Ik heb gisteren een lunchreferaat verzorgd voor een groep medewerkers van Noordhoff Zorg. Daarbij ben ik ingegaan op vijf belangrijke trends op het gebied van digitale technologie en leren en ontwikkelen.
Ik ben eerst kort ingegaan op het gegeven dat trends op dit gebied ook vaak ontstaan als gevolg van een samenspel van diverse factoren. Hierover heb ik eerder geblogd. Gepersonaliseerd leren wordt bijvoorbeeld beïnvloed door individualisering en mogelijk gemaakt door adaptieve technologie (en nu ook door de combinatie van big data en AI). Inzichten op het gebied van formeel en informeel leren hebben ook hun invloed op ’technology enhanced learning’ (bijvoorbeeld zelfgeorganiseerd leren via media als YouTube).
Tijdens gastcolleges in het kader van de FCe Postbachelor opleiding e-Learning onderscheid ik dertig trends. Je moet je daarbij wel afvragen wanneer een trend is uitgegroeid tot een algemeen geaccepteerde en geïntegreerde praktijk. Mobile learning was ooit een trend, maar komt nu niet meer op mijn lijst voort (algemeen geaccepteerd en gebruikt).
De eerste trend, die ik onderscheid, is de veranderende aard van e-learning. Vroeger werd e-learning geassocieerd met het bestuderen van relatief platte online contant. Nog steeds wordt vaak gesproken over ‘een e-learning’ of over ‘e-learnings’. Inmiddels is de aard van e-learning sterk verbreed. Dat is ook een belangrijke trend. In mijn meest recente boek “Van start met e-learning in 60 minuten” onderscheid ik op basis van Shepherd (2013) de volgende vormen:
- Online leereenheden (inclusief microlearning). Zelfstudie lessen waarbij lerenden individueel, tijd- en plaatsonafhankelijk, online cursussen volgen en deze eventueel afronden met een test.
- Live online leren. Volledig synchroon online leren waarbij instructies en verwerking online plaatsvinden, en waarbij de opleider en lerenden op hetzelfde tijdstip achter hun laptop/tablet zitten en synchroon online zijn (plaatsonafhankelijk en tijdgebonden).
- Simulaties en virtuele werelden. Hiertoe behoren ook serious games, virtual reality en augmented reality.
- Online informatie zoeken en vragen stellen (bijvoorbeeld via zoekmachines, performance support systemen en nu ook via toepassingen als ChatGPT).
- Online leren in communities of netwerken. Dit kan live online plaatsvinden of plaats- en tijdsonafhankelijk.
Trend twee is de opkomst en het gebruik van AI voor leren en ontwikkelen. ‘AI’ kennen we al sinds de jaren vijftig. Sinds ongeveer 2013 is er ook veel aandacht voor AI voor leren en ontwikkelen, opleiden en onderwijs. Dankzij de adoptie van generatieve AI heeft deze trend een sterke impuls gekregen. Als het gaat op leren en ontwikkelen gaat veel aandacht uit naar het kunnen genereren van allerlei vormen van content. Persoonlijk denk ik dat het kunnen converseren met AI-toepassingen de grootste impact zal hebben op leren en ontwikkelen (AI-toepassingen als begeleider, coach en expert; 24/7 beschikbaar, op termijn ook empathisch).
Trend drie wordt in toenemende mate mogelijk gemaakt dankzij AI-technologie: meer personalisering (naar inhoud, niveau, tempo, ‘just-in-time’). Op het gebied van L&D zie je bijvoorbeeld dat lerenden content krijgen aangeboden op basis van hun ‘leergedrag’. Binnen het reguliere onderwijs blijken echter vooral de betere lerenden van deze aanpak te profiteren waardoor de verschillen tussen lerenden verder worden vergroot. Bovendien kan een sterke nadruk op individualisering het sociale aspect van leren verminderen (Karsten, 2019; artikel niet meer online). Gepersonaliseerd leren stelt daarnaast hoge eisen aan metacognitieve en zelfregulerende vaardigheden van lerenden (bron).
De vierde trend is dat digitale technologie zelfgestuurd leren faciliteert en ‘enabled’. Smartphones, sociale media en toepassingen als RSS-feedreaders maken het mogelijk dat werknemers zelfstandig de verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen leerproces. Ze bepalen zelf wat ze willen leren en gebruiken genoemde digitale technologieën om leervragen beantwoord te krijgen. Generatieve AI-toepassingen worden daarbij ook in toenemende mate gebruikt, bijvoorbeeld door een applicatie als Claude 3.7 Sonnet een specifieke rol te laten vervullen tijdens een gesprek.
De laatste trend die ik heb besproken is de ontwikkeling van een leermanagementsysteem naar een ‘leertechnologisch ecosysteem’ (een samenhangend geheel van applicaties die met elkaar dankzij standaarden geïntegreerd kunnen worden).
Na deze toelichting heb ik met de aanwezigen gesproken over de impact van deze ontwikkelingen op de eigen leeromgeving die men gebruikt.
Hieronder vind je mijn slides.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie