21st century education of global educational reform movement?

Hoe ontwikkelt het onderwijs zich? Is het onderwijs aan het hervormen? En zo ja: in welke richting dan? Deze vragen probeer ik in deze blogpost te beantwoorden. Is een beweging gaande richting “21st century education“, of juist niet? Bewijs is in elk geval lastig te leveren.

Gisterochtend pikte ik een Twitter-dialoog op tussen Maarten den Braber (@mdbraber), Erwin Blom (@erwblo) en Marco Derksen (@marcoderksen) over onderwijsvernieuwingen. Op een gegeven moment twitterde Marco:

Ik heb de heren beloofd hier een blogpost aan te zullen wijden.

Onderwijshervormingen?

‘Onderwijshervormingen’ wil ik definiëren als veranderingen die te maken kunnen hebben met de structuur, inhoud van en/of wijze waarop onderwijs wordt georganiseerd en verzorgd. Onderwijshervormingen zijn van alle tijden. Denk aan de invoering van de Leerplicht. Veel onderwijshervormingen hebben betrekking op de structuur van het onderwijssysteem. Denk aan de Mammoetwet. Idealiter hangen inhoud en didactiek met elkaar samen. Dat is lang niet altijd het geval (wat vaak tot problemen leidt, bijvoorbeeld bij de invoering van competentiegericht onderwijs).

Onderwijshervormingen worden vaak geïnitieerd door de landelijke overheid, maar kunnen ook het initiatief zijn van een school (bijvoorbeeld als een school besluit van onderwijsconcept te veranderen) of van belanghebbenden zelf (als docenten besluiten op een andere manier les te gaan geven). Onderwijshervormingen kunnen zich dan ook op macro-, meso- en microniveau afspelen.

Twee tegengestelde ontwikkelingen

Laat ik me beperken tot het macro/mesoniveau. Ik zie grofweg twee, tegengestelde, ontwikkelingen als het gaat om hedendaagse onderwijshervormingen, die te maken hebben met het ‘wat’ en ‘hoe’.  Laten we de ene ontwikkeling 21st century education noemen (analoog aan de nadruk op de 21st century skills), en de andere ontwikkeling Global education reform movementWaarschijnlijk is  sprake van een continuüm, en is de werkelijkheid  complexer dan onderstaande tabel doet vermoeden.

Maar het gaat om de richting, de beweging.

21st century education Global education reform movement
Ruimte voor personalisering en individuele ontwikkeling.
Verbinding talenten en passies. Leerlinggecentreerd.
Standardisering van leerresultaten en schoolprestaties. Opbrengstgericht werken. Organisatiegecentreerd.
Sterke focus op zaken als creativiteit, samenwerken, problemen oplossen, ICT-geletterdheid en ’toepassen. Brede pedagogische opdracht. Sterke focus op kernonderwerpen (taal, rekenen, wetenschap) en ‘kennis’. Smalle pedagogische opdracht.
Formatieve, individuele beoordelingen. Veel centrale toetsen. Summatief.
Veel ruimte om te experimenteren. Weinig ruimte om te experimenteren.
Nadruk op co-creatie. Kennisconstructie. Nadruk op instructie. Kennisoverdracht.
ICT wordt gebruikt om te creëren, samen te werken, interactie, gepersonaliseerd leren.  ICT wordt gebruikt om te toetsen, om te informeren,
content te verstrekken. In de VS moeten scholen
veel websites blokkeren om te voorkomen dat leerlingen in aanraking komen ‘ongeschikt’ materiaal.
Professionele verantwoordelijkheid voor docenten. Veel autonomie binnen duidelijke kaders. Samenwerking tussen docenten. Weinig ruimte voor professionele ontwikkeling. Weinig autonomie voor docenten. Veel bureaucratie voor docenten.
Scholen leggen verantwoordelijkheid af over resultaten. High trust. Scholen worden gecontroleerd op het proces (zoals onderwijstijd). Low trust.
Finland VS, Groot-Brittannië, Australië, Nederland

Als je kijkt naar de wijze waarop in ons land het onderwijs zich ontwikkeld, dan is wat betreft beleid nadrukkelijk sprake van een Global Education Reform Movement. Het Actieplan VO Beter presteren en het Actieplan MBO Focus op Vakmanschap zijn daar m.i. duidelijke illustraties van (lees vooral tussen de regels). De minister van Onderwijs zal overigens benadrukken zich niet te bemoeien met de wijze waarop onderwijs gegeven wordt. Echter, bemoeienis met de inhoud van het onderwijs heeft ook gevolgen voor didactiek. Een organisatie als Beter Onderwijs Nederland verzet zich ook sterk tegen ‘21st century education‘.

Tegelijkertijd zie je ook dat scholen en betrokkenen ‘21st century education‘  gaan implementeren. Het is de vraag, zoals Marco Derksen opperde, of deze beweging aan belang toeneemt.

Het Montessori-onderwijs of ander Vernieuwingsonderwijs heeft hier raakvlakken mee. Over de belangstelling voor Vernieuwingsonderwijs kan ik weinig data vinden. Het CBS geeft geen informatie over belangstelling voor onderwijsmethoden. Op de website van het Vernieuwingsonderwijs staat dat er 700 scholen voor basis- en voortgezet onderwijs tot vernieuwingsonderwijs gerekend kunnen worden. Dit is minder dan 10% van het totaal aantal scholen voor basis- en voortgezet onderwijs (iets meer dan 7500 scholen in totaal). Over de ontwikkeling van dit aantal vind ik helaas geen informatie.

Je ziet dat  ‘21st century education‘ relatief veel ‘zendtijd’ krijgt in de Edublog-sphere (ik doe er ook aan mee). Mensen als Pasi Sahlberg en Ken Robinson komen bijvoorbeeld in veel blog posts ‘aan het woord’, net als projecten en initiatieven die binnen dit kader passen. Kennisnet besteedt o.a. in navolging van een Amerikaans initiatief (geïnitieerd door grote technologie-gedreven bedrijven) aandacht aan bekwaamheden voor de 21ste eeuw. Andere initiatieven zijn:

  • Democratische scholen (er zijn er dertien in Nederland; opgekomen nadat de Iederwijs-scholen praktisch verdwenen zijn).
  • De aankondiging van de ‘Steve Jobs’-scholen.
  • Scholen als het Connect College, Niekée, Unic, het Ichtus College of Stad en Esch houden zich bezig met onderwijs van de 21ste eeuw. Dat geldt ook voor scholen die gaan werken met de Noordwijkse Methode (dat zijn er volgens mij 2). Binnenkort ga ik naar een school die ook deel uit maakt van deze beweging (ik weet niet of ik er al over mag bloggen).
  • Lente in het onderwijs (een aantal betrokken individuen roept op positieve energie in het onderwijs te mobiliseren, en sociale media op een creatieve manier te gebruiken). Bekijk dit overzicht van individuele docenten die bezig zijn met vormen van ‘21st century education‘.

Het gaat hierbij vooral om ‘anekdotisch’ bewijsmateriaal. Rechtvaardigt dit de stelling dat sprake is van een beweging die aan belang wint? Of leiden de anekdotes tot tunnelvisie?

Het overheidsbeleid gaat in elk geval een andere kant op. En daar hebben deze initiatieven in elk geval ook mee te maken.

Ken jij nog meer initiatieven op het gebied van ‘21st century education‘? Beschik jij over cijfers die een beweging illustreren? Laat ze via onderstaande reactiemogelijkheid achter.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

2 reacties

  1. Wederom een helder en goed samenvattend artikel. Op 1 punt is er wat mij betreft discussie. Je schrijft:
    ‘weinig autonomie voor docenten’ in de kolom ‘global education reform movement’.
    M.i. is dit grotendeels onjuist. De autonomie van docenten, gewaardeerd om hun kennis en vakdiscipline, is groot. Evenzo hun machtsbasis. Klassikale instructie met de deur dicht houdt invloeden buiten. Niet voor niets wordt vanuit de BON een ware kruistocht gehouden om deze autonomie overeind te houden of te versterken. De strijdt tegen sociale media en 21 centrum skills is elke dag te lezen op de linkedin fora. Juist in die hoek wordt relativering van de professionaliteit van de docenten verweten. Vernieuwing wordt grotendeels ervaren als ondermijnend tov die autonomie.

    M.i. Is er tevens een verdiepingsslag in het vergelijk van de kolommen mogelijk:
    De synergie tussen beide ‘modellen’? Onderwijs waarin actief wordt gestuurd op de bijdrage van de actief lerende leerlingen en de daaraan bijdragende docenten. Co.-creatie van leerorocessen en leerresultaten, waarin input vanuit de reeds ontwikkelde cultuur historie (gerepresenteerd door de docent en de leerstof) wordt verrijkt met het grootse leervermogen van de kinderen vanwege hun natuurlijke zucht het onbekende te leren kennen. Technieken en inhouden van deze tijd vergroten zowel het bewustzijn als de handelingsrijkwijdte van de leerlingen en de docenten.
    Ik reken het ontwikkelingsgericht onderwijs – de OGO-scholen – tot deze 3e kolom, vanwege hun wederkerige pedagogische en didactische opvattingen. En de focus op de combinatie van het leren voor individuele en maatschappelijke ontwikkeling.

    Gr. Hans Pollen

  2. Ik denk dat, ondanks dat docenten nog steeds ‘baas in eigen klaslokaal zijn’, dat onderwijsgevenden veel autonomie zijn kwijtgeraakt. Bijvoorbeeld door invoering van centrale examens, het verplicht moeten registreren van gegevens, het zich moeten schikken naar centraal geïmplementeerde ICT, etc. Volgens mij heeft de ‘weerstand’ tegen een aantal ontwikkelingen, die jij noemt, andere oorzaken. Bijvoorbeeld doordat men oprecht vindt dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van het onderwijs.
    Uiteraard is een verdiepingsslag mogelijk.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.