Acht manieren om onderwijs met behulp van ICT te verbeteren

Waar moet je rekening mee houden als je onderwijs met behulp van ICT wilt verbeteren? Met heel veel factoren. Volgens Laura Moorhead zijn er in ieder geval acht manieren die kunnen leiden tot de verbetering van onderwijs met behulp van ICT .

iPad
Foto: Robert Scoble

Moorhead is auteur van 8 ways to think about tech in ways that actually improve the classroom. Daarin beschrijft zij waar docenten (en ouders) rekening mee moeten houden als zij ICT in het onderwijs gaan invoeren. Ik vat deze aspecten samen, en zal ze ook becommentariëren.

  1. Stel leerdoelen voorop. Kies bovendien voor een integrale benadering van didactiek, vakinhoud en leertechnologie. Moorhead haalt hierbij de bedenkers van de TPACK-aanpak aan. Technologie mag geen ‘add-on’ zijn, stelt zij terecht. Een boodschap die wat mij betreft niet vaak genoeg herhaald kan worden.
  2. Kies voor open einden. Moorhead pleit voor flexibiliteit en experimenten. Zorg ervoor dat lerenden worden uitgedaagd om na te denken over het gebruik van ICT. Stop lerenden dus niet in keurslijven van templates en overmatige ‘pat apps’ (wat voor type applicaties dat ook maar mogen zijn). Zij verzet zich hiermee ook tegen ICT-toepassingen die gericht zijn op het ‘drill and practice’.
    Moorhead blijft wat dat betreft overigens wat vaag. Ik ben het met haar eens dat we lerenden met behulp van ICT niet in een keurslijf of een ommuurde leeromgeving moeten stoppen. Al kan ‘drill and practice’ soms ook relevant zijn. Afhankelijk van je leerdoelen. Soms.
  3. Zorg er voor dat ICT leren niet gemakkelijk maakt. Bijvoorbeeld doordat lerenden alleen datgene moeten leren, wat zij al kennen. Lerenden moeten met behulp van ICT vooral uitgedaagd worden, nieuwsgierig gemaakt worden.
    Dat heeft m.i. niet te maken met het gebruik van ingewikkelde technologie. Dat leidt alleen af. Het heeft er wel mee te maken dat leertaken -die men met ICT moet uitvoeren uitdagend- complex, maar tegelijkertijd ook ‘te doen’ moeten zijn. Dat impliceert bijvoorbeeld ook dat je de leerinhouden (zoals bronnen) niet allemaal moet voorkauwen.
  4. Neem feedback serieus. Veel technologie gaat niet verder dan ‘goed’ of ‘fout’. Er zijn echter ook applicaties die uitgebreidere feedback bevatten, en leerzamer zijn. Moorhead geeft ook een voorbeeld van een applicatie die uitgaat van ’student-generated feedback’.
    Ook hier ben ik het heel erg mee eens. Verder zouden lerenden volgens mij -mede aan de hand van ICT- gestuurd moeten worden iets met deze feedback te doen. Je zou als lerende feedback niet moeten kunnen negeren. Ik heb te veel educatieve software gezien waarbij lerenden naar volgende opdrachten kunnen gaan, door te gokken.
  5. Blijf voorlopig skeptisch ten aanzien van geïndividualiseerd leren. Er is volgens Moorhead namelijk nog weinig bekend over de effecten hiervan. Zij stelt dat er software in ontwikkeling is die rekening houdt met emoties van lerenden (‘affect-aware technology’). Het duurt echter nog even voor dergelijke technologie binnen de cultuur van een klaslokaal kan worden gebruikt.
    Moorhead kiest hierbij voor wel een zeer specifieke invulling van geïndividualiseerd leren. Persoonlijk ben ik er wel voorstander van dat lerenden, behalve aan een gezamenlijke basis, werken aan hun persoonlijke ontwikkeling waarbij ook rekening wordt gehouden met individuele leerbehoeftes, talenten, ambities en passies. Dat betekent m.i. echter niet dat lerenden vooral ‘eenzaam’ leren.
  6. Houd op een authentieke manier rekening met interesses van lerenden. Het gebruik van Facebook, Instagram of WhatsApp voor traditioneel docent-gecentreerd onderwijs behoort volgens de auteur tot de categorie ‘broccoli met chocoladesaus’. Zorg er als docent voor dat leren de relevantie van het leren en van de leertechnologie zien. Lerenden waarderen authenticiteit. Deel bijvoorbeeld jouw interesses als docent, en illustreer hoe belangrijk bepaalde vaardigheden zijn.
    Ook dit sluit aan op waar ik regelmatig voor heb gepleit. We moeten vooral niet alleen doen wat lerenden ‘leuk’ vinden. Ga wel met lerenden in gesprek over de betekenis van het geleerde, en van de leertechnologie. Overigens is ‘broccoli met chocoladesaus’ vooral zonde van de broccoli 😉
  7. Start conversaties. Gebruik ICT vooral voor het versterken van sociale interacties. Accepteer ook dat een perfecte ICT-oplossing voor het onderwijs niet bestaat.
    Ook daar ben ik het alleen maar mee eens. Je leert vooral van leerinhouden via interactie (met leerinhouden of met anderen). Daar zou meer gebruik van gemaakt moeten worden.
  8. Maak gebruik van open educational resources. Deze materialen kun je hergebruiken (soms zelfs ook bewerken). Er zijn veel kwalitatief goede materialen beschikbaar die je kunt gebruiken binnen je eigen onderwijs, en ook voor je eigen ontwikkeling.
    Hier ben ik eveneens in principe een voorstander van, al is het lang niet altijd eenvoudig om precies datgene te vinden dat je kunt hergebruiken.

Het valt me wel op dat deze ‘8 ways‘ eigenlijk ook los van het gebruik van ICT belangrijk zijn.  Ze zijn in ieder geval ook van toepassing op ICT en leren.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.