OEB08: de kloof tussen praat en praktijk

De vrijdagochtend startte voor mij met een leuke ontbijtsessie, georganiseerd door het Consortium voor Innovatie. Tijdens die sessie wisselden collega's van ROC's en een uitgever ervaringen van de eerste dag uit. Het CvI had mij gevraagd deze sessie te faciliteren.

De officiële conferentie werd daarna hervat met drie inleidingen (helaas met weinig ruimte voor discussie). Wat me hier het meest opviel was het grote verschil tussen de fraaie verhalen over de invloed van technologische ontwikkelingen op onderwijs, leren en ontwikkelen enerzijds, en de e-learning praktijk van een onderneming als Total anderzijds.

Tot dusver pleitten Michael Wesch, Ton Zijlstra en Clive Shepherd op een gedreven manier voor transformatie van opleiden en leren. Deze ochtend vertelde Richard Straub (o.a. secretaris-generaal van de European Learning Industry Group) over ontwikkelingen zoals

  • Technologische revoluties met een sociale impact (web 2.0).
  • De onomkeerbare ontwikkeling van openheid (open source, open standaarden, open educational resources, etc).
  • De realisatie van een nieuw education continuum (niet meer lineair onderwijs genieten, maar een permanente mix van formeel en informeel leren).
  • Een paradigmashift in het organiseren van arbeid (van gesloten organisaties waarbij besluiten 'top down' worden genomen en waarbij centraal gepland wordt, naar open organisaties met bottom up besluitvorming en een grotere nadruk op participatie).


Richard Straub

De Global Learning Strategy van oliemultinational Total (95 duizend medewerkers in 130 landen) stak hier echter schril bij af. Christophe Binot van Total onderstreepte het belang van e-learning voor Total. Er zijn duidelijke leerbehoeften van grote groepen gebruikers, die (o.a. met het oog op reiskosten en reistijd, en “time-to-market-argumenten') worden beantwoord met e-learning. Het was echter een heel klassieke benadering van e-learning. Volledig geredeneerd vanuit de behoeften van de organisatie, en niet vanuit de behoefte van de lerende (”e-learning is no self-service”). Elke e-learning activiteit wordt getoetst. De content -zo kwam het op mij over- was sterk gericht op kennisreproductie, aangeboden door de organisatie. Web 2.0 kwam in zijn vocabulair niet voor.

Natuurlijk, een bedrijf als Total is geworteld in een Franse cultuur (met invloed op de manier van leren), en heeft te maken met

  • complexe werkprocessen die medewerkers eenvoudig weg moeten beheersen,
  • met veranderende wet- en regelgeving, die leiden tot compliancy-based learning, bijvoorbeeld als gevolg van milieuwetgeving
  • en met nieuwe applicaties en systemen die grote groepen medewerkers moeten leren beheersen.

Maar desalniettemin vond ik dat er sprake was van een grote kloof tussen de visionaire verhalen en de praktijk van deze Franse multinational.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.