Drie niveaus van kunstmatige intelligentie (AI)

Steve Wheeler besteedt aandacht aan kunstmatige oftewel artificiële intelligentie (AI). Hij gelooft -net als ik- dat AI geen grote bedreiging vormt voor mensen. Dat komt omdat hij drie niveaus van AI onderscheidt. De hogere niveaus zijn dan science fiction.

Volgens hem is AI “overhyped”. Steve stelt dat AI vooral gevolgen zal hebben in de ontwikkelde wereld. Honderden miljoenen burgers zullen weinig merken van de gevolgen van AI. De digitale kloof tussen degenen die toegang hebben tot technologie en degenen die geen toegang hebben tot technologie, blijft groter en groter worden naarmate de technologie zich verder ontwikkeld.

Mijn opmerking: dat is op zich correct. Het is echter de vraag of je de aandacht voor AI overdreven kunt vinden als miljarden mensen er wel door worden geraakt. En niet zo’n beetje ook. Ik denk bijvoorbeeld aan de wijze waarop ze in China aan gezichtsherkenning doen.

Steve stelt verder dat er mensen zijn die beweren dat AI een existentiële bedreiging voor de mensheid vormt. Steve maakt in zijn bijdrage onderscheid in drie vormen van AI:

  1. Artificial Narrow Intelligence. Bijvoorbeeld chatbots. Deze vorm van AI overtreft menselijke intelligentie niet. Deze toepassingen doorstaan de zogenaamde Turing Test niet (kan een computer een mens voor de gek houden en laten denken dat de mens met een ander mens communiceert?). De meeste AI-toepassingen bevinden zich op dit niveau. Zij hebben een beperkte scope en kunnen meestal één ding goed (zoals schaken of huidkanker opsporen).
  2. Artificial General Intelligence: AI is gelijkwaardig aan menselijke intelligentie. Deze AI-toepassing heeft de Turing-test doorstaan.
  3. Artificial Super Intelligence: AI overstijgt menselijke intelligentie. Pas op dit niveau vormt AI een echte bedreiging voor mensen. Deze toepassingen kom je echter vooral in science fiction-films tegen.

Mijn opmerking: dit is een zinvol onderscheid. Je ziet inderdaad dat AI-toepassingen een beperkte focus hebben. Dat betekent niet dat hun impact op dat specifieke terrein beperkt zal zijn. Stel, AI is op het terrein van tekstanalyse ‘volwassen’ en het automatisch beoordelen van essay-vragen wordt hierdoor realiteit. Dit zal volgens mij grote gevolgen hebben voor de manier waarop we gaan toetsen, en voor de werkdruk van docenten.

Steve Wheeler geeft tenslotte aan dat AI nog sterk in ontwikkeling is. We denken wellicht dat machines de rollen en plichten van een mens kunnen vervullen. Wellicht kan AI op sommige specifieke terreinen betere prestaties leveren dan een mens. Dit is echter geen algemeen beeld, meent Steve. Zoals gezegd is AI echter vaak sterk op één specifiek terrein. Meer geavanceerde, algemene, toepassingen zijn volgens hem zeldzaam, duur en niet toegankelijk voor een breed publiek. De scope van AI is beperkt, maar onafwendbaar, concludeert hij.

Mijn opmerking: de invloed van AI op veel specifieke terreinen zal groot zijn. Bij elkaar opgeteld kan dit wel degelijk leiden tot grote veranderingen. Het betekent echter bijvoorbeeld niet dat mensen zich hierdoor bedreigd hoeven te voelen. Veel banen zullen niet gaan verdwijnen. AI zal wel een aantal taken van ons over nemen. Dit alleen leidt al tot de nodige uitdagingen. Ik heb bijvoorbeeld al vaker geschreven over ethische aspecten. Maar wat te denken van het feit dat werknemers alleen nog maar complexe taken hoeven uit te voeren als eenvoudige taken dankzij AI geautomatiseerd zijn. Denk bijvoorbeeld aan het opstellen van standaard mails. Leidt dit niet tot een te grote cognitieve overbelasting bij werknemer? En hoe bouwen we dan rustmomenten in ons werk in? Wat betekent dit voor ‘HR’?

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.