Reflectie op vernieuwing. 20 jaar SURF Onderwijs en ICT #OWD18

De Onderwijsdagen van SURF bestaan 20 jaar. Een mooi moment om terug te blikken op twintig jaar onderwijsinnovatie, met medewerking van betrokkenen van weleer.

Bas Cordewener en Tom Dousma (beiden voorheen van SURF) mochten deze sessie leiden. Dat deden ze met een aantal vernieuwers van toen. Er is volgens Bas in de periode 1999-2009 zo’n 32 miljoen geïnvesteerd in onderwijsvernieuwingsprojecten van SURF.

Hoe kijken derden terug op innovatie (op basis van diverse bronnen)?

  • Veel voorspellingen van weleer zijn niet uitgekomen. Wees sceptisch ten opzichte van voorspellingen.
  • Je moet de geschiedenis onderzoeken om vooruit te kijken.
  • Je kunt ook leren van mislukkingen. Je moet durven, en dan is mislukken ook een optie.
  • Neem sceptische beschouwingen ook serieus om hypes te voorkomen.
  • Je kunt optimistisch zijn over het aanpassingsvermogen van docenten en organisaties.
  • Maatschappelijke en technologische ontwikkelingen leiden tot een noodzaak om te innoveren.
  • Veel innovatieve toepassingen worden vaak niet volledig benut en traag ingevoerd.
  • Hoe krijg je vernieuwingen verbreed ingevoerd.
  • Je hoeft je niet meer te verontschuldigen als je bezig bent met innovatie.
  • Docent en instelling zijn de sleutel om implementaties te verbreden.

Wat zijn opbrengsten van onderwijsvernieuwingsprojecten?

  • Veel thema’s van die projecten zijn nog steeds actueel (samenwerkend leren, digitaal toetsen, implementeren, docentprofessionalisering enzovoorts).
  • Er heeft verdieping plaatsgevonden in de onderbouwing van het gebruik van ICT in het onderwijs.
  • Resultaten van projecten zijn vaak bemoedigend, worden ook opgeschaald, maar zijn nooit af.

Wat zijn ervaringen van vernieuwers?

  • Gerard Baars: implementatie van elektronische leeromgeving riep vanaf 2000 veel vragen op met betrekking tot digitale didactiek. Ook in relatie tot face-to-face onderwijs. Men wilde praktijkervaringen via kookboekrecepten zichtbaar maken. Het resultaat was de website digitaledidactiek.nl. Ongeveer 20% van de docenten gebruikt de ELO toen ook voor andere onderwijsfuncties dan content leveren en  mededelingen doen. Er is ook een impuls gegeven aan visie ontwikkeling. Veel van de kennis die destijds is ontwikkeld, is nog steeds actueel. Moet die kennis niet weer bij elkaar worden gebracht. Zorg verder ook voor eigenaarschap bij onderwijskundig academische leiders. Laat deze leiders sponsor zijn. Betrek belanghebbenden (ook leiders) vanaf de start bij het initiatief. Daarmee voorkom je dat alleen de usual suspects erbij betrokken zijn.
  • Peter Bloemendaal: is met name betrokken geweest bij vernieuwingstrajecten in het medisch domein. O.a. implementatie klinisch redeneer model, simulaties en uitwisseling van content. Medischonderwijs.nl wordt nog steeds veel gebruikt. Dat geldt ook voor patiëntsimulaties. Het lukt echter niet altijd om resultaten te delen met anderen buiten de partners. De geografische afstand tot Leiden lijkt daar op van invloed 😉 Ook is het lastig om het hoger beroepsonderwijs aan te laten haken. Projectsubsidies fungeren als versnellen en bevorderen samenwerking. Denk vooraf na over de periode na een project.
  • Pierre Gorissen: heeft zich in 2002-2009 bezig gehouden met leertechnologie standaarden. Je moet weten waar technologie over gaat. Standaarden zouden platformonafhankelijkheid moeten bevorderen. Het was erg pionieren. Een probleem was bijvoorbeeld het betrekken van docenten. Zij vonden en vinden dit vaak te technisch. Standaarden zijn nu een vanzelfsprekendheid. Inhoudelijke standaarden blijken ook bijna niet realiseerbaar. Eenvoudige standaarden (denk aan RSS) kunnen al tot vernieuwingen leiden. Bij standaarden blijken mediabedrijven en leveranciers echter meestal niet je vriend te zijn. Zij willen je in je omgeving hebben.
  • Marja Verstelle: was o.a. hoofdredacteur van de e-learning themasite van SURF. De opkomst van social media speelde toen een belangrijke rol. In 2006 werd bijvoorbeeld geschreven over de vraag of YouTube een hype was. In die tijd dachten we ook dat het individu grote controle zou hebben over informatie. Sociale media hebben ook een grote invloed gehad, maar vooral buiten het onderwijs.
  • Stan van der Zanden, vanuit het perspectief van de student: oude onderwijsvormen komen nog steeds veel voor. Wat kan het echter zijn? Leren via ervaringen, praktijkgericht, leren via fouten, lerenden die geëngageerd zijn. Wat is het resultaat: we doen hippe dingen, we gebruiken Engelse termen, we proberen verkrampt aan te sluiten bij de belevingswereld van jongeren, je benadert jongeren als professional terwijl ze dat niet zijn. Fundamentele problemen worden echter niet aangepakt. Er is niemand die zegt: “laten we opnieuw beginnen?” Pas niet alleen lesjes aan, maar probeer radicaal te veranderen. Fundamentele problemen zijn: in het onderwijs zijn we bezig met punten halen. Dat weerspiegelt de werkelijkheid niet. We onderwaarderen het mbo, we snappen het hbo niet en we plaatsen het wo te veel op een voetstuk.

Eén van de afsluitende opmerkingen van Bas Cordewener was dat het hobbyisme ervan af moet. Leg de relatie tussen onderwijsvernieuwingen en de doelen die het onderwijs moet realiseren.

Benadruk het belang van inspiratie bij innovaties.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.