Leeromgevingen voor de net-generation

Vrijdag j.l. is Joost Robben van STOAS afgestudeerd. Titel van zijn scriptie: Learning environments for Net-generation learners.

In zijn scriptie verkent hij het gebruik van digitale media en web technologie en de kenmerken van de lerenden
van de net-generation. Joost heeft vooral gekeken naar het gebruik van  virtuele sociale netwerken en zogenaamde multi-user virtuele
netwerken. Een breed terrein want volgens Joost valt hier onder het algemene gebruik van het internet, instant messaging, webloggen en
(video)gamen. Hij kijkt echter ook naar de relatie leeromgevingen, concepten rond leren in communities en de net-generation (daarover later meer).
Extra interessant is dat Joost een vragenlijst heeft afgenomen onder 224 VMBO-leerlingen. Als lerenden over (t)e-learning aan het woord komen, dan betreft het vooral hoger opgeleiden.

Ook deze doelgroep gebruikt intensief internettechnologie, zo blijkt uit Robben’s onderzoek. En dan vooral instant messaging. Weblogs worden veel minder intensief gebruikt. Social networking sites komen op de eerste plaats wat betreft favoriete sites. Helaas wordt niet duidelijk of jongeren ook actief participeren binnen die netwerken. Vooral meiden bezoeken social networking sites, daar waar jongens –rolbevestigend maar waar- vooral game- en sportsites bezoeken. Joost bevestigt wat ik al vaker heb beschreven: ‘de’ net-generation bestaat niet.

Hij heeft ook gevraagd naar opvattingen over Internet. De volgende scores vallen mij in het bijzonder op:

  • Most youngsters are careless with their personal information on the Web. 66%
    (twee derde van deze doelgroep is zich bewust van het risico; vind ik best goed al is er nog werk aan de winkel voor het onderwijs)
  • It’s OK to copy pieces of text from the internet for your own work. 73%
    (Joost geeft daarbij terecht aan dat dit op meerdere manieren kan worden uitgelegd).
  • The internet helps youngsters to perform better in school. 64%
    (een kans voor het gebruik van Internettechnologie binnen het onderwijs, lijkt me).

Joost Robben heeft in zijn onderzoek ook verkend in hoeverre zijn doelgroep voldoet aan de kenmerken die aan de net-generation worden toegeschreven. Met name gaat hij in het onderdeel ‘conclusie en discussie’ op deze relatie in. Hij benadrukt daarbij het ‘sociale gebruik’ van de technologieën (zoals de behoefte om verbonden te zijn met anderen,  het verschijnsel dat jongeren veel meer online vrienden hebben dan vrienden ‘in real life’ of de behoefte aan self exposure).

Tenslotte probeert Joost (sociaal-constructivistische) opvattingen over leren in communities en netwerken te relateren aan de wijze waarop zijn doelgroep technologieën gebruikt.  Terecht gebruikt hij hierbij voorzichtige formuleringen. Jongeren gebruiken technologieën voor sociale interactie wat binnen lerende communities en netwerken belangrijk is. Het potentieel is dus aanwezig, stelt Robben. Maar de setting van een school verschilt sterk van de concepten die binnen lerende communities worden gebruikt.  Joost Robben stelt daarom onder meer:


Care should thus be taken on just implementing technologies without consideration
of how these technologies would facilitate learning processes. Therefore, a design for a powerful
learning environment could be argued which encompasses a mix of carefully chosen tools or
interventions which facilitate learners to participate electronically as well as face to face in collective
learning environments such as communities of practice.

Al met al heb ik de scriptie van Joost met plezier gelezen. Hij heeft onderzoek gedaan bij een interessante doelgroep en raakt enkele interessante thema’s aan.  Robben zoekt daarbij terecht de nuance en illustreert dat er qua onderzoek op dit gebied nog veel werk is te verrichten.

Zie ook de impressie van Marcel de Leeuwe (collega van Joost en ‘oude rot’ in het e-learning ‘vak’).

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

4 reacties

  1. Ik lees “Most youngsters are careless with their personal information on the Web. 66%” En jij zegt dan (twee derde van deze doelgroep is zich bewust van het risico; vind ik best goed al is er nog werk aan de winkel voor het onderwijs).
    Volgens mij is het net omgekeerd: 66% is zich NIET bewust van het risico… Anders had er ‘careful’ moeten staan, toch?

  2. @ Wytze: het is wel correct want 66% van de ondervraagde jongeren is het eens met de stelling dat jongeren onvoorzichtig omgaan etc.
    @ Peter: zal ik checken. Dank voor de tip. Ik kan het artikel nu niet openen.

  3. dag wilfred, ea. leuk dat je aandacht besteed aan dit onderzoek op je weblog. Goed om te zien ook dat er reacties zijn. Ik hoop dat dit onderzoek iets heeft bijgedragen aan een wetenschappelijke invulling van al wat de afgelopen tijd rondom “net generatie” wordt geschreven.
    @Wytze: Voor de duidelijkheid is het wellicht handig aan te geven dat respondenten konden reageren op de stelling “De meeste jongeren zijn onvoorzichtig met het geven van informatie op het web” , 66% gaf aan het met deze stelling eens te zijn. mi. laat dit zien, zoals wilfred ook aangeeft, dat een meerderheid zich wel bewust is van een risico dat men loopt door het plaatsen van persoonlijke info op het web.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *