Jeugdcultuur, media en de invloed op het onderwijs

Antoine van Beemt is tijdens de Surf Onderwijsdagen 2007 (OWD 2007) ingegaan op de relatie tussen jeugdcultuur, interactieve media en de gevolgen van onderwijs. Van Beemt is bezig met een promotieonderzoek waarmee hij hoopt een onderbouwing te geven van aannames omtrent de net-generation. Van Beemt is bezig met literatuuronderzoek.

Hij presenteerde een meer sociologisch kader, waarbij hij vooral inging op de laatmoderne samenleving. Volgens Van Beemt staan daarbinnen een aantal begrippen centraal. In de eerste plaats insecurity. Traditionele norfmen en waarden kalven af en er is steeds meer keuzevrijheid binnen een groot aantal domeinen. Dat betekent dat jongeren een actieve houding moeten hebben bij het maken van keuzes, en betekenis moeten geven aan hun leven. Zonder referentiekader leidt dit tot onzekerheden. Op webfora zoeken jongeren naar nieuwe zekerheden en betekenissen. Dit impliceert ook dat zij bij het kiezen van een opleiding sterk de nadruk leggen op cultuur en identiteit van een beroep. Daar zoekt men informatie over, als het gaat om het kiezen van een opleiding.

Het tweede kernbegrip is reflexiviteit: nadenken over authentieke situaties, over betekenisvol en ‘waar’ handelen. Dit begrip heeft veel met identiteitsontwikkeling te maken, wat een ingewikkeld proces is. Mede daarom zijn jongeren volgens Van Beemt erg doelgericht en praktisch bezig, en is hun committment (bijvoorbeeld met een opleiding) ook minder. Zij zoeken daarnaast vooral naar authenticiteit. En dat impliceert dat authentieke leersituaties belangrijk zijn.

Kernbegrip drie noemt Van Beemt affinity spaces. Dat zijn ruimtes waar jongeren betekenis kunnen geven aan identiteiten. Denk daarbij aan Facebook of Hyves. Het gaat hierbij om plekken met een beperkte houdbaarheidswaarde, die niet geïnstitutionaliseerd zijn. Jongeren gaan binnen die ruimtes tijdelijke verbanden met elkaar aan. Voor het onderwijs betekent dit m.i. dat het maar de vraag is of je deze ruimtes wel kunt inzetten voor longitudinale leerprocessen.

Het vierde en laatste kernbegrip noemt Van Beemt (als ik mijn aantekeningen goed lees) shape shifting portfolio-people. Daarbij gaat het om de mogelijkheid voor jongeren om situaties terug te kunnen draaien, om trial and error, en het opdoen van ervaringen (voor je ‘levensportfolio’). Ervaringen zijn daarbij voor jongeren interessanter dan diploma’s. Games zijn op zich zinvolle omgevingen om dit vorm te geven, maar Van Beemt is van mening dat games vaak ondoordacht worden ingezet binnen het onderwijs. Volgens Van Beemt impliceert dat je als onderwijsinstelling moet accepteren dat jongeren carrières maken zonder dat sprake is van diploma’s maar juist ook van buitenschoolse ervaringen. Of dat jongeren niet langer één opleiding gaan volgen, maar leertrajecten samenstellen met onderdelen uit meerdere opleidingen. Tenslotte gaf Antoine van Beemt aan dat je als onderwijsinstelling niet persé de jeugdcultuur de school in moet halen, maar wel aansluiting moet zoeken bij die jeugdcultuur. Je moet dus als docent wel weten wat Hyves is of wat gaande is op YouTube, maar je hoeft deze tools niet zelf in te zetten binnen het onderwijs.

Zie ook Smetty’s goede samenvatting

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

2 reacties

  1. Dag Wilfred,
    dankjewel voor je bespreking van mijn presentatie. Via via hoorde ik ervan.
    Zou je mijn naam echter willen aanpassen naar ‘Van den Beemt’. Dat zou ik beestachtig goed vinden… ;-D

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *