Ontwikkelingen op het gebied van learning experience platforms (LXP)

Sinds ongeveer drie jaar lees je regelmatig over learning experience platforms (LXP). Wat zijn op dit moment ontwikkelingen rond deze leertechnologie?

In vergelijking met het leermanagementsysteem van weleer stelt een LXP de lerende meer centraal bij het ontdekken van relevante leermaterialen (een cursus of andere content), mede op basis van een gebruikersprofiel en gedrag. Aanvankelijk fungeerde het LXP hierbij als een soort schil bovenop een LMS, met slimme manieren om leerinhouden aan te bevelen. Een LXP maakt echter ook content (en experts) van derden toegankelijk. De ontwikkelaars leggen veel nadruk op de gebruikservaring.

Onlangs publiceerde Craig Weiss weer een top 10 van LXP’s. Het meest interessante aan zijn bijdrage betreft echter de ontwikkelingen die hij rond deze technologie schetst:

  • De term LXP is aan het verdwijnen. Steeds meer leveranciers noemen zichzelf volgens Weiss digitale leerplatforms (DLP). Hij vindt dit terecht omdat de term LXP a) vaag is, b) nooit echt begrepen door de meeste mensen, c) mensen verwart, terwijl d) andere leersystemen die niet in dit segment zitten, de term ‘learning experience’ ook gebruiken (wat weer verwarrend werkt).
  • De term ‘de lerende centraal’ is aan het verdwijnen. Dit was een belangrijk uitgangspunt van een LXP. Een LMS zou de organisatie en de content centraal stellen, terwijl het LXP de leervragen van de lerende als uitgangspunt zou nemen. De werkelijkheid is echter niet zo zwart-wit.
  • Dit komt onder andere doordat lerenden nog steeds bepaalde leerinhouden moeten leren, en krijgen toegewezen door de organisatie. Bijvoorbeeld omdat wet- en regelgeving dit vereisen (de coronacrisis bevordert dit ongetwijfeld). En doordat veel lerenden bepaalde content moeten bestuderen, krijgen anderen deze content dankzij algoritmes aangeboden (bijvoorbeeld omdat zij een vergelijkbaar profiel hebben).
  • LXP-leveranciers willen zich zowel op bedrijven richten, als rechtstreeks op consumenten (denk aan LinkedIn Learning).
  • Het verbeteren van bekwaamheden is van groot belang. ‘Aanbevelingsfunctionaliteiten’ van LXP’s richten zich daar sterk op. Omscholing is echter ook van groot belang, zeker nu veel werknemers hun baan verliezen en op zoek moeten naar ander werk. LXP’s doen hier echter volgens Weiss geen aanbevelingen voor.
  • Aanbieders van LXP’s richten zich volgens Weiss nu ook op performance support. Dat is echter een andere tak van sport.
  • LXP’s lijken steeds vaker op LMS-en, en een aantal ontwikkelt zich ook in de richting van een performance management systeem. Volgens Weiss vindt momenteel weinig innovatie plaats op het gebied van LXP’s. Dat komt omdat men sterk vertrouwt op wensen van klanten.
  • Pre-assessments zullen in toenemende mate gekoppeld worden aan persoonlijkheidstesten. Aanbevolen content wordt gebaseerd op je persoonlijkheid.
  • LXP’s voegen nu ook functionaliteiten toe voor leidinggevenden, voor het organiseren van klassikale bijeenkomsten en voor het integreren van MS Teams.

Mijn opmerkingen

Ik heb al eerder geconstateerd dat LMS-en en LXP’s naar elkaar aan het toe groeien zijn. Deze bijdrage van Graig Weiss illustreert dat. We kunnen m.i. daarom het beste praten over digitale leeromgevingen, en dan vooral kijken naar verschillen in functionaliteiten en user interaction design. De term ‘leerplatform’ doet vooral denken aan ‘platformisering’. Daarvan kan bij een digitale leeromgeving sprake zijn, maar dat hoeft niet.

Weiss wijst naar mijn mening terecht op het eenzijdige karakter van ‘learning-centric’. Behalve dat wet- en regelgeving mede bepaalt dat mensen bepaalde zaken moeten leren, weten we ook dat het zelf kunnen bepalen wat je gaat leren een complex proces is. Mensen weten niet altijd wat zij willen, en ook niet wat voor inspanningen zij moeten verrichten (bijvoorbeeld het uitvoeren van leeractiviteiten) om dat te bereiken.

De koppeling van pre-assessments aan persoonlijkheidstesten vind ik zorgwekkend. Wat is het doel hiervan? Gebruik je wel wetenschappelijk deugdelijke persoonlijkheidstesten (de MBTI behoort daar bijvoorbeeld niet toe)? Gaan deze testen uit van zelfbeoordeling, en hoe betrouwbaar is dat? Wat doet het systeem met de resultaten? Worden deze testen niet gebruikt voor een doel waar ze eigenlijk niet voor bestemd zijn? Wat is de veronderstelde relatie met leren, en is het terecht dat die relatie wordt verondersteld)?

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.