Verbindende arbeid: waar ‘AI’ niet goed in is

Volgens hoogleraar sociologie Allison Pugh kunnen veel taken, waarbij menselijke interactie nu een grote rol speelt, niet worden overgenomen door ‘AI’. Op basis van uitgebreid onderzoek illustreert zij in The Guardian dat ‘verbindende arbeid’ (‘connective labour‘) van groot belang is. Niet alleen voor individuen, maar ook voor de samenleving als geheel. Ik zie ook een relatie met de diverse functies van het onderwijs.

photo-realistic image of a 14-year-old student being tutored by a human tutor in a cozy, well-lit room.Na vijf jaar onderzoek en gesprekken met verschillende professionals concludeert Pugh dat veel beroepen draaien om het vermogen om anderen echt te zien en te erkennen. Zo definieert zij ‘verbindende arbeid’ .

Een verpleegkundige in Californië vertelde Allison Pugh bijvoorbeeld hoe betekenisvol het was om rustig de tijd te nemen voor voetverzorging bij een dakloze man. Dit moment van aandacht en erkenning was voor beiden waardevol, ook al kon ze zijn levenssituatie niet veranderen. Deze momenten worden echter steeds zeldzamer door de toenemende nadruk op efficiëntie in de zorg.

De auteur refereert in dit verband ook naar onderzoek waaruit blijkt dat de relatie tussen arts en patiënt meer invloed heeft op gezondheid dan bijvoorbeeld het dagelijks gebruik van aspirine ter voorkoming van hartaanvallen. Bij therapie is de connectie tussen therapeut en cliënt belangrijker dan de gebruikte therapeutische methode. Zelfs korte interacties, zoals een praatje bij de koffie, dragen bij aan het welzijn van mensen. Zij stelt onder meer:

as people race to replace connective labour with its mechanised forms, we need to understand what we all risk losing.

Deze verbindende arbeid heeft volgens Pugh drie hoofdeffecten. Ten eerste geeft het mensen waardigheid doordat ze gezien worden als mens. Dit bleek bijvoorbeeld uit een programma waar ex-gedetineerden ondernemersvaardigheden leerden van mentoren. Ten tweede werkt het twee kanten op: niet alleen de ontvanger, maar ook de professional ervaart het als zingevend. Ten derde helpt het mensen zichzelf beter te begrijpen. Een schooldirecteur merkte op dat lerenden pas echt leren als ze zich gezien voelen door hun docent.

De effecten waardigheid, zingeving en begrip reiken verder dan het individu. Onderzoek in Chicago toonde aan dat erkenning door mensen uit de gemeenschap ex-gedetineerden hielp om zich weer thuis te voelen. Het gevoel niet gezien te worden kan leiden tot populistische woede, terwijl erkenning bijdraagt aan gemeenschapsvorming.

Hoewel menselijk contact ook negatief kan uitpakken door vooroordelen, stellen therapeuten dat het vermijden van schaamte door bijvoorbeeld AI te gebruiken niet de oplossing is. Het samen doorstaan van moeilijke emoties is juist waardevol.

Pugh pleit ervoor om menselijke interacties te beschermen tegen de opmars van data-analyse en AI voor het automatiseren van zaken als therapie en doceren. Ze stelt voor een ‘verbindingscriterium’ te gebruiken: stimuleer AI die nieuwe antibiotica ontwikkelt of walvistaal ontcijfert, maar wees terughoudend met AI die menselijke relaties vervangt. Het is volgens haar belangrijk om te beseffen wat we verliezen als we menselijk contact inruilen voor technologie.

Mijn opmerkingen

Allison Pugh beschrijft m.i. op een fraaie manier waarom je diverse werkzaamheden niet zomaar kunt laten uitvoeren door een AI-toepassing. De term ‘verbindende arbeid’ (‘connective labour‘) drukt wat mij betreft goed uit wat velen van ons al langer beargumenteren: er is een grens aan de mate waarin je arbeid kunt automatiseren. Dit beïnvloedt ook de sociale acceptatie van AI-toepassingen.

‘Verbindende arbeid’ speelt m.i. ook een rol in de invulling van de socialiserende en ‘subjectificerende‘ functie van het onderwijs. De bijdrage van ‘AI’ daaraan is m.i. gering. ‘Subjectificatie’ vindt bijvoorbeeld onder meer plaats via groepsgesprekken over actuele dilemma’s waarbij lerenden hun mening te onderbouwen én open te staan voor andere zienswijzen. Dergelijke dynamische groepsgesprekken kun je vooralsnog niet met behulp van een AI-toepassing voeren. Tegelijkertijd zie je ook dat bij een deel van onderwijs en opleiden socialisatie en vooral subjectificatie een beperkte rol spelen. Dat is ook het onderwijs/opleiden dat grotendeels of volledig online plaats kan vinden. In die situaties kan ‘AI’ wel een belangrijke rol vervullen, ook als het gaat om het geven van advies en feedback.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *