Leon Furze heeft onlangs voor onderwijsprofessionals een zeer uitgebreide inleiding geschreven over generatieve AI. Ik wil in deze bijdrage een aantal aspecten uit deze introductie aanstippen, en plaats er ook eigen opmerkingen bij.
De inleiding is zo uitgebreid dat Furze zijn bijdrage heeft voorzien van een inhoudsopgave. Daarnaast verwijst hij regelmatig naar bijdragen waarin aspecten verder worden uitgewerkt.
Hij schrijft dat sinds de komst van ChatGPT eind 2022 het onderwijs worstelt met de snelle ontwikkeling van AI. Docenten hebben vaak te weinig tijd en middelen om zich erin te verdiepen, terwijl het lesmateriaal de digitale ontwikkelingen nauwelijks kan bijhouden. Het weren van AI uit het onderwijs is volgens hem geen optie meer, tenzij men alles met pen en papier wil doen. Google en Microsoft hebben namelijk besloten om AI te integreren in al hun software.
Furze begint met een algemene inleiding over generatieve AI (generative AI als set technologieën die nieuwe content kunnen maken op basis van trainingsdata) en over ethische kwesties (met name milieukwesties, auteursrecht en intellectueel eigendom, vooroordelen en vertegenwoordiging, centralisatie van macht).
Veel dynamiek
Vervolgens wijdt hij een paragraaf aan de ontwikkelingen sinds 2022. Deze paragraaf is het snelste verouderd. Ik pas bijvoorbeeld vaak een paar keer per week slides van presentaties aan, die betrekking hebben op ontwikkelingen op dit terrein. De afgelopen week heeft OpenAI bijvoorbeeld weer aangekondigd dat data van specifieke toepassingen van ChatGPT nu ook in Europa worden opgeslagen.
Leon Furze schrijft onder meer dat de kwaliteit van gegenereerde tekst sterk is verbeterd, maar dat AI-tekstdetectie niet betrouwbaar werkt. Ook beeldgeneratie heeft grote stappen gemaakt – moderne AI-toepassingen kunnen zeer realistische foto’s maken die nauwelijks van echt te onderscheiden zijn. Het is dan ook makkelijker dan ooit om visuele hulpmiddelen te creëren. Tegelijkertijd is het ook eenvoudig om realistische, maar nep afbeeldingen te maken. Dat is een uitdaging voor het onderwijs (digitale geletterdheid). Videogeneratie blijft nog achter maar verbetert volgens Furze snel. Op het gebied van audiogeneratie zijn er juridische geschillen over auteursrecht, al staat de ontwikkeling van de technologie ook bepaalt niet stil. Verder roemt Furze de kracht om generatieve AI-toepassingen te gebruiken om mee te coderen. Je kunt als docent je eigen ‘edtech’ ontwikkelen, schrijft hij. Je moet hier m.i. wel terughoudend mee zijn. Niet alleen vanwege privacywetgeving, maar ook omdat dit kan leiden tot ‘application overload’ bij lerenden en collega’s.
Tenslotte geeft de auteur een overzicht van de vele functies die in de loop van de tijd zijn toegevoegd aan diverse generatieve AI-toepassingen (zoals Projects van Claude of de advanced voice mode van ChatGPT).
Toepasbaarheid
In het volgende onderdeel gaat Leon Furze kort in op wat je, met name als docent, kunt doen met generatieve AI-toepassingen. Een belangrijke uitdaging bij de invoering van AI in het onderwijs is volgens hem dat vooral technologiebedrijven, overheden en onderwijsorganisaties bepalen hoe docenten AI zouden moeten gebruiken. Er is weinig onderzoek naar hoe docenten AI daadwerkelijk in de praktijk inzetten voor planning, lesgeven en toetsing. Furze doelt daarbij op het K12 onderwijs. Er wordt wel onderzoek uitgevoerd onder universitaire studenten. Daarbuiten zijn er wel veel voorbeelden te vinden op sociale media van docenten die AI gebruiken. Ze zetten het onder meer in voor het maken van lesmateriaal, het omzetten van documenten naar presentaties, het genereren van discussiebeelden voor creatief schrijven, het bouwen van chatbots voor toetsen en het maken van geluidseffecten bij video’s van lerenden. Deze paragraaf had wat mij betreft meer inhoud mogen hebben, zeker als je kijkt naar de aandacht die andere onderdelen krijgen. Ik heb onder meer geschreven over de relatie tussen pijlers voor ‘digitale didactiek’ en AI en over hoe generatieve AI-toepassingen kunnen bijdragen aan bouwstenen voor een effectieve didactiek. Daarin vind je meer informatie over dit thema.
Uitdagingen, zorgen en weerstand
Bij het gebruik van AI in het onderwijs spelen volgens Furze verschillende uitdagingen een rol. Deze beschrijft hij ook in een aparte paragraaf. Ten eerste lijkt AI simpel in gebruik, maar voor goed gebruik is veel kennis nodig van zowel de technologie als het vakgebied. Gebruikers moeten fouten kunnen herkennen die kunnen variëren van onschuldige vergissingen tot ernstige onjuistheden. Dit is vooral lastig voor lerenden die nog niet weten wat ze nog niet weten. Een tweede uitdaging is dat er geen handleiding bestaat voor AI – zelfs ontwikkelaars weten vaak niet precies wat de systemen kunnen. Dit wordt volgens Furze het ‘ontdekkingsprobleem’ genoemd. Daarnaast speelt ongelijke toegang tot technologie een rol. Hoewel er gratis versies bestaan van AI-tools, hebben deze meer beperkingen dan betaalde versies (bovendien bestaat ‘gratis’ m.i. niet). Dit zorgt voor verschillen tussen lerenden die wel of geen toegang hebben tot betere versies. Ook kun je met behulp van generatieve AI-applicaties gemakkelijk ’troep’ produceren.
Binnen het onderwijs groeit volgens Furze ook de weerstand tegen AI. Docenten hebben vragen over milieukosten en het gebruik van zonder toestemming gebruikte data. Hoewel dit terechte zorgen zijn, is het energieverbruik van AI volgens Furze relatief beperkt vergeleken met andere digitale technologie. Voor docenten die AI willen weren uit het onderwijs is het volgens hem belangrijk dat ze hun mening baseren op eigen ervaring met de technologie.
Persoonlijk zou ik niet durven te stellen dat de weerstand binnen het onderwijs tegen AI groeit. Ik merk wel dat er (terechte) zorgen zijn. Furze lijkt bijvoorbeeld vooral te kijken naar het energieverbruik als gevolg van opdrachten van gebruikers, en niet naar het energieverbruik dat nodig is voor de ontwikkeling en training van de betreffende modellen. Een video op Youtube bekijken of een nummer via Spotify afspelen vergt schijnbaar meer energie dan een opdracht aan ChatGPT geven. Bovendien worden Spotify en Youtube waarschijnlijk nog veel intensiever gebruikt dat generatieve AI-toepassingen. Voor de (door)ontwikkeling en training van generatieve AI-toepassingen is echter veel meer energie nodig. Bovendien komt het gebruik van generatieve AI bovenop ons ‘normale’ gebruik van digitale toepassingen. En je wordt er niet vrolijk van als je de big tech-bazen kritiekloos ziet aanlopen achter een president die vooral weer wil inzetten op fossiele brandstof.
Hoe omgaan en hoe verder?
In het volgende onderdeel van zijn bijdrage licht Leon Furze toe dat onderwijsinstellingen verschillende posities innemen als het gaat om hun omgang met (generatieve) AI-toepassingen. Sommige experimenteren al sinds 2022 en hebben eigen chatbots ontwikkeld, terwijl andere bewust hebben gekozen om AI niet te gebruiken. Een totaalverbod op AI is volgens hem niet mogelijk door de alomtegenwoordigheid ervan, maar onderwijsinstellingen hebben wel duidelijk beleid nodig voor het gebruik. Het Australische VINE-netwerk heeft hiervoor in 2023 een openbaar toegankelijk beleidssjabloon ontwikkeld dat wereldwijd door honderden scholen wordt gebruikt. Ook is er een AI-beoordelingsschaal (AIAS) ontwikkeld die een kader biedt voor het gebruik van AI door lerenden op verschillende niveaus. Dit model is ook overgenomen door onderwijsinstellingen wereldwijd. Furze is bij beide initiatieven betrokken geweest. In ons land zie je ook diverse initiatieven op dit terrein. Individuele organisaties ontwikkelen richtlijnen of zetten een AI Advisory Board op. Instellingen en initiatieven zoals Kennisnet, SURF en Npuls investeren ook in publicaties en sessies over dit onderwerp. Een recente publicatie is bijvoorbeeld het volwassenheidsmodel voor verantwoord AI-gebruik.
In het laatste onderdeel blikt Furze kort vooruit op de toekomst. Hij verwacht verdere integratie van AI met augmented reality en draagbare technologie, zoals de slimme brillen van Meta en Ray Ban. Ook AI-agents die zelfstandig taken kunnen uitvoeren zullen belangrijker worden, al is dit volgens hem nu nog meer belofte dan werkelijkheid. De ontwikkelingen zullen niet vertragen, maar het belangrijkste is volgens hem om zelf te experimenteren en een eigen mening te vormen.
Ik verwacht ook dat generatieve AI in toenemende mate gebruikt zal worden, en geïntegreerd binnen bestaande educatieve technologieën zoals leermanagementsystemen. De opkomst van AI-tutoring is ook een ontwikkeling om in de gaten te houden. Belangrijk om er daarbij voor te waken dat de kwaliteit hiervan goed is en de inbedding binnen leersituaties doordacht. We hebben er niets aan dat een AI-tutor het leren overneemt of antwoorden genereert. De AI-agents zullen ook voor AI-turoring worden ingezet, verwacht ik (maar niet op korte termijn). Het zoeken van een balans tussen menselijke werkzaamheden en taken uit laten voeren door een AI-toessing blijft voorlopig een uitdaging. Verder deel ik Furze’s opvatting dat generatieve AI alomtegenwoordig zal zijn, net als dat met internet het geval is. Uiteraard kunnen we als mensen deze ontwikkeling stoppen. Dat gaat echter niet gebeuren. Dus is het zaak er verstandig mee om te gaan, de sterke kanten te benutten en de nadelen uit de weg te werken of hanteerbaar te maken.
Mijn bronnen over (generatieve) artificiële intelligentie
Deze pagina bevat al mijn bijdragen over (generatieve) artificiële intelligentie, zoals ChatGPT.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie