Zeven macro-trends op het gebied van online leren

Mark Brown kijkt in een uitgebreid paper (pdf) met een helikopterblik naar belangrijke trends en ontwikkelingen op het gebied van online leren.

Online leren definieert hij als onderwijs dat wordt verzorgd of ervaren in een online
omgeving, synchroon of asynchroon door het gebruik van het internet waarbij
lerenden niet samen aanwezig hoeven te zijn in een fysieke ruimte (op basis van een studie van Singh & Thurman, 2019).

De zeven macro-trends op dit terrein zijn dan:

  1. Samenvloeien. Verschillende modaliteiten vervagen. Online leren is complex en niet één en hetzelfde fenomeen. Het omvat vele vormen, variaties, en modificaties. Online leren kan meer en minder formeel zijn, en op locatie en ‘off-campus’ plaatsvinden. Diverse pedagogisch-didactische aanpakken kunnen worden toegepast en ook met elkaar worden gecombineerd.
  2. Massificatie. De ontwikkeling van grootschalige didactiek. Online leren kan op grote schaal worden verzorgd of ervaren. Denk aan massive open online courses. Deze grootschalige cursussen zijn dikwijls ook heel divers van aard. Daar komt bij dat deelname formeel erkend kan worden of niet, en dat ‘credentials’ gebundeld of niet gebundeld kunnen worden (micro-credentials).
  3. Openheid. Er zijn verschillende principes verbonden met dit concept: vrijheid tot hergebruik, open toegang, gratis toegang, gemakkelijk gebruik, digitale/netwerkinhoud,
    sociale/communautaire benaderingen, ethische argumenten voor openheid, en openheid als een efficiënt model.
  4. Interactiviteit: learning by design. Interactiviteit wordt beschouwd als essentieel voor actief en zinvol online leren, en als een bepalend en kritisch onderdeel van het
    leerproces. Er zijn verschillende vormen van interactiviteit. Hoe meer interactie betekent trouwens niet hoe beter de leerervaringen. Leerervaringen vinden vooral plaats op het kruispunt van drie vormen van ‘presence‘ (cognitief, social, docent).
  5. Diversificatie van digitale gereedschappen en technologieën en de daarmee gepaard gaande groei van de vraag naar online leren. Het leermanagementsysteem neemt nog steeds een centrale positie in op het gebied van leertechnologieën. Wel wordt de online leeromgeving steeds meer gezien als een complex ecosysteem van onderling verbonden technologieën. Dit vraagt veel van deskundigheid, aandacht voor cybersecurity, databescherming, interoperabiliteit, etcetera.
  6. De groei van ‘big ed tech’. Nieuwe online onderwijsmodellen kenmerken zich door
    “vermarkting”, “platformisering” en “commercialisering”. In tien jaar tijd hebben bedrijven die zich bezig houden met educatieve technologie 32 keer zo veel “private equity and venture capital funding” verworven (16 miljard dollar in 2020). Er zijn ook zorgen over zaken als het automatiseren van onderwijs, het gebruik van surveillance technologie, enzovoorts. Verder zou de ed tech industrie bijdragen aan privatisering en ‘unbundling’ van het onderwijs (veel flexibel werk). Brown pleit er echter voor om samen te werken met de ed tech industrie om echte educatieve problemen op te lossen, en hen niet te beschouwen als vijand.
  7. Vergroening van de educatieve technologie. ‘Online leren’ zal bij moeten dragen aan klimaatverandering. Online leren op zich zou 87% minder energie kosten dan campusonderwijs. Tegelijkertijd hebben we te maken met vuile aspecten van de productie van digitale hardware, de enorme energie energiebehoeften van gegevensverwerkingscentra en het toenemende probleem van elektronisch afval.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *