ePortfolio congres: leermomenten

Een aantal keren tijdens het ePortfolio congres had ik het gevoel "Hé, interessant". Een bepaald idee wordt bevestigd, je hoort wat nieuws, je wordt je bewust van iets. Daarom in vogelvlucht mijn "leermomenten". Morgen (of overmorgen) beschrijf ik nog enkele trends.

  1. Zorg er voor dat het elektronisch portfolio nauw aansluit bij de leer- en werkprocessen van de organisatie. Het moet de bestaande organisatie ondersteunen. Gebruik de tool niet om een onderwijsverandering te bewerkstelligen. Verander eerst het proces, en gebruik daar tools bij.
  2. Gebruik het ePortfolio alleen als het geschikt is om het te gebruiken (use it when it’s appropriate).
  3. Gebruik het portfolio op alle niveaus binnen de organisatie. Dus ook voor het management en de docenten.
  4. Stimuleer en facilitair. Maar verplicht docenten/studenten niet om een instrument te gebruiken. Het gaat immers om de intellectuele activiteiten. Zij zorgen ervoor dat studenten leren, niet het portfolio.
  5. "Portfolio’s have no value independent tot the learner".
  6. Je kunt uitgaan van een lijst met competenties, maar je kunt ook uitgaan van leerresultaten als je werkt met een portfolio.
  7. De University of Phoenix heeft reguliere Amerikaanse universiteiten bewust gemaakt van de toenemende concurrentie (de slag om de student). Deze succesvolle online universiteit heeft in 2004 $ 383 miljoen besteed aan marketing. Deze "threat" voor het reguliere hoger onderwijs prikkelt reguliere universiteiten om hun onderwijs onder de loep te houden.
  8. Er werden illustraties gegeven van de student van de 21ste eeuw (de "digital native"). Zo gebruikt 26% van de studenten twee of meer media tegelijkertijd en kijken leerlingen van nu meer TV dan dat ze onderwijs volgen. "How do you engage students in this environment?", vroeg key note speaker Linda Delene zich af.
  9. De meeste sprekers gingen eigenlijk niet in op de vraag of studenten niet pas aan een portfolio gaan werken als het verplicht is en men er studiepunten voor krijgt. Het leergedrag van studenten wordt vaak bepaald door de manier van beoordelen. Ik vraag me af of dat in een studentgecentreerd onderwijsconcept anders is. Menig inleider benadrukte het belang van eigenaarschap ("ownership") van het ePortfolio door de lerende. Als een student zelf invulling kan geven aan het eportfolio, er zijn eigen ziel en zaligheid in kan leggen (ook in de vormgeving), dan zou dit motiverend werken (in tegenstelling tot een sterk voorgestructureerd portfolio). Ik vind "ownership" ook belangrijk, maar vraag me af of dat voldoende waarborgt dat een lerende met een elektronisch portfolio werkt. Leidt "digital storytelling" echt tot meer "engagement", zoals Barret stelde?
    Verder blijkt uit onderzoek dat veel studenten juist structuur nodig hebben om er aan te werken. Ik ben zelf voorstander van een proces waarin je start met redelijk wat structuur en dat vervolgens naar verloop van tijd afbouwt. Maar misschien is de volgende les hierbij wel van toepassing.
  10. "One size does not fit all".
    Hoewel je binnen verschillende onderwijssectoren vergelijkbare toepassingen ziet, is diversiteit en flexibiliteit in het gebruik van het portfolio van groot belang. De ene student heeft veel begeleiding nodig, de andere minder. De ene student heeft veel structuur nodig, de andere minder. Waarom iedereen op de zelfde manier behandelen als we naar meer gepersonaliseerd leren toe willen?
  11. Er zijn docenten die het aangenamer te vinden als zij heel verschillende portfolio’s moeten bekijken, in plaats van een scala aan ingevulde (gestandaardiseerde) templates.
  12. Tijdens een aantal sessies werd aangegeven dat docenten (en ook studenten) over onvoldoende ICT-vaardigheden (skills) beschikken om met een elektronisch portfolio te werken.Maar volgens mij gaat het vooral om een ICT-houding (attitude). Het gebruik van digitaal portfolio (en ongetwijfeld ook andere applicaties) zit niet in hun "bioritme". Het maakt geen deel uit van hun "way of life".
  13. "Keep it simple and convienently arranged." Dat geldt voor het ontwerp van de portfolio, en voor de gebruikte technologie.
  14. Je leert niet van ervaringen. Je leert van reflectie op ervaringen.
  15. Studenten die -bijvoorbeeld bij wetenschappelijk schrijven- geleerd hebben om hun persoonlijke mening weg te cijferen, krijg je niet als vanzelfsprekend aan het reflecteren.
  16. Je kunt de ontwikkeling van leerlingen met betrekking tot bepaalde vaardigheden (denk aan leesvaardigheden) over een langere periode met behulp van videofragmenten vastleggen.
  17. Bij eportfolio is portfolio belangrijker dan "e", maar technologie biedt wel nieuwe mogelijkheden.

Eerdere bijdragen:

        This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

        Delen

        4 reacties

        1. Hoi Wilfred,
          Ten eerste, dank voor het delen van jouw leermomenten en ervaringen.
          Wat ik mij afvraag, mede naar aanleiding van jouw leermomenten, hoe krijgen we het nu voor elkaar om het portfolio binnen het onderwijs (en de huidige regelgeving) ook echt te laten integreren. De leermomenten die jij noemt zijn m.i. niet nieuw. Enkele jaren geleden(2001) heb ik een onderzoekje gedaan naar het portfolio gebruik binnen de Universiteit Twente, waarbij dezelfde “leerpunten” naar voren zijn gekomen. Ook andere onderzoeken die zijn uitgevoerd geven een soortegelijk beeld. Dus mijn vraag: En Nu? We weten wat er speelt, maar wat kunnen we met deze kennis?

        2. Dag Willeke,
          Leuk om je hier eens in mijn weblog te “ontmoeten”. Jij schrijft o.a.:
          “hoe krijgen we het nu voor elkaar om het portfolio binnen het onderwijs (en de huidige regelgeving) ook echt te laten integreren.”
          Volgens mij moeten we starten met deze vraag niet te stellen! We moeten beginnen om het gewenste onderwijsproces centraal te stellen. Beginnen met nieuw onderwijs te ontwikkelen. En dan te kijken wat we nodig hebben aan middelen etc.
          Willen we alles bij het oude laten? Okee, maar laten we dan ook niet geforceerd instrumenten als digitale portfolio of elo’s gebruiken.

        3. Hoi Wilfred,
          JA idd leuk om elkaar ook virtueel te “ontmoeten”. Jij geeft aan dat we moeten beginnen het gewenste onderwijsleerproces centraal te stellen, beginnen met nieuw onderwijs te ontwikkelen” Maar moeten we nieuw onderwijs ontwikkelen? En zijn we al niet een stap verder? Is het al niet zo, dat een “holistische” beoordeling, bijvoorbeeld met behulp van een portfolio een goede methode is ten einde de ontwikkeling van de lerende in kaart te brengen?
          Ik ben ven mening dat een digitaal portfolio een prima hulpmiddel is om de ontwikkeling van het leerproces van de lerende in kaart te brengen, alleen vraag ik me af of de huidige wet- en regelgeving hier wel ruimte voor laat. We “moeten” allemaal zoveel, maar kan je in het huidige stelsel als lerende inderdaad kiezen voor een flexibele leerweg, adaptief? Waarbij je het portfolio in kan zetten om aan te tonen wat je al weet en waar je meer over wil weten. Past die visie binnen de studiepunt cultuur? Binnen een financiering die gericht is op hard meetbare output?

        Geef een reactie

        Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *