Waarom je niet kunt vragen of face-to-face onderwijs beter is dan online onderwijs

Hoogleraar Tanya Joosten stelt dat, indien je je afvraagt of face-to-face onderwijs beter is dan online onderwijs, je waarschijnlijk beter kunt doorgaan met het verzorgen van face-to-face onderwijs. Een wat boute stelling, wellicht. Maar het is inderdaad onzinnig om deze twee varianten sec met elkaar te vergelijken.

Er zijn namelijk grote verschillen in manieren van online onderwijs, net zo goed als dat er grote verschillen zijn in manieren van F2F-onderwijs. Dat impliceert dat je kwalitatief goede vormen van online onderwijs hebt, en kwalitatief minder goede vormen van online onderwijs. Voor F2F-onderwijs geldt dat ook.

Joosten is communicatiewetenschapper en schrijft dat communicatiewetenschappers al meer dan 100 jaar manieren van communiceren bestuderen. En ‘online’ en ‘F2F’ zijn slechts manieren van communiceren en interactie.

The effectiveness would be based on how the mode is used (or how interaction within the mode is structured), for what tasks or purpose, with what technologies or media characteristics, within what contexts or systems, and for what audience or agents.

Je kunt je daarom volgens haar beter afvragen hoe je gebruik kunt maken van het online medium en de bijbehorende technologieën om het leren van lerenden effectief te ondersteunen.

Zij verwijst daarbij naar de bijdrage Quality Indicators of Online Learning. Deze bijdrage bevat een infographic met acht kwaliteitsindicatoren voor online cursussen:

  • Ontwerp (specifieke leerdoelen, alignment tussen beoordelen en leeractiviteiten, authentieke en realistische ervaringen).
  • Organisatie van de online cursus (o.a. gemakkelijk navigeren, logisch en consistent format, alignment tussen onderwerpen en sub-onderwerpen).
  • Ondersteuning (bijv. verwachtingen managen, oriëntatie op de cursus bieden, duidelijke instructies en aanwijzingen).
  • Eenduidigheid (denk aan drempels voor leren reduceren, duidelijke uitleg, beschrijvingen, richtlijnen).
  • Interactie door docenten (o.a. feedback geven, participeren in online discussies).
  • Interactie tussen lerenden (lerenden kunnen bijvoorbeeld ook van elkaar leren).
  • Interactie met content (denk aan kritische reflectie bevorderen mbt leerinhoud, gebruik maken van rijke en interactieve content).
  • Rijkheid (o.a aan leermaterialen, interacties, ondersteuning en instructies, media).

Deze indicatoren kun je gebruiken om kritisch te reflecteren op je bestaande aanpak van online leren, om te evalueren hoe ‘coronaonderwijs’ wordt verzorgd.

Tanya Joosten verwijst verder naar meta-analyses (de meest recente is uit 2009), naar databases waarmee je analyses kunt uitvoeren en naar overige relevante onderzoeksartikelen.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.