Wikiwijs: van idee naar realiteit (saMBO~ICT conferentie)

Tijdens de saMBO~ICT conferentie van afgelopen donderdag gaven Leo Bakker en John Hanswijk van Kennisnet een impressie van de stand van zaken van Wikiwijs. Leo vertelde onder meer dat sprake is van een verbreding van de aanvankelijke doelen die minister Plasterk met Wikiwijs had. Wikiwijs wil niet alleen de ontwikkeling en het gebruik van open leermiddelen stimuleren (het digitale boek van Plasterk). Het verbeteren van de vindbaarheid en toegang tot zowel open en gesloten leermiddelen, en de verhoging van de de kwaliteit van het onderwijs door flexibeler en up-to-date leermiddelen zijn ook expliciete doelstellingen.

Leo Bakker gaf verder aan dan bestaande -reeds ontwikkelde- functionaliteiten binnen Wikiwijs bij elkaar zijn gebracht. Voorbeelden zijn een zoekmachine, Edurep en de Content Corner (een arrangeertool). Nieuw is de Wikiwijs repository.

Een belangrijk element van Wikiwijs is ook de Creative Commons licentie (cc-by), waarmee je leerarrangementen binnen Wikiwijs vrij mag gebruiken, mits je de bron vermeld.

Wikiwijs is in december 2009 gelanceerd. De realisatiefase start echter pas op 1 maart 2010. Per 1 september 2010 moet dan een verbeterde versie beschikbaar zijn (waarin verbeteringen op basis van de evaluatie zijn aangebracht). De focus ligt wat betreft inhoud in eerste instantie op Leren, Loopbaan, Burgerschap en op beroepsgerichte vakken op het gebied van Handel.

Leo ging ook in op het fenomeen dat docenten uitgaan van leerlijnen (methoden), niet van leerobjecten. De ervaring leert volgens Leo ook dat onderwijsgevenden eerder bereid zijn om leerarrangementen met elkaar te delen, dan leerobjecten.

Een belangrijk punt bij Wikiwijs is eigenaarschap. Er wordt daarom veel geïnvesteerd in relaties met bestaande initiatieven, zoals bestaande communities van docenten. Ik ben heel benieuwd of dit voldoende is. Leo gaf echter aan dat erg veel docenten binnen het groene Kennisnet materiaal met elkaar delen. Volgens mij is dit wel langdurig proces geweest.

Binnen Wikiwijs ontwikkelde leerarrangementen kunnen via bestaande elektronische leeromgevingen en doelgroepportalen gebruikt worden. Verder wordt gewerkt aan koppelingen via Entree (single sign on), en het realiseren van syndicatiecomponenten waarmee integratie in elektronische leeromgevingen gerealiseerd kan worden.

John Hanswijk gaf vervolgens een demo van Wikiwijs. Hij liet zien hoe docenten binnen Wikiwijs lessen op basis van bestaande leerobjecten kunnen arrangeren, hoe zij binnen Wikiwijs op verschillende manieren kunnen ontwikkelen (van eenvoudig naar complex), plaatsen en beoordelen. Onderstaand filmpje geeft een indruk:

Ik moet zeggen dat de handelingen er vrij eenvoudig uitzagen. Desalniettemin is professionalisering van groot belang, gezien de ICT-vaardigheden van grote groepen onderwijsgevenden.

Enkele opmerkingen hierbij

  • Ik vind het een gemiste kans dat Wikiwijs niet wordt gebruikt als pressiemiddel richting uitgevers om hun businessmodel te veranderen. Doordat Wikiwijs ook gesloten content gaat ontsluiten, vormt dit initiatief m.i. geen impuls voor "open education". Volgens mij was dit wel de bedoeling. Uitgevers zullen nu echter geen gevoel van urgentie voelen om hun bedrijfsstrategie te veranderen.
  • Doordat zowel gesloten als open leermiddelen in Wikiwijs worden opgenomen, kun je leerlijnen krijgen die uit gesloten en open leerobjecten zullen bestaan. Dat betekent dat een leerling bij het ene onderdeel apart moet inloggen, en bij het andere onderdeel niet. Erg gebruikersonvriendelijk. De eindgebruiker staat overduidelijk niet centraal.
  • De Creative Commons licentie cc-by is de meest eenvoudige CC-licentie. Je loopt echter het risico dat commerciële uitgevers hierdoor leermaterialen kunnen hergebruiken en binnen leerlijnen kunnen gaan verkopen. Ik zou daar als ontwikkelaar voor passen. Bovendien is het vreemd dat je als Wikiwijs bepaalt welke CC-licentie auteurs gaan gebruiken. Het is toch juist de bedoeling dat jij als auteur met Creative Commons kunt bepalen onder welke voorwaarden jouw materiaal (her)gebruikt mag worden (en ja: dat kan tot complexe situaties leiden).
  • Er is veel geïnvesteerd in een samenhangend geheel van functionaliteiten, in 'gepolder' (relaties met platforms, organisaties als de VO-Raad en MBO-Raad, afstemming bestaande initiatieven, etc.), en in PR en communicatie. Maar er is nog betrekkelijk weinig energie gestoken in de eindgebruikers. Dat is natuurlijk ook lastig als je nog niets tastbaars te tonen hebt, als Wikiwijs nog niet is gerealiseerd. Hierdoor loop je wel het risico op het "If we build it, will they come"-syndroom.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

3 reacties

  1. De licentie vorm in Wikiwijs (maar ook elders) is inderdaad een moeilijke. Elke Das ( http://blogger.xs4all.nl/elkedas/archive/2009/11/11/528434.aspx ) is overgestapt van CC-BY-NC-SA naar CC-BY. Persoonlijk ben ik er nog niet uit (en doe dus maar even niets). Maar het lijkt me van belang dat de gebruiker/auteur zelf kan uitmaken welke licentie gekozen wordt. En dan moet er denk ik wel snel enige duidelijkheid komen over wat je wel en niet mag als licenties door elkaar gaan lopen in een leseenheid. Wilfred, ik ben het niet eens met je opmerking over CC-NC (gebruik van materiaal door commerciële bedrijven) maar misschien dan wel met de CC-SA erbij (dus CC-BY-SA). Uitgevers kunnen dan het materiaal gebruiken, scholen helpen om lesmateriaal te arrangeren, maar moeten het wel weer terug plaatsen met dezelfde licentie.

  2. Een paar opmerkingen bij de jouw opmerkingen inzake Wikiwijs;
    – het feit dat Wikiwijs gesloten content van uitgevers gaat toelaten betekent juist een verrijking van het platform (voor zover uitgevers modulair zullen WILLEN uitleveren!). Het idee dat je uitgevers zult dwingen door alleen open content toe te laten is naief in mijn ogen en een onderschatting van de toegevoegde waarde van uitgevers in veel gevallen.
    – de veronderstelling omtrent apart inloggen klopt niet. Uitgevers hebben al jaren geleden Edupoort bedacht dat prima federeert (qua authenticatie) met de SURF Federatie en Entree. Resteert autorisatie, maar ook daar kun je oplossingen voor bedenken (door op instelling niveau toegang af te spreken bijvoorbeeld).
    En om er dan maar meteen aan toe te voegen waar het in mijn ogen vooral aan ontbreekt inzake Wikiwijs (waarbij ik de politiek gemakshalve maar even buiten beschouwing laat);
    – een afrekenmodel; in tegenstelling tot het idealistische denken van velen in deze wereld, vaak willen docenten of CvB’s gewoon geld of een andere vergoeding zien voor de inspanning die zij leveren. Dit zit op geen enkele manier verwerkt in Wikiwijs en zorgt in mijn ogen voor veel weerstand om waardevolle content toe te voegen. Overigens zou dit ook (juist) met virtueel geld kunnen in mijn ogen
    – het gebrek aan leerlijnen; Wikiwijs gaat over leerobjecten. Mooi, maar zeker niet genoeg. Je hebt doordachte leerlijnen nodig in mijn ogen. Er zijn initiatieven vanuit de open community, maar gaan die toereikend zijn? Ik betwijfel het. Uitgevers hebben op dit vlak hun waarde bewezen.
    Afsluitend; in denk juist dat Wikiwijs en uitgevers samen moeten komen en dat elk zijn rol moet oppakken. En ik ben er nog steeds van overtuigd dat Wikiwijs de uitgevers zeker heeft wakker geschud en dat de laatste groep zich steeds meer zal gaan concentreren op zaken als leerlijnontwikkeling en duiding van content (wat is hot, wat is not). En als dat gebeurt heeft Wikiwijs uiteindelijk zeer veel bereikt in mijn ogen.

  3. @Remi van Zelst:ik blijf een groot voorstander van open educational resources. Onderwijsinstellingen zouden veel meer leermateriaal zelf moeten ontwikkelen en dat met elkaar delen. Een kwestie van efficiënt omgaan met belastinggeld, zodat het onderwijs goedkoper kan worden voor lerenden (en dus toegankelijker). Ik had gehoopt dat Wikiwijs daar een impuls voor zou zijn.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.