. Bloemlezing MOOC-artikelen, deel 5
  6. Bloemlezing MOOC-artikelen, deel 6
  7. Bloemlezing MOOC-artikelen, deel 7
  8. Bloemlezing MOOC-artikelen, deel 8
  9. Bloemlezing MOOC-artikelen, deel 9

 

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.