Welke theorieën en modellen over digitaal leren zou elke docent moeten kennen?

Matthew Lynch meent dat vijf  theorieën en modellen kunnen helpen de voordelen van technologie te benutten en leeruitkomsten te versterken en verbeteren.  Elke docent of opleider, die met ICT voor leren, opleiden en onderwijs aan de slag gaat, deze theorieën en modellen zou moeten kennen.

De modellen en theorieën zijn:

  • Het RAT-model van dr. Joan Hughes. Dit model is bedoeld om docenten te laten reflecteren op de wijze waarop zij ICT inzetten. Gebruiken docenten ICT ter vervanging (replacement; zonder dat de manier van instrueren zelf verandert), als versterking (amplification; de taak blijft hetzelfde, maar ICT leidt bijvoorbeeld tot meer effectiviteit of meer efficiëntie) of als transformatie (heel nieuwe manieren van leren). Dit model lijkt sterk op Puentedura’s SAMR-model. Hughes is er al in 1999 op gepromoveerd. Volgens haar moet je kijken naar instructiemethoides, leerprocessen van lerenden en curriculumdoelen.
  • Het TPACK-model. Dit model hamert erop dat je integraal kijkt naar technologie, didactiek en vakinhoud.
  • Connectivisme. Deze theorie van George Siemens  gaat er van uit dat we leren dankzij verbindingen tussen knooppunten. Die knooppunten kunnen mensen zijn, maar ook bronnen.
  • Het ADDIE-model. Dit model wordt gebruikt op het gebied van instructional design. ADDIE staat voor: Analysis, Design, Development, Implementation, en Evaluation.
  • Online Collaborative Learning (OCL). Binnen deze theorie vindt kennisontwikkeling via discours plaats, en wel in drie fases: ideeën genereren, ideeën organiseren en intellectueel convergeren.

Op zich zijn deze modellen en theorieën geen onzin. Als ik er overigens vijf zou mogen kiezen, dan zou ‘connectivisme’ niet in mijn lijst voorkomen. Ik zou Richard Mayer’s Cognitive Theory of Multimedia Learning en zijn daarop gebaseerde ontwerpprincipes zeker noemen.

Bovenal ook algemene didactische en cognitief psychologische principes (bijvoorbeeld Merrill’s First Principles of Instruction), theorieën over motivatie (o.a. de self-determination theorie van Ryan en Deci), het 5 stages-model van Gilly Salmon of het Community of Inquiry-raamwerk van Garrison en Anderson. Daarnaast zul je ook kennis moeten hebben van verschillende ‘agile’ ontwikkelmethodieken.

Welke modellen en theorieën zou elke docent/opleider, die met technology enhanced learning aan de slag gaat, volgens jou moeten kennen?

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.