De week van de sociale media #smhuis

Vandaag heb ik in het Innovatiehuis van het middelbaar beroepsonderwijs een workshop verzorgd over het gebruik van sociale media binnen het onderwijs, in het kader van de zelf uitgeroepen Week van de Sociale Media. Deze blogpost gaat in op de andere bijdragen.

Patrick Koning (@pjkoning) verzorgde een algemene inleiding over sociale media. Hij stelde dat dikwijls wordt gekeken naar de negatieve kanten van sociale media’s. Tijdens deze dag gaan we in op de positieve kanten. Aan de hand van een bingokaart inventariseerde hij welke sociale media de aanwezigen al kennen. Aan de hand daarvan lichtte hij een aantal applicaties toe. Enkele bevindingen:

  • Via Facebook-groepen -die vaak spontaan ontstaan- kun je besloten groepen faciliteren, bijvoorbeeld om lerenden samen aan documenten te laten werken (met versiebeheer). Je kunt dan ook connecten met leerlingen, zonder er ‘vrienden’ mee te worden.
  • WhatsApp kan worden gebruikt voor groepscommunicatie met lerenden.
  • RSS stelt jou in staat heel snel bronnen te scannen. Voor veel mensen een onmisbare bron van informatie.
  • Portretrecht bij foto’s: je mag niet zo maar foto’s van anderen online zetten. Bij auteursrecht wordt aangegeven of je een foto onder voorwaarden mag hergebruiken. Heel vaak wordt daarvoor Creative Commons gebruikt. Picasa heeft een handige optie waarmee je gemakkelijk kunt zoeken naar foto’s die je mag gebruiken. Zelfs als je lesmateriaal in een besloten omgeving gebruikt, mag je niet zo maar alle materialen zo maar gebruiken.
  • Slideshare: je kunt presentaties binnen je lesmateriaal ‘embedden’.
  • Wikipedia: daar kun je lerenden mee bewust maken dat je kritisch om moet gaan met online informatie.
  • WordPress: je kunt daar gemakkelijk informatie mee verwerken, er op reflecteren en kennis delen. Lerenden vinden het vaak moeizaam om te bloggen. Aan de andere kant kun je er taalontwikkeling mee bevorderen, bijvoorbeeld door ze over stages te laten bloggen.
  • Lino: kun je gebruiken om voorkennis te activeren (wat weet jij al over…). Lerenden kunnen ook samen aan een prikbord werken. Deze tool kun je zonder veel moeite direct gebruiken.
  • YouTube: je kunt lerenden zelf films laten maken en publiceren. Maar dat vraagt wel om voorbereiding (wat ga je filmen, hoe werkt monteren, etc.). Met CaptionTube kun je onderschriften maken bij YouTube-films. Daarmee oefenen leerlingen ook taal.
  • Twitter: scholen gebruiken steeds vaker een webcareteam om te anticiperen op negatieve tweets. Lerenden beseffen de negatieve impact vaak niet.
  • Popplet: je kunt brainstormen met behulp van een mindmap.
  • Socrative: snel inventariseren wat lerenden nog weten van een onderwerp. Via een ‘space race’ kun je ook gamification-principes gebruiken.
  • Tricider: reageren op ideeën, voor- en tegens erbij benoemen en vervolgens stemmen. Bij anoniem gebruik, loop je het risico dat lerenden gaan ‘klooien’. Deze applicatie kun je ook voor ’thuis leren’ gebruiken.
  • Stereomood: op basis van een bepaalde gemoedtoestand (optimistisch, cool, etc) met muziek een werksfeer beïnvloeden.

Sociale media gaan volgens Patrick over verbinden en uitwisselen. Maar wat zou er gebeuren als we alleen maar nog in 140 tekens zouden communiceren?

Karin Winters (@karinwinters) mocht na mij een sessie verzorgen. Zij is met name in gegaan op het gebruik van LinkedIn voor professionals, en heeft dat ook uitgebreid laten zien. Ook is zij ingegaan op de vraag waarom je sociale media in het onderwijs in kunt zetten. De belangrijkste conclusies die ik uit haar workshop heb getrokken, zijn:

  • Het gebruik van sociale media moet een oplossing zijn, geen probleem.
  • Deel met collega’s welke apps je wel en niet wilt gebruiken in je les. “De app van de dag”, is een mogelijkheid.
  • Je kunt als professional niet meer zonder LinkedIn. En niet alleen als je op zoek bent naar een baan. Je kunt op LinkedIn ook gebruiken als bekwaamheidsdossier. Een profielfoto op LinkedIn is geen vakantiekiekje. Als je een profiel aanmaakt, vul ‘m dan in.
  • Word lid van groepen. Die zijn erg laagdrempelig om met anderen te interacteren.
  • Gebruik een persoonlijk bericht, als je mensen uitnodigt om te verbinden op LinkedIn.
  • Als je lid bent van een groep dan kun je die groepsleden meestal uitnodigen om een verbinding te maken, ook als je zij geen deel uit maken van jouw netwerken (je ‘vrienden’).
  • Persoonlijke contacten kun je nooit vervangen door sociale media, maar wel verrijken met sociale media. Denk aan de binding van BBL-leerlingen.
  • Je moet uit persoonlijke omgevingen van leerlingen blijven, en daarom eigenlijk niet Facebook voor het onderwijs gebruiken. Je kunt Facebook wel prima gebruiken voor schoolprofilering.
  • Je kunt met name weblogs gebruiken in de stage. Leerlingen van grafische opleidingen zouden hun producten kunnen delen via blogs (ook goed voor hun profiel).
  • Leerlingen lok je naar je open dagen via spectaculaire YouTube-films (zoals lipdubs), en niet via posters aan lantarenpalen.
  • Met behulp van online video en handheld camera’s kun je ‘binnenste buiten’ leren realiseren. Binnen de horeca worden bijvoorbeeld instructievideo’s gebruikt, zoals snijtechnieken. Passie voor horeca is daar een voorbeeld van. Karin demonstreerde dat je binnen een minuut of toen een video kunt bewerken en online publiceren.

Mieke van Keulen (@miekevankeulen) van Kennisnet is ingegaan op de publicatie “Hoe? Zo! Sociale media”. Wat is er nodig om sociale media binnen de instelling in te voeren? De m.i. belangrijkste conclusies zijn:

  • Er wordt over jouw school getwitterd, ook al is jouw school zelf niet op Twitter actief.
  • Er wordt steeds vaker geblogd over stages. De blogposts zijn lang niet altijd vrij toegankelijk. De vraag is of de bewaarplicht geldt voor dergelijke verslagen.
  • Twitter is populair onder leerlingen als je er roosterwijzigingen mee deelt.
  • Door middel van de visieversneller kun je als school een visie ontwikkelen op het gebruik van sociale media.
  • Sociale media kan op drie terreinen een bijdrage leveren aan de kernstrategie van de organisatie: communicatie, professionalisering medewerkers, leerproces.
  • Er is een ROC waar men geëxperimenteerd heeft met ouderavonden via Skype. Je kunt sociale media ook gebruiken voor interactie met ouders, bedrijfsleven, alumni en de regionale gemeenschap.
  • Je moet met elkaar afspreken welke spelregels je hanteert bij het gebruik van sociale media. ROC van Twente hebben bijvoorbeeld uitgangspunten voor online communicatie ontwikkeld.
  • Wat is belangrijkste afspraak op managementniveau op dit terrein? Wellicht: gebruik je gezond verstand of wees je bewust van de mogelijke impact.
  • Privacy heeft te maken met ben ik te vertrouwen (heb ik niets te verbergen), en zijn anderen te vertrouwen? Ga er ook niet te krampachtig mee op.
  • Ondersteuning van docenten is erg belangrijk, maar gebeurt lang niet altijd voldoende en goed.

Hier vind je haar Prezi-presentatie:

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.