Ik heb gisteren tijdens de NOT een presentatie verzorgd waarin ik heb gepleit om bij de selectie van educatieve technologie vooral te kijken naar de pijlers van digitale didactiek die ‘EdTech’ mogelijk kan maken, en naar didactische richtlijnen die de betreffende technologie kan helpen realiseren.
Onderwijsinstellingen, opleidingsinstituten en ook L&D-afdelingen kunnen tal van applicaties voor legio processen gebruiken. Denk aan het geven van feedback, formatief toetsen, het toevoegen van interactiemogelijkheden aan video’s, enzovoorts. Niet verwonderlijk dat veel betrokkenen door de bomen het bos niet meer zien.
Als professional, die betrokken is bij de selectie, moet je met verschillende zaken rekening houden. Op de eerste plaats moet je helder voor ogen hebben voor welk probleem/vraagstuk de te selecteren educatieve technologie een oplossing is. Dat lijkt een open deur. Toch maak je mee dat organisaties niet helder voor ogen hebben wat zij willen bereiken met een specifieke educatieve technologie. De pijlers van digitale didactiek (oorspronkelijk van Robert-Jan Simons) kunnen daarbij helpen. Ik heb twee van die pijlers toegelicht:
- Flexibiliteit bevorderen. In hoeverre is bijvoorbeeld een adaptief leerprogramma of een AI-tutor in staat om flexibiliteit naar inhoud, niveau, tempo, tijd en/of plaats te faciliteren?
- Relaties leggen. Digitale technologie kan de muren tussen de school en buitenwereld helpen slechten. Lerenden kunnen dankzij digitale technologie met anderen (individuen, scholen, arbeidsorganisaties, overheidsinstellingen, ook in het buitenland) contacten krijgen, om met en van elkaar te leren. AI-toepassingen kunnen het mogelijk maken om door middel van een dialoog met een historisch figuur als Robert Oppenheimer te leren.
Vervolgens heb ik kort aangegeven waar je bij de selectie zoal op moet letten. Bijvoorbeeld ook naar de publieke waarden die een EdTech-leverancier naleeft. Belangrijk is ook dat je kijkt naar de mogelijkheden om applicaties met elkaar te integreren zodat gebruikers zo veel mogelijk het gevoel hebben in één omgeving te werken. Op deze manier kun je ook functionele beperkingen van specifieke EdTech bestrijden. Integratiemogelijkheden dankzij internationale standaarden zijn dus ook van belang. Er zijn tal van onderwerpen die je bij de selectie moet betrekken.
Ik ben daarbij vooral ingegaan op welke didactische richtlijnen je mogelijk kunt maken met behulp van de beoogde EdTech (eventueel dankzij integratie met andere applicaties). Een didactische richtlijn zegt iets over hoe docenten doceren en over hoe een docent ervoor zorgt dat lerenden effectief leren. Als het goed is, zijn die didactische richtlijnen ‘evidence-informed’. Deze aanpak combineert wetenschappelijk bewijs met praktijkervaringen en professionele inzichten van docenten. Hierdoor ontstaat er meer ruimte voor contextspecifieke afwegingen: wat werkt in deze specifieke situatie, met deze specifieke doelgroep?
In mijn presentatie heb ik vijf didactische richtlijnen onderscheiden en geïllustreerd (er zijn er veel meer):
- Ondersteunt de EdTech activiteiten die gericht zijn op het genereren van betrokkenheid en verbondenheid? Bijvoorbeeld het elkaar spontaan live online ontmoeten.
- Faciliteert EdTech actief verwerken van leerinhoud? Wat voor activerende werkvormen kun je toepassen? Kunnen lerenden bijvoorbeeld video’s uploaden waarin zij het geleerde zelf uitleggen (zelfverklaren)?
- Faciliteert de EdTech voorkennis activeren? Kun je lerenden bijvoorbeeld mindmaps laten maken? Dat kan dus ook door een Mindmap-tool te integreren in de te selecteren EdTech.
- Kun je met behulp van de EdTech tool ook op een goede manier onmiddellijke feedback geven? Er is in 2015 een onderzoek gepubliceerd waarin geconcludeerd werd dat veel EdTech onderwijskundig gezien onder de maat was omdat er weinig informatieve feedback gegeven werd.
- Ondersteunt de EdTech lerenden bij het uitvoeren van moeilijke taken? Kun je bijvoorbeeld ‘scaffolding’ toepassen (het geleidelijk afbouwen van ondersteuning)? Heb je bijvoorbeeld de mogelijkheid om hints in te bouwen?
Let daarnaast ook op pedagogisch-didactische kansen en mogelijkheden van de EdTech. Kan de EdTech iets waar je nog niet eerder aan had gedacht? Wat is de echte toegevoegde waarde, ook ten opzichte van reeds aanwezige EdTech? Maar kijk ook naar (pedagogisch-didactische) nadelen of beperkingen (verhoging werkdruk, risico op afleiding, enzovoorts).
Hieronder vind je mijn slides:
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie