Opvattingen van studenten over online leren (op basis van een recente studie)

Medewerkers van McKinsey doen op de website van het Wereld Economisch Forum verslag van een internationaal onderzoek dat zij hebben uitgevoerd naar de tevredenheid van studenten met betrekking tot online leren en naar elementen van de online leerervaring die studenten het meest waarderen.

DALL-E: A photo of a mixed group of student who learn partly on campus and partly online
DALL-E: A photo of a mixed group of student who learn partly on campus and partly online

Uit dit onderzoek blijkt dat de meeste studenten ook na de Covid19-pandemie minstens enkele aspecten van online leren willen blijven incorporeren in hun onderwijs. De onderzoekers hebben daarbij gekeken naar volledig online leren en naar blended learning. Een aanzienlijk deel van de studenten blijkt echter ontevreden te zijn over het online onderwijs dat hun onderwijsinstellingen aanbieden. Er is absoluut ruimte voor verbetering.

In een enquête onder 7.000 studenten uit 17 landen over de hele wereld zijn acht dimensies van de online leerervaring, net 24 kenmerken, onderzocht. Flexibiliteit en gemak worden erg gewaardeerd. De top drie van online functies die studenten willen behouden of online willen maken zijn: het opnemen van lessen om later te bekijken, gemakkelijke toegang tot online studiemateriaal en flexibiliteit die het studenten mogelijk maakt werken en studeren te combineren

Aan de andere kant aarzelen veel studenten nog om zich in te schrijven voor volledig online programma’s, en noemen zij de volgende drie redenen: angst om meer afgeleid te raken door online studeren, verveling als de leerervaring niet motiverend is en gebrek aan discipline om het online programma af te ronden. De onderzoekers suggereren dat online programma’s voor een deel van de studenten geen boeiende leerervaring waren.

Studenten die de voorkeur geven aan blended learning geven aan dat ze houden van de combinatie van flexibiliteit en peer-to-peer interacties, terwijl studenten die de voorkeur geven aan fysiek onderwijs zeggen dat deze aanpak hen meer ondersteuning en peer-to-peer mogelijkheden biedt. In 80 procent van de onderzochte landen gaven studenten aan dat de belangrijkste reden waarom ze de voorkeur geven aan face-to-face onderwijs is dat het gemakkelijker is om hulp te krijgen van docenten via fysiek onderwijs, in plaats van online leren. Het is m.i. de vraag of dit zo blijft als studenten ook geholpen kunnen worden door een AI-tutor (in aanvulling op een docent).

Het onderzoek suggereert dat onderwijsinstellingen in toenemende mate online onderwijs kunnen aanbieden omdat er een correlatie is tussen een hoger niveau van tevredenheid en een groei in online leren. Op basis van de antwoorden van studenten identificeren de onderzoekers drie succesvolle principes van online programma’s:

  1. De basisprincipes doen er nog steeds toe. Kenmerken die altijd de leerervaring hebben bepaald – zoals actuele inhoud, cursusstructuur en relevantie van docenten – blijken erg belangrijk voor studenten in elk land dat is onderzocht.
  2. Dure functionaliteiten worden niet per se gewaardeerd. Online kenmerken die relatief kostbaar zijn om te implementeren, zoals virtual reality (VR), simulaties en geavanceerde visuele inhoud, worden niet hoog gewaardeerd door de meeste studenten.
  3. Leeftijd van de student en type programma beïnvloeden niet significant de perceptie van de kwaliteit van online leerervaringen. Eigenlijk is dit natuurlijk geen succesfactor van een online programma. Het inbedden van sociale interactie en het bieden van ondersteuning, zijn dat wel.

Om studenten tevreden te stellen en te betrekken, kunnen instellingen voor hoger onderwijs hun online onderwijsprogramma’s volgens de onderzoekers verbeteren door drie stappen te volgen:

  1. Luister naar studenten, stel transformatiedoelen en evalueer het bredere online leerlandschap.
  2. Combineer de belangrijkste elementen van een online programma met differentiërende kenmerken. Zodra instellingen specifieke doelen hebben gesteld, kunnen ze strategisch evalueren op welke functies ze zich moeten richten om de waarde van hun online aanbod te vergroten.
  3. Ontwerp een actieplan en governance-structuur voor implementatie en adoptie. Zodra instellingen hebben besloten welke functies ze willen toevoegen of ontwikkelen, kunnen ze volgens de onderzoekers een actieplan opstellen op basis van zes criteria: hun schaalgrootte, talent, regelgeving, maatwerk, reactiesnelheid en investering.

De onderzoekers concluderen dat de meeste studenten in het hoger onderwijs die tijdens de pandemie gedwongen werden over te stappen op online lessen, willen dat aspecten van hun opleiding virtueel blijven. Veel studenten zijn echter terughoudend om zich in te schrijven voor volledig online programma’s, en sommigen zijn ontevreden met de online ervaringen die hun onderwijsinstellingen bieden. Zij adviseren onderwijsinstellingen om hun studenten te bevragen over wat ze wel of niet bevredigend vinden aan alle leermodellen. Vervolgens kunnen ze strategieën ontwerpen en implementeren om ervoor te zorgen dat hun online programma’s betere ervaringen en uiteindelijk betere resultaten voor studenten opleveren.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *