Kunnen motivatietheorieën de afstand tussen strategisch en operationeel beleid overbruggen? (#in #cvimc)

In de laatste sessie van de managementconferentie van het Consortium voor Innovatie zijn teammanager Remco Smits van Gilde Opleidingen en ik ingegaan op het spanningsveld tussen strategisch en operationeel beleid waarbinnen een teammanager een belangrijke rol speelt. Kunnen eigentijdse opvattingen over motivatie hier een bijdrage aan leveren?

Ik ben eerst ingegaan op opvattingen over motivatie, zoals Dan Pink die toegankelijk heeft gemaakt. Belangrijke uitgangspunten om kenniswerkers te motiveren, zijn:

  • Autonomie
  • Meesterschap
  • Doelgerichtheid (purpose)
  • Sociale verbondenheid

Remco gaf vervolgens op basis van praktijkervaringen aan dat strategische doelen zoals het 'binnen halen' van meer leerlingen haaks kan staan op principes die op de werkvloer -de operatie- leven ten aanzien van 'goed onderwijs'. Je loopt bijvoorbeeld het risico leerlingen toe te laten, die eigenlijk niet thuis horen op een school voor middelbaar beroepsonderwijs. Er zijn immers grenzen aan wat een MBO-instelling ;aan kan'. Een aantal aanwezigen had daarbij het idee dat een grotere groei ten koste van alles zou gaan (hetgeen niet zo is).

Een aantal conclusies die ik uit de vaak pittige discussie heb genoteerd, zijn:

  • Je kunt pas uit dat dilemma komen als je het met elkaar hebt over 'goed onderwijs' ('goed werk'). Als sprake is van een collectieve ambitie (waar 'we' het dus met elkaar vaak te weinig over hebben).
  • Er zou op meerdere niveaus binnen het MBO sprake moeten zijn van een collectieve ambitie. Ook op bestuurlijk niveau.
  • De vraag 'waartoe zijn wij als mbo op aarde' maakt in feite deel uit van Dan Pink's streven naar meesterschap. Er is een verschil tussen wat het MBO  moet en kan.
  • Het MBO zou moeten 'meestribbelen' als de onderwijsinspectie of het ministerie van OCW onmogelijke eisen stelt. Teams doen dit richting colleges van bestuur.
  • Door met je team het gevoel voor urgentie voor bepaalde strategische doelen te bespreken, creëer je een gevoel van sociale verbondenheid.
  • Autonomie voor onderwijsgevenden impliceert ook dat je strategische doelen niet voorschrijft, maar dat je onderwijsgevenden deze laat mee bepalen en invullen. Tegelijkertijd blijkt het heel lastig te zijn voor onderwijsgevenden om inhgoudelijk mee te praten over strategische doelen(vanwege een gebrek aan professionaliteit?).

 

 

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

2 reacties

  1. Dag Wilfred,
    Interessant dat je spreekt over “collectieve ambitie”. Hiermee heeft het lectoraat waar ik bij betrokken ben zich bezig gehouden. Dat is het lectoraat Kantelende Kennis. Dit heeft onderzoek gedaan naar collectief praktijk onderzoek. Onderdeel hiervan is het formuleren van een collectieve ambitie. Op 20 april is in Utrecht het afsluitende event. Zie voor meer info: http://www.lectoraat.nl.

  2. Collectieve ambitie dient inderdaad wel op alle niveaus aanwezig te zijn om doelen te bereiken. Helaas zijn doelen vaak eenzijdig vastgesteld.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.