Meeting the Net Generation

Ik heb vandaag met plezier de DigiDiscover van Hogeschool Windesheim bijgewoond. Dit is een jaarlijkse bijeenkomst waarin docenten van deze hogeschool bewust worden gemaakt van de mogelijkheden die ICT biedt. Windesheim biedt ook externen de gelegenheid deze dag bij te wonen.

Het motto van deze editie was "Meeting the Net Generation". Windesheim heeft dit motto op een erg orginele manier vorm gegeven. Zij hebben studenten de dag laten organiseren. De workshops en de open space sessies werden ook verzorgd door studenten. Erg leuk! Het ging weliswaar vooral om tools (zoals wiki’s, Skype, MSN en bluetooth), maar ik had de indruk  dat je vooral docenten zag denken: "Zijn die gasten dáár mee bezig!" Ook leuk om te zien dat studenten docenten veel begrippen en principes moesten uitleggen. In die zin is volgens mij het doel van de dag -"awareness" creëren bij docenten- erg geslaagd.

Wim Veen hield overigens de key note toespraak. Zijn verhaal over de "homo zappiens" is bij menigeen inmiddels wel bekend. Zie bijvoorbeeld:

Veen illustreert hoe zeer de student, die na 1985 is geboren, anders om gaat met informatie (de student is nu "in control") en ook anders leert. Een krant associeert men met vieze vingers, een anoniem medium en onoverzichtelijk bovendien. Volgens Veen ontwikkelen jongeren dankzij het omaan met multimedia erg belangrijke metacognitieve vaardigheden zoals:

  • Multitasking, met meerdere taken tegelijkertijd bezig kunnen zijn (en succes behalen). Veen vroeg zich af in welke baan je nog met monotasking bezig kunt zijn.
  • Netwerk leren: kennis construeren samen met anderen
  • Experimenterend leren, onder meer via games (win je de game, stijgt je zelfvertrouwen)
  • Samenwerkend leren; in teams en in verschillende rollen (in games kiezen jongeren rollen waarvan zij een stukje in zichzelf herkennen).
  • Zelf stellen van doelen, zelforganisatie.
  • Ontwikkelen en kiezen van oplossingsstrategieën.
  • Abstraheren van typen problemen of opgaven.
  • Iconische vaardigheden: beelden en diagrammen kunnen lezen.

Daar waar studenten en leerlingen digitaal zijn, zijn scholen echter nog steeds analoog.

Het meest opvallende wat ik vandaag geleerd heb, is afkomstig uit een workshop "DOS Attack", over Diverse Online Samenwerkingsmogelijkheden. Een student liet diverse tools zoals Skype en MSN de revue passeren. Zelfs het "ouderwetse" mIRC kwam aanbod (minder vriendelijk in gebruik, maar wel handig voor een onderwerpgerelateerde chat aldus de student). Hij gaf echter aan binnen onderwijsprojecten de voorkeur te geven aan BlackBoard. Deze elektronische leeromgeving was voor de studenten een "single point of collaboration": daar kwamen alle activiteiten uiteindelijk samen, daar werd zichtbaar wie wat gedaan had. Binnen de andere tools bleef de historie van samenwerking niet bewaard en werden studenten afgeleid door vrienden en kennissen die -terwijl men aan het studeren was- wilden chatten (via MSN). (Studenten wilden ook wel eens een apart studeeraccount in MSN aanmaken).

Ik ben eigenlijk in de veronderstelling dat studenten elektronische leeromgevingen als communicatieplatorm minder op prijs stellen omdat het geen tool is die men normaal gesproken gebruikt voor onderlinge communicatie. Ik heb hier ook nog even met andere bezoekers over nagesproken. Mede op basis hiervan zie ik een aantal mogelijke verklaringen voor de voorkeur van deze student. In de eerste plaats ging het om een deeltijd-student. Deze studenten hebben -in vergelijking met voltijd-studenten- minder tijd en gelegenheid voor "social talk" tijdens de studie: als men leert, dan leert men ook echt. Men voert weliswaar meerdere taken uit, maar wel graag studie-gerelateerd (als men gepland heeft te studeren). Een tweede mogelijke reden is dat het een ICT-student betreft. Daar waar andere studenten graag technologie gebruiken die het "gewoon doet" (Veen gaf aan dat studenten technologie eigenlijk niet interessant vinden), vinden ICT-studenten het wellicht juist leuk om met verschillende tools te werken.

Hoe hier mee om te gaan? Zorg dat docenten kunnen beschikken over meerdere communicatietools (en niet alleen uit één elektronische leeromgeving en e-mail). En overleg als docent met je studenten over welke tool(s) je inzet ten behoeve van het leren.

Al met al een leuke dag.  Chapeau Windesheim! Vooral voor de aanpak en voor het openstellen van deze bijeenkomst voor externen.

Lees ook de impressie van Wijnand Aalderink van Windesheim (die vanuit de trein blogt en ook daarom nu al zijn bijdrage op Internet heeft staan).

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *