OU-collega Fred de Vries hield tijdens het EADL-congres een inleiding over het belang van een nationale strategie voor open educational resources (OER).
Er is namelijk al heel veel ervaring opgedaan met OER. Het is nu zaak om OER breder in te bedden binnen organisaties. Het gaat er om OER duurzaam in te bedden. Daarvoor zijn nationale strategieën nodig, want tot nu toen zijn OER vaak afhankelijk van tijdelijke subsidies en fondsen.
Openheid is daarbij een onderliggend concept, dat betrekking heeft op software, toegankelijkheid, content (producten van lerenden en onderwijsgevenden, ook reflecties en commentaren) en leermaterialen.
De learning services zijn dan soms gratis, maar vaak ook betaald (advies, begeleiding, beoordelingen, enzovoorts).
In zijn presentatie vergeleek Fred het all-inclusive cursusmodel met het split-component cursusmodel. In het eerste model zijn allerlei modulen en cursussen met vrij verkrijgbare materialen beschikbaar, is er begeleiding tijdens het traject en beoordeling aan het eind. Een voorbeeld van dit model is het Metabolaspel: dit is een afgebakende, kant en klare, en volledig te bestuderen module. Een dergelijk model is volgens Fred niet duurzaam als OER toe te passen.
Dat kan wel met het split-component cursusmodel, waarin je bepaalde onderdelen als OER aanbiedt, en anderen (zoals seminars) tegen betaling beschikbaar stelt.
Fred is ook nog kort in gegaan op enkele nationale OER-strategieën, zoals Wikiwijs of het Indiase National E-content and Curriculum Initiative. OER zou moeten leiden tot een betere kwaliteit, betere efficiency en een grotere toegankelijkheid zonder dat je keer geld uit hoeft te geven. Maar dan moet je wel bereid zijn bronnen te delen en te hergebruiken. Bovendien kan het leiden tot meer innovatie. Tenslotte heeft Fred e.e.a. laten zien van OpenU. Maar daar zal ik op een later moment uitgebreider op terug komen.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie