Wat is gepersonaliseerd leren nu concreet?

In mijn werk kom ik dagelijks mensen tegen die blended learning willen inzetten om gepersonaliseerd leren mogelijk te maken. Tegelijkertijd lees ik elke dag bijdragen van critici die vernietigend uithalen naar gepersonaliseerd leren. In al deze gevallen denk ik: waar hebben jullie het over? Maak duidelijk en concreet wat kenmerken zijn van gepersonaliseerd leren. Maak duidelijk vanuit welke context jij naar gepersonaliseerd leren kijkt.

Gepersonaliseerd leren is net zo’n paraplubegrip worden als, bijvoorbeeld, ‘blended learning’. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het scala aan algemene definities. Petra Peeters, Marlo Kengen en Ger Driesen (2020) geven bijvoorbeeld de volgende definitie:

Het creëren van een unieke leerervaring op individueel niveau, gebaseerd op de kenmerken van de lerende en de specifieke context waarbinnen het leren plaatsvindt.

Het sterke van deze definitie is dat de auteurs benadrukken dat gepersonaliseerd leren er heel verschillend ‘uit kan zien’, afhankelijk van de doelgroep waarmee je te maken hebt en de context waarbinnen het leren plaatsvindt. Dat blijkt als zij ingaan op het wat, waarom, waar, hoe, wie en met wie van gepersonaliseerd leren. Het ‘wat’ wordt bijvoorbeeld bepaald door functie-eisen, eindtermen centraal vastgestelde kwalificaties. Verder kunnen beroepsgroepen normen stellen, maar kan een individu ook bepaalde ambities hebben.

Bij het ‘wie’ heb je te maken met verschillende doelgroepen. Intelligentie, het vermogen om je leren zelf te reguleren en reeds aanwezige kennis en ervaringen zijn sterk van invloed op de invulling van gepersonaliseerd leren. Het maakt dus nogal wat uit of je te maken hebt met een leerling uit groep 6 of met een professional die een volgende stap in de loopbaan wil zetten.

Peeters, Kengen en Driessen leggen daar terecht nadruk op. Verder benadrukken zij onder andere ook dat je binnen gepersonaliseerd leren op verschillende manieren kunt leren (samenwerkend leren, interactief leren, individueel leren). Veel critici van gepersonaliseerd leren vrezen juist dat sprake zal zijn van ‘eenzaam’ leren terwijl leren juiste een sociaal proces is waarbij lerenden ook door samen te leren, leren samenwerken met lerenden met verschillend achtergronden.
Minder sterk aan hun definitie is het onderdeel “unieke leerervaring op individueel niveau”. Dit zegt namelijk vrij weinig. Elke lerende is “uniek” en verwerkt het geleerde op een eigen manier. Het is ook de vraag of sprake is van individuele leerpaden of uit combinaties van bepaalde componenten.

In een kritische bijdrage over gepersonaliseerd leren stelt Mark Enser dat lerenden bij gepersonaliseerd leren hun nieuwsgierigheid en passies volgen door middel van projectmatig leren en ontwikkelen hun ideeën met behulp van technologie en docenten.

Dit is m.i. een nogal eenzijdige en specifieke benadering van gepersonaliseerd leren. Deze manier van leren houdt onvoldoende rekening met het bestaan van zaken als functie-eisen, eindtermen centraal vastgestelde kwalificaties. Bovendien gaat het er ook om dat het onderwijs de horizon van lerenden verbreed, aldus Enser. In gesprekken met pleitbezorgers van gepersonaliseerd leren merk je dat dit ook praktisch altijd erkent wordt. Deze definitie wordt dus inderdaad weleens gebruikt. De soep wordt echter niet zo heet gegeten als deze wordt opgediend. Dat maakt deze definitie vrij nutteloos.

Shawn Rubin en Cathy Sandford (2019) gebruiken de volgende omschrijving:

Instruction and assessment is tailored to students’ learning preferences, connects to students’ interests, and allows for voice and choice.

Deze definitie heeft ook sterke en minder sterke kanten. Sterk is dat de auteurs ook benadrukken dat het bij gepersonaliseerd leren ook om beoordelen gaat. Verder vind ik sterk dat de auteurs de verbinding willen leggen met interesses (hetgeen wat anders is dan het ‘volgen van passies’) en dat inbreng en keuzemogelijkheden worden genoemd. Dit gaat ook veel minder ver dan de suggestie dat leertrajecten volledig ‘op maat’ worden ingericht.

Zwakke kanten van deze definitie zijn:

  • De term ‘tailored’ suggereert ultiem maatwerk. Realiseer je echter dat je ook bij ‘maatwerk’ geen ultieme keuzemogelijkheden hebt. Als je bijvoorbeeld een maatpak laat maken, heb je ook maar de keuze uit een aantal stoffen, knopen, soorten kragen, enzovoorts.
  • Het ‘personaliseren’ van beoordelen is best een lastige. Zijn de verschillende manieren van beoordelen met elkaar vergelijkbaar als lerenden aan dezelfde kwalificaties moeten voldoen?
  • Rekening houden met ‘leervoorkeuren’ gaat voorbij aan het feit dat bepaalde leerstrategieën beter werken dan anderen. Mensen kunnen inderdaad verschillende voorkeuren hebben (hetgeen wat anders is dan ‘leerstijlen’). Het is echter niet heel zinvol om daar als het gaat om leerstrategieën veel rekening mee te houden.

Volgens mij is het daarom zinvol om te beschrijven wat kenmerken zijn van de manier van leren die vorm krijgt. Start bijvoorbeeld met het beschrijven van je doelgroep en context. De elementen wat, waarom, waar, hoe, wie en met wie van gepersonaliseerd leren van Petra Peeters en haar collega’s zijn hier behulpzaam bij. Maak vervolgens duidelijk in welke mate sprake is van keuzevrijheid, en waarom.

In een paper over Onderwijs op Maat maakt SURF bijvoorbeeld duidelijk dat je meer of minder keuzevrijheid kunt faciliteren dan aanzien van de onderwijsinhoud, het niveau, tijd/plaats/tempo, passend bij de achtergrond van lerenden (o.a. voorkennis) en ten aanzien van de manier waarop lerenden leren (dit laatste riekt helaas weer naar ‘leerstijlen’). Merk op dat SURF niet rept over verschillende manieren van beoordelen.

Welke keuzes maak je dan, en waarom? Kijk daarbij ook naar de gevolgen voor de organisatie. Bijvoorbeeld: veel keuzevrijheid kan lastig organiseerbaar en duur zijn. De grenzen aan de mate van personalisering worden niet alleen bepaald door zaken als doelgroep, context en inhoud.

Pleidooien voor en kritiek op gepersonaliseerd leren zijn m.i. dan ook pas zinvol als je concreet maakt waar je het over hebt.

Bronnen (anders dan websites)

Peeters, P., Kengen, M. & Driesen, G. (2020). Gepersonaliseerd leren ontrafeld. In: O&O, 1, 2020, 8-13.

Rubin, S. C. & Sanford, C. (2018). Pathways to Personalization. A Framework for School Change. Cambridge: Harvard Education Press.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Een reactie

  1. Wat mij opvalt dat er in het mbo ook over gepersonaliseerd leren geproken wordt, terwijl het daar eigenlijk gaat over flexibilisering. Maatwerk trajecten bouwen om te versnellen, te vertragen of om tussentijdse instroom mogelijk te maken. Dat heeft volgens mij meer met de bedrijfsvoering en bijkomende bekostiging te maken en natuurlijk inspelen op de vraag uit de markt.

    Het is niet ‘echt gepesonaliseerd” omdat het niet op de student maar op een groep studenten van toepassing is.
    Ik ben het dus met je eens dat we eerst goed moeten kijken naar de formulering.

    De taal die we in onderwijs gebruiken is soms wat valkuilerig als we de termen die we gebruiken niet voorzien van een eensluidende of in elk geval heldere definitie.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.