Hoe technologie positief gedrag in scholen kan ondersteunen?

Binnen het onderwijs wordt dikwijls aandacht besteed aan een schoolbrede aanpak voor gedragsvraagstukken, met een positieve insteek. Hoe kan technologie deze benadering ondersteunen?

PBIS staat voor “Positive Behavioral Interventions and Supports”. Je streeft daarbij via een schoolbrede aanpak naar het expliciet maken en stimuleren van gewenst gedrag bij lerenden. Vanuit gedeelde waarden probeer je een sociale omgeving te scheppen die leren bevordert, gedragsproblemen voorkomt en leerprestaties verbetert. Daarbij wordt nadrukkelijk een positieve insteek gekozen. Je zegt bijvoorbeeld niet tegen je lerenden: “Zet nu je mobiele telefoon uit”, maar: “Vergeet niet na afloop van de volgende leeractiviteit je mobiel weer aan te zetten”.

Deze benadering heeft volgens Karen Gifford drie pijlers:

  1. Schoolbrede interventies voor alle lerenden.
  2. Gerichte benaderingen voor lerenden die aanvullende ondersteuning nodig hebben.
  3. Ondersteuning voor lerenden die behoorlijke gedragsproblemen hebben en die een individueel programma nodig hebben met wellicht extra (externe) dienstverlening.

Volgens Gifford kan technologie op drie manieren ondersteunen bij de implementatie van PBIS.

  • www.oabdekkers.nl_images_stories_documenten_swpbssymposium.pdfHet verzamelen en analyseren van data kan helpen om de behoeften aan ondersteuning in kaart te brengen zodat de school zich daar op kan focussen. Anita Blonk, lector bij Fontys, heeft in 2012 in dit verband gepleit voor ‘data gebaseerd werken’. Daarbij wordt data vooral op ‘microniveau’ verzameld en gebruikt (bijvoorbeeld over incidenten of locaties waar incidenten zich voordoen). Gifford geeft in haar bijdrage voorbeelden van applicaties, zoals PBISApps, die daarvoor worden gebruikt. Uiteraard zul je zeer zorgvuldig om moeten gaan deze data.
  • Je kunt technologie inzetten bij de professionalisering van medewerkers op het gebied van PBIS. Gifford geeft daarbij het voorbeeld van online video’s en multimedia boeken op dit gebied. Maar je kunt uiteraard aan meer toepassingen denken, zoals online communities.
  • Je kunt leertechnologie gebruiken om lerenden meer geëngageerd te laten leren:

When students are engaged in learning, they are less likely to act inappropriately in class. Boredom, on the other hand, frequently leads to a disciplinary problem. And when students tune out, it’s often because the content is either too challenging or not challenging enough.

Dat betekent dus het gebruiken van leertechnologie voor het personaliseren van leren. Maar je kunt ook bijvoorbeeld denken aan het gebruik van applicaties die lerenden actief betrekken bij het leerproces, zoals het gebruik van student response systemen of lerenden online leerstof over onderwerpen laten ontwikkelen. Het betekent wat mij betreft ook dat je leertechnologie zodanig in je onderwijs inzet dat bijvoorbeeld voorkomen wordt dat lerenden worden afgeleid van het leren.

Ik mis hierbij overigens: lerenden op een ‘wijze’ manier leren gebruik te maken van technologie en media. Toepassingen als Facebook of WhatsApp worden ook gebruikt voor ’negatief gedrag’ zoals pesten. De impact hiervan is anders en vaak groter dat negatief gedrag dat tijdens ‘contigue’ bijeenkomsten wordt getoond. Dat vraagt dus ook om een specifieke benadering.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.