Burgerlijke ongehoorzaamheid en democratie

De 'Affaire Duyvendak' draait wat mij betreft vooral om de vraag inhoeverre burgerlijke ongehoorzaamheid past binnen onze parlementaire democratie, in welke mate GroenLinks 'burgerlijke ongehoorzaamheid' moet toejuichen èn in hoeverre de betreffende inbraak het predikaat 'burgerlijke ongehoorzaamheid' mag hebben.

Persoonlijk vind ik de parlementaire democratie zoals we die kennen de beste bestuursvorm die er is, zij het niet de meest optimale. Winston Churchill schijnt ooit gezegd te hebben:


Democracy is the worst form of government except for all those others that have been tried.


Binnen de parlementaire democratie vindt besluitvorming helaas niet altijd op een open en transparante manier plaats. Er is sprake van

  • dealen en whealen: gedraai en gekonkel
  • achterkamertjespolitiek
  • het uitoefenen van oneigenlijke druk
  • persoonlijke of partijpolitieke belangen die de voorrang krijgen boven het algemene belang
  • het bewust achterhouden van informatie, en het verkeerd informeren
  • verschillende vormen van chantage
  • en zelfs corruptie (denk aan de Bouwfraude).

In dit kader maakt burgerlijke ongehoorzaamheid in feite deel uit van een systeem van checks and balances, waarmee 'machtelozen' tegenwicht kunnen bieden aan 'machthebbers'. In het verleden werd in dit kader de slogan gebruikt:


Waar onrecht recht wordt, wordt verzet een plicht.


Volgens socioloog Cees Schuyt zijn burgerlijk ongehoorzame handelingen illegaal maar wel openlijk en gewetensvol. Verder is sprake van

  • geweldloosheid
  • het respecteren van de rechten van anderen
  • een balans tussen doel en middel
  • ideële motieven (en niet van eigen belang).

Begin jaren tachtig heeft de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid -waar Schuyt toen lid van was- een pleidooi gehouden voor het toestaan van burgerlijke ongehoorzaamheid (Van Hoorn cs, 1982, p. 66). GroenLinks is daar volgens mij ook altijd voorstander van geweest. Ik ben er dan ook erg over verbaasd dat mensen als Femke Halsema en Wijnand Duyvendak nu afstand doen van illegale activiteiten, en pleiten voor acties die zich binnen het kader van de wet afspelen. (En inderdaad, schandelijk zoals De Volkskrant reageerde).

Dat betekent m.i. dat je ook geen gebouwen meer mag bezetten, je niet meer mag vastketenen aan landingsbanen en je geen verkeerspleinen meer mag blokkeren. Als je strikt vasthoudt aan de 'grenzen van de wet', zou volgens mij zelfs de GroenLinks-actie Guerilla Gardeners 'niet kunnen'! Je mag immers niet zo maar bloemen planten.

Volgens mij is dit een brug te ver. Ik zou er voor willen pleiten dat GroenLinks zich inzet voor een herwaardering van de principes van burgerlijke ongehoorzaamheid, zoals die in de jaren tachtig redelijk breed maatschappelijk gesteund werden. Volgens mij zijn de hierboven genoemde uitgangspunten nog steeds actueel. Je zou er nog aan toe kunnen voegen dat overtredingen wel vallen onder burgerlijke ongehoorzaamheid, maar misdaden niet.

De inbraak van Wijnand Duyvendak cs zou dan niet onder 'burgerlijke ongehoorzaamheid' vallen. Ik ben daar niet zonder meer voor. Mijn aarzeling heeft alles te maken met de relatie tussen doel en middel. Het middel 'inbraak' is zeer zwaar. Maar dat was de betreffende kwestie (het ontsluiten van belangwekkende informatie die een ministerie doelbewust achterhield) ook.

Wat mij betreft zou een rechter moeten toetsen of er sprake is van een balans tussen doel en middel. Op dit moment doen rechters dat volgens mij niet, zodat deze toets nog wettelijk geregeld moet worden. In de jaren tachtig zouden de 'ideële inbrekers' onmiddellijk gearresteerd en veroordeeld zijn. Ik kan me voorstellen dat Duyvendak cs zich daardoor niet hebben gehouden aan het 'burgerlijke ongehoorzaamheids-principe' van 'openlijkheid'. Indien een rechter eerst zou toetsen of doel en middel zich tot elkaar verhouden, dan zou dit openlijke en gewetensvolle activiteiten ten goede kunnen komen. Het lijkt me een mooie taak van onze parlementariërs om zich daarvoor in te zetten.

Bron:

Van Hoorn, H., Planken, T. & Verbakel, F. (1982). Politiek. Mensen, macht en mogelijkheden. Amsterdam: Bert Bakker.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *